De aanzet, die uiteindelijk zou leiden tot deoprichting van Uther Pendragon, werd in 1965 gegeven toen zanger en slaggitarist Mark Lightcap in 1965 te San Carlos, Californië, tijdens de Spaanse les met Bruce Marelich over muziek sprak.
Deze speelde in een rock & roll band en Mark wilde daar deel van uit gaan maken, maar moest eerst gitaar leren spelen, dat ongeveer een jaar in beslag nam.
Nadat hij auditie had gedaan en voor de test geslaagd was, werd Mark in de band, The Blue Fever, opgenomen, waarna de band bestond uit: Bruce Marelich - sologitaar en zang, Mark Lightcap - zang en slaggitaar, Martin Espinosa - basgitaar en zang, Doug Williams - keyboards em zang en Derek French - drums.
Hun eerste eigen songs werden in 1966 geschreven en in 1967 deed zich de eerste bezettingswisseling voor, toen Derek French in dienst moest en er daardoor een andere drummer aangetrokken moest worden, maar ook kwam zanger Phil "Fayden" Homboe de band versterken, zodat deze nu uit 6 personen bestond.
Ook laatstgenoemde schreef enkele songs en nadat de band een battle of the bands in de Bay Area had gewonnen, mochten ze in het voorprogramma van Country Joe & The Fish spelen.
In oktober 1967 ging de band, die toen The Timne heette, voor het eerst de studio te San Jose in om 2 nummers op te nemen, die door Phil geschreven waren en kort daarna ontmoetten ze Graig Pedersen, die hun manager werd en de teksten van enkele van hun songs schreef.
Vervolgens verhuisde de band gezamenlijk naar een huis in Belmont Hills, dat op de San Francisco Baai uit keek, om zoveel mogelijk samen te oefenen en elkaar beter te keren kennen.
Na een jaar verhuisden ze opnieuw en kwamen in Menio Park terecht, waar ze een eigen band huis kochten en ook gingen ze regelmatig naar optredens kijken van bands als The Doors, Jefferson Airplame, Canned Heat, The Byrds, The Yardbirds en later Led Zeppelin, die allen een inspiratiebron voor hen waren.
Ook veranderde de band nog enkele keren van naam, eerst in Kodiak en later in Mandala.
Doug Williams besloot medicijnen te gaan studeren en stopte en in november 1968 ging Fayden solo verder en nam zijn teksten mee, zodat de rest van de band nieuwe songs moest schrijven.
Begin 1969 ging de band de Pacific Recording studio te San Mateo in, waar ze verscheidene eigen songs op namen, waarna Graig en Martin met de tapes naar Los Angeles gingen om een platencontract proberen te krijgen.
Na bij 4 of 5 platenfirma's te zijn afgewezen keerde het duo zonder resultaat terug en korte tijd later werd Graig voor militaire dienst opgeroepen, waarna de band, die toen onder de naam Justus optrad, naar een klein huis in Atherton verhuisde.
Derek French kwam terug in de band, maar ook Graig Pedersen keerde uit militaire dienst terug en in oktober 1969 veranderde de bandnaam opnieuw en gingen ze Uther Pendragon heten en tevens richtte Martin Espinosa, een constuctie maatschappij op "Martin Enterprises", waar Graig, Mark en later Mike in mee gingen werken en de band een eigen opname studio bouwde.
Halverwege 1970 verliet Derek de band weer en na met diverse drummers te hebben gespeeld, kwam Mike Beers eind 1971 bij de band en zou tot het einde van de band (1976) de drummer blijven.
Tussen 1966 en 1975 had de band diverse nummers opgenomen, die in 2015 door het Guerszen label als 3LP box en 2CD zijn uitgebracht en van de originele master banden zijn gemaakt.
