Brinsley Schwarz - sologitaar, piano en zang speelde in de jaren 60 samen met Nick Lowe - basgitaar, sologitaar en zang in diverse bands, waaronder Kippington Lodge in 1967.
De band bestond verder uit: Bob Andrews - keyboards en Billy Rankin - drums en in deze bezetting maakte de band 3 folkrock singles, die helaas voor hen, allemaal flopten.
In 1969 besloten de bandleden het muzikale roer om te gooien en ook te gaan optreden onder de naam Brinsley Schwarz, terwijl ze ook onder de naam Kippington Lodge bleven spelen.
Brinsley Schwarz's manager Dave Robinson, van Famepushers, regelde, dat ze 3 en 4 april 1970 in het voorprogramma stonden van Van Morrison en Quicksilver Messenger Service in The Fillmore East te New York City, waarbij veel Britse journalisten aanwezig waren.
Het optreden verliep niet zo best en de band kreeg een heleboel negatieve kritiek, evenals slechte recensies voor hun debuut LP, die kort na hun terugkeer in Engeland werd uitgebracht en dit incident werd bekend als The Brinsley Schwarz Hype.
Later dat jaar bracht de band hun tweede LP "Despite It All" uit, waarin de muziek meer country gericht was en in 1971 kwam Ian Gomm - sologitaar en zang als vijfde lid bij de band.
In deze formatie werd hun derde album "Silver Pistol" opgenomen, die in februari 1972 verscheen en in antwoord op "The Hype" werd de band anti commercieel en besteedde veel tijd in hun oefenruimte, hoewel ze dat jaar ook toerden met Help Yourself en Ernie Graham (ex Eire Apparent).
Tevens speelde de band in 1971 op het tweede Glastonbury festival, waarbij 1 nummer van hen ("Love Song") op het album "Glastonbury Fayre" verscheen.
Hun solide live optredens resulteerden er in, dat ze een grote schare fans in Londen kregen, waarna rock journalisten de muziek van de band het predicaat "Pub Rock" gaven.
In 1972 traden ze samen met Man en Hawkwind op tijdens "Greasy Truckers Party", waarvan de opnamen als dubbel LP werden uitgebracht en helaas was dit hun enige live album.
Vervolgens verscheen de countryrock LP "Nervous On The Road" in september 1972, die hen een hoop uitstekende recensies opleverde en hoewel het album de hitlijsten echter niet bereikte, leverde het hen wel een Engelse tournee op als voorprogramma van Paul McCartney's band Wings.
Het album "Please Don't Ever Change" uit 1973 werd minder goed ontvangen door de critici en werd weinig verkocht.
Toch was er ook positief nieuws, want de band deed succesvolle optredens in The Old Grey Whistle Test, waarbij de band bestond uit: Lowe - sologitaar en zang, Gomm - basgitaar, Schwarz - piano en Andrews - keyboards en ze maakten opname sessies voor John Peel's BBC Radio 1 show.
Dave Edmunds produceerde hun zesde LP "The New Favourites Of... Brinsley Schwarz", die hen goede recensies opleverde, terwijl de samenwerking met Dave Edmunds hen een tournee op leverde als begeleidingsband van Edmunds en daarvan verschenen er live opnamen op het album "Subtle As A Flying Mallet".
Brinsley Schwarz nam ook een aantal singles op, die onder de bandnaam verschenen, maar ook onder diverse pseudoniemen, zoals: "The Hitters", "The Knees", "Limelight" en "The Brinsleys", maar al deze singles flopten.
De band ging in 1975 uit elkaar en Schwarz en Andrews kwamen in Graham Parker & The Rumour terecht, Rankin speelde in Terraplane en later in Big Jim Sullivan's Tiger, Nick Lowe maakte 4 albums met Dave Edmunds onder de naam Rockpile, hoewel alleen "Seconds of Pleasure" onder de naam Rockpile werd uitgebracht, terwijl "Tracks On Wax 4" en "Repeat When Necessary" als Dave Edmunds solo albums verschenen en "Labour of Lust" als solo album van Nick Lowe.
Lowe en Gomm begonnen beiden solo carrières, met gemiddelde successen, waarbij Lowe's album "Jesus Of Cool" uit 1978, waarop ook Bob Andrews - keyboards en Dave Edmunds - sologitaar meespelen, de 22ste plaats haalde in de Engelse hitlijst en de van het album afkomstige single "I Love The Sound Of Breaking Glass", behaalde plaats 7 in de Engelse hitlijst.
Nick Lowe was ook mede schrijver van Dr. Feelgood's top 10 hit "Milk And Alcohol", die de negende plaats in de Britse hitparade haalde in 1979, terwijl zijn wereld hit "Cruel To Be Kind" uit 1980 mede geschreven was door Ian Gomm en oorspronkelijk opgenomen werd door Brinsley Schwarz voor hun laatste onuitgebrachte album (deze versie staat op de in 2008 verschenen "30th Anniversary Edition" van "Jesus Of Cool".