De eerste song van CD 1, waarop 13 nummers staan, komt uit 1974 en heet "Intro - You're A Human Now" en daarin speelt de band een swingend psychedelisch stukje progressieve muziek, dat met een gesproken intro start en uptempo gespeeld wordt, waarna "Side Of The Dawn" uit 1969 volgt en dit is een lekker in het gehoor klinkende progressieve rock song, die enkele tempowisselingen heeft.
Daarna speelt de band "Who's Gonna Try" (1975), een uitstekende en swingende rock song, "Devil's Due" (1974), een mooie vrij rustige rock song met folk invloeden en "10 Miles To Freedom" (1969), een fantastische, bijna 11 minuten durende, progressieve psychedelische rock song, die in een niet al te hoog tempo gespeeld wordt en een heerlijke drumsolo bevat.
Dan volgen "San Francisco Earthquake" (1975), een prima swingende progressieve rock song met een terug kerend ritme en "Signify Justice" (1969), waarin de band een uptempo rock song speelt, die wisselende tempo's heeft.
In "Love Lock Temprature Drop" (1967), dat samen met "Peter Pan Blowup" van de enige over gebleven proefpersing komt, laat de band horen, dat ze ook prima pop songs met uitstekende samenzang kan maken, terwijl "Peter Pan Blowup" (1967) een heerlijke licht psychedelische garagerock song is, die enkele tempowisselingen bevat.
"Magical Door" (1969) is weer een schitterende progressieve rock song , "Luxury's Draft" (1975), een prima rock song, die in een gemiddeld tempo gespeeld wordt, "Realm Of 7 Planes" (1974), een lekker klinkende pop song terwijl "Man Of Means" (1975) een stevige hardrock song is, waar diverse tempowisselingen in zitten.
CD 2 bevat 11 nummers, waarvan "Spanish Fly" (1974), de eerste is en hierin speelt Uther Pendragon een schitterende psychedelische progressieve rock song, die lichtelijk aan "White Rabbit" van Jefferson Airplane doet denken en Spaanse invloeden bevat en na een rustig begin steeds sneller en heftiger wordt.
In "King Muskrat" (1975) speelt de band een heerlijke progressieve bluessong in een niet al te hoog tempo en in "See It My Way" (1974) een vrij rustig startende rock song, die na korte tijd over gaat in een song van gemiddeld tempo en enkele tempowisselingen kent.
Daarna volgt "Rock And Roll Star" (1975), een lekker in het gehoor klinkende swingende rock song , die gevolgd wordt door "Meanie Jeanie - Old Man" (1975), waarin de band een rock & roll song ten gehore brengt, die verandert in een uitstekende rustige mix van country en rock.
Dan vervolgt de band met "Troubles"(1975), een geweldige vrij heftige rock song, die verscheidene tempowisselingen bevat, waarna "Woman" (1975) te horen is en hierin speelt de band weer zo'n prima swingende uptempo rock song.
Het volgende nummer heet "Hell's Rock"(1975), een heerlijke swingende rock & roll song, die gevolgd wordt door "They'll Never Last" (1968), waarin Uther Pendragon een goede pop song ten gehore brengt.
"Kristina" (1966) is een fantastische mooie poprock song, waarin een aanstekelijk ritme zit en in het laatste nummer "Music Box" (1969) speelt de band, na een erg rustig begin, een schitterende swingende progressieve rock song en sluit daarmee de CD op waardige wijze af.
De 2CD/3LP "San Francisco Earthquake" van Uther Pendragon bevat 24 verrukkelijke, hoofdzakelijk progressieve rock, songs, waarvan de meeste in 1975 gemaakt zijn, die ik iedere liefhebber van dit genre van harte kan aanbevelen. (luister naar de teaser van het album via de youtube link onder de recensie)
I'm so pleased that you enjoyed my bands music. I always knew they were special, but their were so many good groups in San Francisco at that time, it was impossible to get noticed. It took time and Guerssen records to rectify that. Craig R Pedersen, manager and writer for Uther Pendragon.
BeantwoordenVerwijderen