Ian Gomm had in 1979 een hit met de single "Hold On", die de 18de plaats in de Amerikaanse "Billboards Hot 100" hitlijst haalde.
De originele versie van "(What's So Funny 'Bout) Peace, Love, And Understanding", dat door Lowe geschreven werd, kwam van het in 1974 verschenen album "The New Favourites Of... Brinsley Schwarz" en werd later een hit voor Elvis Costello en ook verscheen het in een uitvoering van Curtis Stigers in de film soundtrack "The Bodyguard: Original Soundtrack Album".
Verder verschenen de albums van Brisley Schwarz "It's All Over Now" (1988, onder de naam Raime Schwarz en in 1974 in de Rockfield Studios opgenomen), waarvan er maar enkele bestaan, de rest werd vernietigd en "Rarities" uit juli 2000.
Ook werden er diverse compilatie LP's en CD's uitgebracht, zoals: "Original Golden Greats" uit 1974, inclusief 2 live en 2 studio nummers, die op geen enkel ander album staan, "15 Thoughts Of Brinsley Schwarz" (LP, 1978), "Surrender to the Rhythm" (CD, 1991), "Nervous On The Road/The New Favourites Of... Brinsley Schwarz" (CD, 1995), "Hen's Teeth" (singles) (1998), "What IS So Funny About Peace Love & Understanding?" (BBC recordings) (2001) en "Cruel to Be Kind" (BBC recordings) (2004).
Het Mega Dodo Records label bracht14 oktober 2015 de LP "Live Favourites" uit in een zeer beperkte oplage van 250 stuks geperst op 180 gram zwart vinyl, waarvan de eerste 100, verkrijgbaar via Mega Dodo, een set van: 5 ansichtkaarten, 2 stikkers en een reproductie van een BBC auditie vel bevatten.
De live muziek van het album, opgenomen net nadat ze hun door Dave Edmunds geproduceerd zwanenzang maakten, bestaat uit een set van eigen nummers en covers.
De band nam in het najaar van 1974 samen met Steve Verroca een album op, waarbij het de bedoeling was, dat de band opnieuw in Amerika gelanceerd zou worden, maar helaas liep alles anders, want de banden voor de plaat, die in de Rockfield Studios opgenomen werd, bleven jaren op de planken liggen totdat Ian Gomm de opnames van hun lang vermiste album, die hun commercieële doorbraak zou betekenen, redde en opnieuw mixte.
Het was nog steeds de bedoeling deze uit te brengen, maar de plaat verdween nogmaals.
Ian besloot enkele jaren geleden diverse thuis gemaakte CD-R's van de plaat op zijn website te zetten, maar die werden massaal genegeerd.
25 jaar nadat Ian de opnamens redde en opnieuw mixte, komt het dan toch eindelijk uit.
Het Mega Dodo Records label brengt de plaat, die "It’s All Over Now" heet, op 28 april 2017 uit in een beperkte oplage van 150 stuks op oranje vinyl, 350 stuks op 180 gram zwart vinyl, 50 stuks op cassette en op CD.
Het album, dat 11 nummers bevat, start met "We Can Mess Around" en daarin hoor ik de band een lekker in het gehoor klinkende pop song spelen, die lichte reggae en country invloeden heeft en gevolgd wordt door "Cruel To be Kind", dat later door Nick Lowe uitgebracht werd en hier hoor ik de band een snellere versie van het nummer spelen, die swingt.
Daarna zet de band me "As Lovers Do" voor en hoor ik een prachtige rustige song, waarin schitterende samen zang zit en de muziek me terug voert naar de jaren 50, waarna "I'll Take Good Care Of You" volgt en ik opnieuw zo'n rustige jaren 50 gerelateerde song te horen krijg.
Dan volgt "Hey Baby (They're Playing Our Song)" en ook in dit nummer, dat lichte invloeden van Smokey Robinson & The Miracles heeft, neemt de band me mee terug naar de jaren 50, terwijl "Do The Cod", een fantastisch instrumentaal nummer, de invloed uit de jaren 60 laat horen.
Kant 2 start met "God Bless (Whoever Made You)" en daarin speelt Brinsley Schwarz ook nu weer een mooie jaren 50 song (luister naar dit nummer via de soundcloud link onder de recensie) en deze wordt gevolgd door "Everybody", een geweldige swingende powerpop song, die uit de jaren 70 lijkt te komen, waarbij de muziek een mix is van die van Showaddywaddy, Mud en Hello.
In "Private Number" schotelt de band me weer een rustige fifties pop song voor in de stijl van Smokey Robinson en in "Give Me Back My Love" laat de band me een uitstekende rock song horen, die me in beweging brengt, waarna de titel song "It's All Over Now" volgt en ik een swingende mix van reggae en pop te horen krijg van deze Rolling Stones hit.
"It's All Over Now" van Brinsley Schwarz bevat 11 prima nummers, die liefhebbers van jaren 50 muziek en van deze band zeker op waarde zullen weten te schatten en ik kan hen dan ook aanraden, deze schijf eens te gaan beluisteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten