Pagina's

maandag 25 juni 2012

Review: Ararat - II (Elektrohasch, 2012)(Psychedelisch/Heavy/Experimenteel)

In 2010 verscheen het debuutalbum,"Ararat", van Los Natas zanger/gitarist Sergio Chotsourian uit Buenos Aires, Argentinië, dat door Meteor City in Amerika werd uitgebracht, in Argentinië door Oui Oui Records en in Europa door Elektrohasch Records.
Op dat album werd hij door zijn broer Santiago en enkele andere muzikanten bijgestaan en werd er een brug geslagen tussen Latin, oosterse muziek en musical.
Ook op "II", het nieuwe album van Ararat, waarvoor de 7 opnamen werden gemaakt tussen 2010 en 2011, speelt zijn broer Santiago mee op piano, terwijl Sergio verscheidene andere instrumenten bespeeld zoals: piano, gitaar, zang, keyboards en basgitaar en Alfredo Felitte, van Banda De La Muerte, de drumpartijen voor zijn rekening neemt.
De CD start met een schitterend nummer, getiteld "El Carro", waarbij Sergio een staaltje laat horen van zijn kunnen als pianist en op enkele zinnen tussendoor na, is dit een instrumentaal nummer, dat alleen op piano gespeeld wordt.
Vervolgens krijg ik het bijna 16 minuten durende "Caballos" te horen en dit heavy rock nummer kent een sterk begin met klassieke gitaarklanken, die zo'n 2 minuten duren, waarna het geweld losbarst en Ararat een fantastisch nummer laat horen in de stijl van Los Natas met zware en dreigende ritmes, voorzien van duistere atmosferen en ondersteund door de agressief klinkende zang van Sergio.
Toch is dit geen nummer dat recht toe recht aan gespeeld wordt, integendeel, want er zitten enkele prima tempowisselingen in, die het nummer tot het eind toe spannend blijven houden.
Dan volgt er weer zo'n schitterend nummer, getiteld "Lobos De Guerra Y Cazadores De Elefantes", waarin de hoofdrol weer totaal voor de piano is weggelegd, met op het eind een subtiele baspartij, maar daarna schakelt Ararat weer over naar een steviger ritme in "El Inmigrante", dat een heerlijk progrocknummer is,
waarin er ook flink op los geëxperimenteerd wordt.
"Atenas" is een uitstekend progrock nummer van iets meer dan 16 minuten en zoals meestal in lange nummers het geval is, wordt de muziek daarin flink uitgesponnen en dat is hier ook zo, maar ik vind het schitterend, mede door de prima tempowisselingen en door het ééntonige dreigende ritme.
Het volgende nummer van de CD "II" heet "La Ira Del Dragon (Uno)" en is een heavy rocksong, waarin het tempo niet te hoog ligt, maar met zwaar dreunende bas wordt gespeeld en deze drone blijft het hele nummer domineren, waardoor er een licht hypnotiserend ritme ontstaat.
Als laatste krijg ik het mooie "Tres De Mayo" te horen, waarin Sergio de zang in het Argentijns doet en zichzelf begeleidt op gitaar, wat een prachtig stukje muziek oplevert.
Ararat heeft mij met deze nieuwe CD bewezen dat er ook na Los Natas muziek is en "II" is dan ook, wat mij betreft, een aanrader.


Review: Odyssey - Abysmal Despair (Transubstans, 2012)(Heavy Rock)

De Zweedse band Odyssey bestaat uit: Jonas Pedersen - zang en basgitaar, Marcus "Witold" Östensson - sologitaar en zang en Jesper Karlsson - drums.
"Abysmal Despair", waarop 8 nummers staan, is hun debuut CD, die door het Transubstans label werd uitgebracht, maar het is niet hun allereerste muziek, die op CD verschijnt, want eerder bracht de band een 7" split single (Wicked Witch) uit samen met Black Pyramid.
"Abysmal Despair" begint met "Pyramids", een heavy rocksong, die met een indringend gitaargeluid start, waarna, na ongeveer 1 minuut, het geweld plotseling losbarst en de band in volle sterkte alle remmen los gooit, terwijl het indringende gitaargeluid het hele nummer door in hetzelfde ritme blijft.
Het volgende nummer is de single "Wicked Witch", waarin de band snoeihard hun muziek mijn oren in slingert en dit geweldige heavy rock nummer, doet me hier en daar aan de eerste lichting Britse punk bands denken en dan met name aan Stiff Little Fingers.
Vervolgens krijg ik de titelsong "Abysmal Despair" te horen, eveneens een kneiterharde heavy rocksong, die tegen hardcore punk aanleunt en deze wordt gevolgd door een iets minder harde song, getiteld "Keloma", die ook recht toe recht aan gespeeld wordt en lichtelijk commerciël klinkt, voor zover je daar tenminste over kan spreken in deze soort muziek.
Het langste nummer van de CD heet "No Fucking Way", dat weer zo hard gespeeld wordt, dat ik het idee krijg bij de band in een te kleine oefenruimte te zitten.
Toch is het geen slecht nummer, want er is hierin zelfs plaats voor enkele tempowisselingen, waarmee de band me weet te verrassen.
"Wolfspit And Witches Breath" is weer zo'n heavy rocksong, die hoofdzakelijk zwaar en dreunend klinkt en hierin zit op het eind een enkele prima tempowisseling en hoor je de band in een soort balladachtig klinkend stukje.
Dan volgt "This Ship Is Sinking" dat eigenlijk van een zelfde laken een pak is als de rest van de songs, namelijk: hard,  heavy en recht voor zijn raap gespeeld.
Het laatste nummer heet "Darkred" is net als de andere songs heavy, maar hier gaat Odyssey halverwege het nummer op de rustiger toer, gedurende een minuutje, om dan weer terug te schakelen naar hun vertrouwde geluid.
Odyssey heeft mij met hun debuut CD niet weten te overtuigen, maar ik kan me voorstellen dat er mensen zijn, die  te gek gaan op dit soort muziek en wil dan ook maar één ding zeggen: oordeel zelf!


Review: Electric Moon - Cellar Space Live Overdose (Sulatron, 2012)(Psychedelisch/Progrock)

Electric Moon uit Fulda, Hessen, Duitsland, ontstond toen multi-instrumentalist Sula Bassana - gitaren, effecten en orgel ging samen spelen met Komet Lulu - basgitaar, effecten en zang en Berni - drums.
Eerdere projecten van Sula waren o.a. Liquid Visions, Südstern 44, Interkosmos en Zone Six, maar ook maakte hij diverse solo- CD's en enkele met Modulfix.
De eerste officiële CD van Electric Moon, Lunatics" verscheen in 2009 via Nasoni Records en drummer Berni, met wie de CD-R "First Takes" gemaakt werd, was toen reeds vervangen door Pablo Carneval.
Daarna volgden meer releases, "Lunatics Revenge" met drummer Pablo Carneval (Nasoni, 2011), Inferno met drummer Alex (Sulatron, 2011), "The Doomsday Machine" met drummers Pablo Carneval en Alex (Nasoni, 2011) en de split LP met de Franse band Glowsun, "Sun And Moon" (Sulatron, 2011).
Verder verschenen er via Sulatron enkele CD-R uitgaven in zeer beperkte oplage, zoals: "Live At Epplehaus 2010" (2010), "Live At Immerhin" (2011), "Flaming Lake" (2011) en "Live At Sulatron Label Night" (2011).
Hun nieuwe uitgave "Cellar Space Live Overdose" is een dubbel LP, met daarop slechts 4 nummers, die via het Sulatron label is uitgebracht in een beperkte oplage van 777 stuks en waarop Alex weer de drummer van de band is.
De muziek van de dubbel LP is het beste van 2 live optredens, waarvan de 1ste LP gevuld is met 2 nummers van hun show op 27 januari 2012 in de Schlosskeller te Darmstadt en LP 2 bevat 2 nummers van hun optreden tijdens Sulatron Records Label Night van 30 september 2011 in de Kulturkeller te Fulda.
Op kant A staat het nummer "The Soul Feeder", dat bijna 24 minuten duurt, waarin Electric Moon rustig start en langzaam het tempo opbouwt en op dezelfde wijze mijn brein met hun fantastische progrock begint te vullen.
Niet alleen het tempo wordt hoger, maar ook het volume lijkt toe te nemen en de mate waarin ik in een trance begin te raken eveneens.
Als ik de plaat omdraai, krijg ik "The Idle Glance" 23 minuten lang te horen, dat net als het vorige nummer kalm begint, maar steeds sneller wordt naar mate de plaat vordert en ook hierin speelt de band me van de wereld met hun geïmproviseerde naar spacerock neigende progrock met hypnotiserende werking.
De A-kant van de tweede LP begint ruimtelijk, maar gaandeweg verandert het ritme en de band improviseerd er ook nu weer vol op los, terwijl de muziek een mix wordt van stoner, spacerock en progrock met soms een hoofdrol voor Sula's scheurende gitaarspel en soms voor Lulu's constant hypnotiserende basdreunen.
Tegen het eind van het nummer gaat de band weer terug naar het begin en eindigt het in ruimtelijke klanken.
Het laatste stuk muziek heet "The Spaceman Return", dat met erg rustig en mooi gitaarspel start, waar tussendoor subtiele basklanken te horen zijn, waarna ook de drums na enkele minuten invalt en het ritme gestaag steviger wordt.
Electric Moon werkt hiermee langzaam naar een climax toe en de muziek wordt weer een schitterende mix van stoner, progrock en spacerock, waarin diverse tempowisselingen zitten.
De dubbel LP "Cellar Space Live Overdose" is een heerlijk stuk muziek, dat helaas maar voor een select gezelschap van luisteraars beschikbaar is, gezien de beperkte oplage.



Review: The Green Pajamas - Summer Of Lust (Green Monkey Records, 2012)(Psychedelische rock)

In 1984 namen Jeff Kelly - sologitaar, zang, drums, basgitaar, orgel,percussie, mandoline en Joe Ross - basgitaar, zang, sologitaar, percussie, zither, banjo, snare drum en doedelzak hun eerste nummers op in het huis van Joe's ouders te West Seattle.
Tijdens één van die sessies speelde hun vriend Karl Wilhelm mee op drums en nadat de 2 vrienden de volgende dag de opnames beluisterden, vonden ze die zo goed, dat ze besloten een cassette van deze muziek uit te brengen en het project kreeg de naam "Summer Of Lust".
Zo gekozen doordat ze behoorlijk veel aandacht van meisjes kregen door hun muziek en de naam van de band, die eerst Felix The Cat Explodes was, werd veranderd in The Green Pajamas, genoemd naar een song, die door Jeff geschreven was.
De muziek werd op een TEAC 4 sporen recorder opgenomen van Jeff en op enkele nummers is Joe Bauer, die samen met hen in Felix The Cat Explodes speelde, als drummer te horen.
De band nam 15 songs op, waarvan er 13 op de cassette terecht kwamen, die officiël op 14 juli 1984 werd
uitgebracht in een eerste gelimiteerde oplage van 25 stuks.
Enkele maanden later kreeg Joe een telefoontje van Tom Dyer, die een cassette gekocht had en deze gerecenseerd had in Option magazine en vertelde dat hij eigenaar was van Green Monkey Records.
Begin 1985 gingen ze naar de Green Monkey Records studio en namen daar hun nieuwe song "Kim The Waitress" op, maar ook kwamen ze met Tom overeen, dat hij hun manager zou worden en tot 1995 produceerde Tom ook al hun muziek en de eerste release was die van de cassette "Summer Of Lust" in 1985 op zijn label Green Monkey Records.
Deze opnamen zijn in 2012 opnieuw uitgebracht door Green Monkey Records en aangevuld met een extra nummer plus een commercial voor Summer Of Lust.
De CD bevat dus 15 opnames, waarvan de eerste "Katie Lied" heet, een schitterende psychedelische popsong met een aanstekelijk ritme, die gevolgd wordt door "Anna Maria", een fantastisch rustig nummer dat nog een stukje psychedelischer klinkt.
Daarna volgt "My Mad Kitty" een lekkere popsong, eveneens met psychedelische invloeden, waarna "Another One Of Those Nights" gespeeld wordt en deze up-tempo psychedelische popsong klinkt me als muziek in de oren, waarbij ik wel op merk dat het aan het einde van de song wat rommelig wordt.
Ook "I Feel That Way All The Time" is een een heerlijke popsong, die vrij psychedelisch klinkt en "Lost In A
World" is een erg psychedelische song, waarvan het tempo van de muziek behoorlijk laag ligt.
Dan hoor ik een vrolijke popsong, getiteld "Mike Brown", waarin The Green Pajamas me nog meer bewijzen, dat ze prima songs maken.
"I Feel Like A Murder" is een aardig nummer dat ze midden in een veld opgenomen hebben samen met enkele meiden en dit wordt gevolgd door "The Way I Feel About You", een lekkere up-tempo popsong.
Vervolgens hoor ik "Dance With The Angels", weer zo'n schitterende licht psychedelische popsong en "In This  Castle", is gewoon een geweldige popsong, waarin het psychedelische aspect ook weer prima naar voren komt.
Dan volgt het langste nummer van de CD, getiteld "With A Flower In Her Hair", een werkelijk fantastische
psychedelische popsong, waarin het tempo steeds verder opgevoerd wordt en de band me daarmee in een lichte roes brengt.
Het laatste nummer van de cassette heet "Green Pajamas" en ook dit is een heerlijk nummer om te horen, dat een hoog meezing gehalte kent.
Daarna volgen nog de "Summer Of Lust Commercial", zoals de titel al aangeeft een commercial, die de band maakte voor hun casstte en als allerlaatste song "The Dreams Inside The Butterfly's Mind" een steengoede psychedelische popsong van ruim 7 minuten.
Ik vind de CD "Summer Of Lust" grandioos en dus een dikke aanrader voor iedereen, die van psychedelische muziek houdt.

Review: Syndone - La Bella È La Bestia (BTF.IT, 2012)(progressieve rock)

Syndone uit Torino heeft een nieuwe CD gemaakt, getiteld "La Bella È La Bestia" als opvolger van "Melapesante" uit 2011, "Inca" (1993) en "Spleen" (1992.
Drijvende kracht achter de band is Nico Comoglio, beter bekend als Nik, die eigenlijk architect als beroep gekozen had, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en hij werd dus muzikant.
Nik kreeg privé pianoles bij Roberto Musto en leerde composities maken bij Aldo Sardo  en dat dit zijn vruchten afgeworpen heeft is te horen in de complexe muziek, die hij met zijn band Syndone maakt, waar hij allerlei toetsen instrumenten bespeelt, zoals: piano, hammond orgel, mini-moog, pijporgel en alle keyboards.
Over het vormen van de band Syndone deed hij drie jaar (van 1990-1993), voor hij de juiste mensen bij elkaar had.
Nadat de band 2 CD's in 1992 en 1993 had gemaakt, zag het er lange tijd naar uit, dat hij solo verder ging, want hij maakte diverse solo CD's, maar in 2011 was hij opeens terug met een nieuwe CD van de band Syndone.
Syndone bestaat verder uit: Francesco Pinetti - vabrafoon, marimba, klokkenspel en bellen en Riccardo Ruggeri - zang en teksten en als speciale gast speelt Ray Thomas, die één van de oprichters van The Moody Blues was, mee op fluit.
Syndone vertelt met deze nieuwe CD het verhaal van Belle en het Beest ("La Bella É La Bestia"), een sprookje, dat in 1756 geschreven werd door Le Prince De Beaumont.   
De CD bevat 12 nummers, waarvan "Introitus" het eerste nummer is, een zwaar tegen klassiek en jazz aan leunend stuk muziek met het toetsenspel in de hoofdrol.
Daarna volgt "Il Fiele E Il Limite" een zeer technisch stuk muziek met invloeden uit de jazz met daarin een  overgang naar een rustig gezongen stuk met daarin filmachtige muziek, waarna de band even later weer terugkeert naar het complexe.
Vervolgens hoor ik "Rosa Recisa", dat met lieflijk pianospel begint, waarna de synthesizer en zang ingezet worden en de song langzaam meer tempo begint te krijgen.
"Complice Carnefice" is een progrocksong, die ijzersterk in elkaar steekt en verschillende tempowisselingen bevat.
Dan is het tijd voor het eerste korte nummer, getiteld "Piano Prog Impromptu", dat iets minder dan anderhalve minuut duurt en uit fantastisch pianospel bestaat, dat zwaar begint maar daarna iets luchtiger wordt.    
Ook "Tu Non Sei Qui" is een nummer met rustige zang en dito pianospel, maar met "Orribile Mia Forma" zoekt de band het complexe weer en dit nummer bevat enkele tempowisselingen.
Nu volgt "Mercanti Di Gioia", een schitterend zwaar beginnend nummer, dat over gaat in een progrocksong, waar weer van alles in gebeurt en deze loopt feilloos over in "Bestia", weer zo'n erg complex nummer, dat technisch perfect in elkaar zit en invloeden van klassiek, jazz en filmmuziek kent en eveneens doorloopt in de volgende song "Ora Respira", de eerste echte symfonische rocksong, waar de band me mee verrast.
Na "Piano Prog Impromptu" is "La Ruota Della Fortuna" het tweede instrumentale nummer en dit is een technisch hoogstandje, met tempowisselingen, klassieke orchestrale invloeden en schitterend pianospel plus een verrassing aan het eind.
Als laatste hoor ik een prachtige korte song, getiteld "Canto Della Rosa", waarin orkest en zang de hoofdrol opeisen.
De CD van Syndone is een magnifiek stuk muziek geworden, waarin ik na 1 maal beluisteren lang niet alles hebt gehoord en daarom draai ik de CD nogmaals en nogmaals en nogmaals en dat kan ik nog tijden blijven doen.



maandag 18 juni 2012

Review: Gin Lady - Gin Lady (Transubstans, 2012)(Rock)

Na 3 succesvolle albums te hebben gemaakt, stopte de Zweedse progressieve hardrock band Black Bonzo ermee.
Uit de resten van de band ontstond begin 2011 een nieuwe band, genaamd Gin Lady en deze bestaat uit: Joakim Karlsson - sologitaar en zang, Anthon Johansson - basgitaar en zang, Fredrik Normark - drums, Klas Holmgren - hammond B3 orgel, piano, mellotron en zang en Magnus Kärnebro - zang.
Ze sloten een platendeal met het Transubstans Records label en in april 2012 werd hun debuut CD "Gin Lady" uitgebracht met daarop 9 nummers.
Het eerste nummer van de CD heet "Rebirth", dat met een didgeridoo begint, waarna gitaar en zang in een rustig tempo invallen, daarna gevolgd door de rest van de band en meteen verandert het tempo en ritme in een heerlijke  stevige rocksong, die gevolgd wordt door "Get It On", dat me meteen aan de muziek van de 70er jaren hardrock bands doet denken, want Gin Lady gebruikt het zelfde loopje als Black Sabbath deed in "Paranoid", maar de band kopieërt dat nummer zeker niet, want "Get It On" bestaat voor de rest uit eigen inbreng en deze is ijzersterk.
Daarna volgt het lekker klinkende "Lend Me A Hand", dat een vrij commerciël nummer is en de band solliciteert hiermee naar een plaats in de hitparades.
Vervolgens hoor ik "Déjà Vu" een schitterende rocksong, die in up-tempo gespeeld wordt en een swingend ritme kent.
"The Rest" begint met een prima zang, begeleid door gitaar en drums en dit is een fantastisch stukje muziek, dat hier en daar licht bombastisch klinkt.
Dan hoor ik "Bloodsuckin' Babies", dat een prima rocksong is met een swingend ritme en aanstekelijke zang en dit nummer klinkt redelijk commerciël en ook de volgende song, "Bottom Of The Sea" zit in die hoek en de band richt hun pijlen met dit soort rock muziek duidelijk op de hitparades.
In "Confrontation Shakedown" vind ik de sound al een stuk beter, want dit is een hardrocksong in 70er jaren stijl, die me aan Uriah Heep en Deep Purple doet denken en de band maakt hiermee een prima stukje muziek.
Het beste is voor het laatst bewaard en heet "Hold On" en hierin speelt Gin Lady de pannen van het dak.
Dit nummer bevat tempowisselingen, schitterend gitaarspel, een strakke drumpartij en een fantastisch ritme, waarin ook het hammond orgel een subtiele rol weet te spelen.
De debuut CD van Gin Lady klinkt erg lekker en is het beluisteren meer dan waard; een aanrader dus.


Review: King Kronos - Soundzilla (Elektrohasch, 2012)(Heavy Rock/Stoner)

De Duitse band King Kronos uit Sachsen-Anhalt, Querfurt, Thüringen, bracht in april 2012 hun debuut CD "Soundzilla" via het Elektrohasch label uit, waarop 11 nummers staan.
De band bestaat uit: Stephanie Von Koch - zang, René Von Echnert - sologitaar, Maik Von Echnert - gitaar, Fabian Von Schomann - drums en percussie en Kap Von Schomann - basgitaar.
De eerste song van "Soundzilla" heet "Mojo Army", dat het nummer met een stukje uit een sf-film opent, waarna de band met stevige tonen hun stoner muziek inzet, die mede door het mooie stemgeluid van Stephanie prima klinkt.
Vervolgens wordt het iets steviger in "Rock To Whom Rock Is Dul", een lekkere heavy rocksong, die gevolgd wordt door "The Rising Of The Awesome Soundzilla", waarin de band nog een tandje bijzet en deze heavy rocksong bevat een licht hypnotiserend ritme en wat galm op de zang, waardoor het een genot is om naar de band te luisteren.
Daarna hoor ik "Alehouse Rock", dat het langste nummer van de CD is met zo'n 7 minuten muziek.
In dit heerlijke stoner nummer zitten enkele tempowisselingen en daarmee komt King Kronos verrassend uit de bus.
Dan volgt "Love Blob", dat net als de eerste song met een stukje uit een sf-film begint en ook nu valt de band in met een stevig heavy ritme, dat hier en daar aan Fu Manchu en Kuyss doet denken.
"Ultima Thule" is weer een vrij lange song en hierin begint de band op subtiele wijze hun muziek te spelen.
Haast psychedelische klanken met een mooie heldere zang komen voorzichtig mijn oren binnen geslopen en met deze fantastische song trekt King Kronos me helemaal over de streep, want dit is smullen geblazen.
Daarna volgt er opnieuw een heavy rock song, waarin het tempo flink opgeschroefd wordt en ook met dit rock nummer laat de band horen niet in één soort ritme vast te zitten.
In "Blood On The Rocks" laat de band horen hoe een ballad gecombineerd kan worden met een heavy rock song en toch het rustige van de ballad behouden.
Nu krijg ik "Plastic" te horen en het geluid daarvan bevalt me wel, want met deze song pakt King Kronos terug naar de jaren 80 muziek in de stijl van Kim Wilde ten tijde van "The Kids In America".
"Monkey See, Monkey Do" is weer zo'n schitterend stoner nummer met hypnotiserend ritme en hierin hoor ik Stephanie zingen als Joan Jett (Runaways) en deze song heeft dan ook wel lichtelijk iets weg van "I Love Rock & Roll".
Het laatste nummer van de CD "Dam Burst" heeft een licht psychedelische intro en daarna volgt er een heel zwaar en dreigend gespeeld gedeelte, dat afgewisseld wordt met de psychedelische tonen van het intro, waardoor er een soort golfbeweging ontstaat.
De CD "Soundzilla" van King Kronos is een fantastisch debuut geworden en verdient het predikaat Aanrader!



Review: Doctor Cyclops - Borgofondo (World In Sound, 2012)(Heavy Rock)

Doctor Cyclops is een popwer trio uit Bosmenso, dat in het midden van de Appenijnen, Italië, ligt.
De band werd in 2007 opgericht door Christian Draghi - sologitaar en zang en Francesco Filippini - basgitaar, die al vanaf hun jeugd met elkaar bevriend zijn en beiden bezield van muziek.
Toen ook drummer Alessandro Dallera zich bij dit duo voegde was de band een feit.
In 2008 bracht het trio hun eerste demo-EP uit, "The Flying Machines Burning", die 4 nummers bevat, waarvan 2 covers en 2 eigen songs en de band oogste daarmee goede recensies.
Op enkele optredens in 2008 na, startte Doctor Cyclops pas in 2009 live op te treden en in mei van dat jaar stonden ze als voorprogramma van Bill Steer's Firebird en in dezelfde tijd namen ze nog 2 eigen songs op, die ze als single uitbrachten.
In de zomer van 2009 ging de band de studio in om een nummer ("Silver Serpent") voor de soundtrack "Megiddo: The Omega Code" op te nemen, die door 20th Century Fox uitgebracht werd.
Ook bleven ze samenwerken met ander underground bands uit Europa en Italië en toerden met Sidharta door noord-Italië en in 2010 stonden ze voor het eerst in Duitsland op het podium, om hun eerste zelf geproduceerde EP, getiteld "Doctor Cyclops" te promoten, waar hun 5 originele songs op staan plus een live bonus nummer.
Hun CD Borgofondo bevat 7 songs, waarvan "Night Flyer" de eerste is en het begin is meteen stevig, zodat ik weet wat er te verwachten valt.
Er is duidelijk te horen, dat de muziek van de band verwant is aan die van de heavy rock bands uit de jaren 70 en 80 en "Night Flyer" is dan ook een heerlijke heavy rock song.
Het tweede nummer heet "Cyclops Claim" en is een schitterende heavy rock song, die me hier en daar aan de beginperiode van Black Sabbath doet denken, maar door een fantastische tempowisseling hoor ik plotseling een heel andere band, die zelfs licht symfonisch klinkt en nadat de band terugschakelt naar de heavy rock krijg ik weer het beeld op mijn netvlies, dat ik eerst van Doctor Cyclops had.
Ook het 10 minuten durende "Giants Of The Mountain" is een geweldig heavy rock nummer, dat me van begin tot eind weet te boeien door de verschillende tempowisselingen, de plotselinge overschakeling naar progrock en terug en dan het laatste stuk compleet met blazers richting jazz.
Dan volgt er een vrij kort nummer, "Eileen O'Flaherty", dat erg experimenteel begint, maar na deze intro wordt het tempo lekker stevig en mondt het nummer uit in een heerlijke heavy rock song.
Ook "Madness Show" heeft dat zelfde experimentele begin, maar gaat dan over in een blues ritme, dat op zijn beurt over gaat in een prima heavy rock song, waarin een enkele tempowisseling zit. 
"My Revolution" is een schitterende heavy rock song, waarin de band me, qua zang, aan Led Zeppelin doet denken, terwijl het ritme me lichtelijk weet te hypnotiseren.
Het Laatste nummer "The Unquiet Garden" is van hetzelfde laken een pak als de rest van de songs en bevat enkele tempowisselingen, zodat het geheel spannend blijft en stopt dan enkele minuten, om de laatste 50 seconden weer verder te gaan in een heel ander ritme, waarin een vrouwenstem de teksten declareert.
"Borgofondo" is een heerlijke CD voor de heavy rock liefhebber en prima debuut van Doctor Cyclops.



Review: Dirty Fuse - Dirty Fuse (Green Cookie Records, 2012)(surf)

Dirty Fuse uit Athene, Griekenland, ontstond halverwege 2008 toen Duda Victor - gitaar en Chris Kogios - drums gingen samenspelen met Costas F. - basgitaar en tussen 2008 en 2009 trad de band regelmatig op in underground clubs in en rond Athene..
Hun muziek is beïnvloed door Dick Dale en The Ventures, maar ook door de garagerock en nadat de band enkele bezettingswisselingen had ondergaan, werd in 2009 hun eerste officiële nummer "Surf Lady" uitgebracht en via de verzamel CD "Unsigned United" verschenen nog eens 4 nummers ("Lost Riders", "Look Around", "Perfect Device" en "Vu") met Pangiotis Kotsiopoulos als basgitarist, die in 2010 vervangen werd.
In 2010 werd de band uitgebreid met Manos Kisamitakis - saxofoon, John Drake - basgitaar en Kostas Bakoulas - gitaar en 14 december van dat jaar verscheen hun single "Lost Riders".
Gedurende 2011 trad de band regelmatig op in deze nieuwe bezetting en van de zomer tot de winter was Dirty Fuse in de studio te vinden om 12 nummers voor hun eerste volledige CD op te nemen, die in maart 2012 via Green Cookie Records verscheen.
De CD begint met "Your Brain Is Calling", een surfnummer met een up tempo en door het gebruik van de saxofoon krijgt dit een extra dimensie.
Vervolgens hoor ik sterke surf in "Sunset Beach", maar ook hierin weet de band de saxofoon op een schitterende manier in het geheel in te passen.
Daarna volgt "A Blade From Damascus", een puur surf nummer, waar alleen een kort stukje saxofoon in te horen is.
Dan "Broken Wheels", dat natuurlijk door de gitaren gedomineerd wordt, maar ook nu weer speelt de saxofoon een belangrijke rol en dit nummer wordt gevolgd door "Surf Lady", dat verschilt van hun eerste release, doordat de band gebruik maakt van een andere bezetting en de saxofoon prima is toegevoegd.
"Reverb Land" begint spannend en gaat dan over in een schitterend stukje muziek, waarin de band laat horen dat surf ook op een subtiele wijze gespeeld kan worden.
In "Red Moon" spelen drums, saxofoon en in mindere mate de gitaar de hoofdrol en hierin roept Dirty Fuse voor het eerst associaties bij me op met de muziek van Dick Dale.
Dat zelfde heb ik met "Cowgirl Gone Surfing" en ik kan er niet omheen, maar stil blijven zitten is er niet bij.
Ook in "Surfin'Bahia" bewijst Dirty Fuse Dick Dale eer, door in zijn stijl hun muziek te spelen en in "Kite To The Stars" is dat niet anders.
"Black Hole" is een typisch surfnummer, dat net als alle andere swingt als een trein en dit is het eerste nummer waarin de saxofoon volledig ontbreekt.
Het laatste nummer van de CD heet heel toepasselijk "Last Wave" en de begintonen komen me enigszins bekend voor en plotseling schiet me te binnen, dat deze in het nummer "Batman" ook ongeveer zo gespeeld werden.
Dat surfmuziek beperkt is tot een bepaald geluid en ritme hoor ik in alle nummers terug, maar ik had ook niet anders verwacht en toch zitten er door het gebruik van de saxofoon enkel verrassende stukken in.
De CD "Dirty Fuse" klinkt gewoon lekker en wie van surf muziek houdt, zal deze zeker op waarde weten te schatten, want ik kan niet anders concluderen, dat dit een heerlijk stukje muziek is.



Review: StereoKimono - Intergalactic Art Café (Immagnifica / Aereostella, 2012)(progrock)

StereoKimono, die in 1989 werd opgericht, komt uit Bologna, Italië en sinds 1995 bestaat de band in de huidige samenstelling: Antonio Severi - sologitaar en keyboards, Cristina Atzori - drums en percussie en Alex Vittorio - basgitaar en keyboards.
De band debuteerde 25 november 2000 met hun CD "Ki" op het Iridea Records label, die in juli 2003 gevolgd werd door "Primosfera", die via het Immagnifica label verscheen.
Het heeft eventjes geduurd, maar in 2012 is er eindelijk een nieuwe CD van de band uitgekomen, getiteld: "Intergalactic Art Café", waarop 10 nummers te horen zijn en deze zijn net als die van "Primosfera" geproduced door Franz Di Cioccio, die drummer van PFM is.
Tussendoor verscheen StereoKimono met diverse nummers op verscheidene verzamel CD's, onder andere op de CD "Neptunia", waarop veel Italiaanse progrock bands uit de streek rond Bologna te horen zijn.
Hun nieuwe CD opent met het meer dan 11 minuten durende "Fuga", een waanzinnig goed stuk progrock met spacerock invloeden en in up-tempo gespeeld, maar de band schuwt het ook niet om er breaks in te brengen, zodat het geheel erg spannend blijft.
Ook "Space Surfer" klinkt, zoals je het mag verwachten en dat is als een fantastische mix van symfonische rock en spacerock en doordat er blazers in dit nummer gebruikt worden, is er ook enige jazz invloed in door te horen.
Vervolgens krijg ik "Indian Breakfast" te horen, een schitterend symfonisch nummer met tempowisselingen en een lekker swingend ritme.
"Rebus Ä - Il Gioco" is het eerste deel van de trilogie en dit ritmische swingende progrock nummer zit vrij complex in elkaar en hierin valt goed te horen, dat de muziek technisch uitstekend uitgevoerd wordt.
Dan valt er even een hele korte stilte voor het vervolg "Rebus Ä - La Metafora" ingezet wordt en in dit nummer wordt er voor de eerste keer gezongen en wel op zo'n wijze, dat ik even het idee heb, dat dit door progrock legende Arthur Brown gedaan wordt.
Verder zit het nummer weer net zo complex in elkaar als het eerste gedeelte en gaat het na weer een hele korte onderbreking weer door in het derde en dus laatste gedeelte, getiteld "Rebus Ä - La Soluzione", waarin eveneens gezongen wordt en hetzelfde ritme als in deel 1 en 2 aan houdt en daarom blijft dit nummer spannend tot het eind.
Met "Lumacacactus" wordt een heel ander ritme ingezet en in dit vrij commerciële opgezette symfonische nummer, met hoog mee deingehalte, zijn heel licht jazz en blues invloeden hoorbaar.
Het volgende nummer, "The Gnome On The Moon", wordt in een rustig tempo en dito zang gespeeld en klinkt erg spannend door de verschillende tempowisselingen.
Daarna hoor ik het progrock nummer "Zona D'Ombra" dat in een lekker snel tempo gespeeld wordt en funk invloeden bevat, waardoor stil zitten me moeilijk valt.
Als afsluiter krijg ik "Oltre Algon" voorgeschoteld en dit begint erg psychedelisch, maar naar mate de song vordert, gaat het langzaam de richting van spacy progressieve rock op, waarin dan ook ruimtelijke geluiden voorkomen en dat klinkt fantastisch.
De CD "Intergalactic Art Café" klinkt geweldig en is er één om te koesteren en verdient, wat mij betreft het predicaat: Aanrader!






maandag 11 juni 2012

Review: Life's Electric - Trust Me I Am A Doctor (Eigen Beheer, 2012)(Pop Rock)

Life's Electric uit Weert, Zuid-Limburg werd in 2010 opgericht en weet eind dat zelfde jaar meteen producer Jonas Filtenborg (Beef) te strikken om de productie van hun debuut album op zich te nemen.
Die CD is tot stand gekomen door het zogenaamde "crowdfunding", waarbij een groep mensen financiël bijdragen aan een product.
Life's Electric bestaat uit: Ferry Van Der Woude - zang, Michael Schuurmans - toetsen, Michiel Brankaert - gitaar en zang, Michiel Korsten - drums, Jouri Van Thuijl - gitaar en Lars Geuskens - basgitaar en zang.
Voor hun debuut CD "Trust Me I Am A Doctor" werkte de band samen met opkomend striptekenaar Jules Calis, die per nummer een illustratie maakte naar aanleiding van de gesprekken, die hij had met de band over de songs.
De eerste song, "Miss Believe", is een lekker in het gehoor klinkende poprocksong met duidelijk hoorbare jaren 80 invloeden en het volgende nummer "Lie To Me" is eveneens een prima poprocksong in up-tempo gespeeld en heeft een
aanstekelijk ritme.
Vervolgens hoor ik "Don't Stop Me", dat weer richting 80's gaat en ook hierin ligt het tempo vrij hoog, maar voor "Dead But Breathing" verandert de band het ritme en schotelt me een heerlijk swingende rocksong voor.
Daarna hoor ik "Revelations", waarin de band nog steeds in een hoge versnelling speelt en ook dit is weer zo'n lekkere swingende song en in "Losing Game" verandert er eigenlijk weinig, hoewel ik daar toch weer iets sterker de jaren 80 in ontdek.
"Thirteen" blijft, ondanks dat de muziek best lekker klinkt, ook helaas in hetzelfde straatje steken en dat geldt ook voor "Kissed By A Train".
"Debris Flow" is een welkome afwisseling, omdat de band hierin een stukje meer naar de rock gaat en nog steeds wordt het tempo hoog gehouden en ik vraag me af of daar in het laatste nummer van de CD, "Cold Sweat And Shivers"
verandering gaat komen en de band me weet te verrassen met een rustige song, maar dat blijkt valse hoop, want ook in deze song blijft het tempo onverandert.
De debuut CD van Life's Electric is de moeite van het beluisteren zeker waard, alhoewel ik hem persoonlijk een beetje teveel van hetzelfde vind klinken.


Review: Öresund Space Collective - Sleeping With The Sunworm Parts 1-3 (Space Rock Productions, 2011)(spacerock)

Öresund Space Collective is een spacerock band uit Öresund, Denemarken. 
Leidende kracht achter de band is Scott Heller, alias Dr. Space, een Amerikaan, die naar Denemarken verhuisde.
De band is een kollektief, dat regelmatig van bezetting wisselt, waarvan de leden hoofdzakelijk uit Kopenhagen, Denemarken en Malmö, Zweden komen en de vaste kern bestaat uit Scott Heller - synthesizer en Mogens - synthesizer.
De band die op deze CD speelt, bestaat behalve uit Scott en Mogens uit: Magnus - gitaar en synthesizer, Stefan - gitaar, Jock - basgitaar en Kaufmann - drums en percussie.
Öresund Space Collective speelt geïmproviseerde spacerock en dat betekent, dat geen enkel optreden hetzelfde klinkt en deze tiende release bevat slechts 1 lang nummer van 56 minuten, dat voor het gemak in drieën is geknipt.
"Part 1" duurt een kleine 12 minuten en begint rustig maar het ruimtelijke effect zit er al meteen in.
De band brengt me op subtiele wijze in een lichte trance, maar halverwege het nummer wordt dat effect verbroken, doordat de band over schakelt naar een ander ritme, dat feilloos in het 20 minuten durende "Part 2" over gaat.
Hierin hoor je gedurende de eerste 3 minuten hoe scheurende gitaren de boventoon voeren, maar dan maakt de muziek opnieuw een wending en krijg ik een deel dansbare progressieve rock voorgeschoteld, die met de vaart van een sneltrein mijn gehoor binnen scheurt, waarna het ritme van de muziek na verloop van tijd weer verandert en het ruimtelijke meer en meer de overhand begint te krijgen, maar de band nog steeds het snelle tempo vast weet houden.
Na weer een vlekkeloze overgang worden de laatste 23 minuten van "Part 3" ingezet, waarbij het tempo onveranderd blijft, maar na een korte periode merk ik op, dat de muziek toch langzaam aan rustiger en symfonischer wordt en de band blijft die ingeslagen weg een tijdje volgen, maar gaat dan rustig aan weer terug in de richting van de progressieve rock met space invloeden en het hypnotiserende ritme.
De laatste 7 minuten van "Part 3" speelt Öresund Space Collective hun spacerock, waarbij ook progressieve rock aan toe is gevoegd en opnieuw heeft de band me te weten overtuigen van hun kunnen.
Öresund Space Collective kan als geen ander dit soort geïmproviseerde stukken muziek maken en kan als een topband beschouwd worden, die live net zo goed is als op LP/CD.
De CD "Sleeping With The Sunworm" is dan ook van grote klasse en mag bij geen enkele spacerock liefhebber in zijn of haar collectie ontbreken.


Review: The Machine - Calmer Than You Are (Elektrohasch, 2012)(stoner/psychedelic)

The Machine komt uit Rotterdam en bestaat sinds 2007 uit Davy Boogaard - drums, Hans Van Heemst - basgitaar en David Eering - sologitaar en zang.
Verder maakt de band gebruik van andere instrumenten zoals: sitar, darbuku trom, mellotron, percussie en piano.
"Calmer Than You Are" is de vierde CD van The Machine en opvolger van "Drie" (2010, Elektrohasch), "Solar Corona" (2009, Nasoni) en "Shadow Of The Machine" (2007, eigen beheer).
De CD "Calmer Than You Are" bevat 7 nummers, waarvan "Moonward" de eerste is, een progrocksong die traag op gang komt met daarin het psychedelische geluid van de sitar, maar zo halverwege het nummer barst het geweld los en schakelt de band over naar de heavy rock en invloeden van Colour Haze zijn hierin onmiskenbaar, maar na enkele minuten verandert ook dit ritme weer en gooit het trio alle remmen los voor het laatste stuk.
Daarna krijg ik "Sooch" te horen en deze stoner rocksong kent een vrij ééntonig ritme, dat je langzaam in een lichte trance brengt, maar omdat de band enkele tempowisselingen toepast, blijf ik daar niet erg lang in en naarmate de song vordert, wordt de muziek steeds ruiger en mondt tenslotte uit in een soort orgasme.
Pure stoner krijg ik voorgeschoteld in "Grain" en ook "D.O.G." is een 8 minuten durende stoner rocksong, die enkele tempowisselingen bevat, waardoor het nummer tot het einde toe spannend gehouden wordt.
Dan volgt het langste nummer van de CD, getiteld "Sphere (...or kneiter)" en dit is inderdaad een kneiter harde song, waarin diverse tempowisselingen zitten, psychedelische stukken voorkomen, een licht hypnotiserend ritme bevat en een weldaad is om te beluisteren.
"5&4" heet de volgende song en ook nu weer hoor ik dat stevige hypnotiserende stoner ritme van basgitaar en drums, waar doorheen de sologitaar zijn eigen weg gaat en waarmee de band me op mijn stoel weet vast te pinnen.
Als laatste song staat "Repose" op de CD en deze heavy rocksong blijft de ingezette lijn volgen en ook in dit nummer zijn de invloeden van Stefan Koglek (Colour Haze) duidelijk merkbaar.
"Calmer Than You Are" is een prima CD geworden en de band heeft daarmee weer een stap gezet om uit te groeien tot één van de betere in hun genre.


Review: Electric Moon / Glowsun - Sun And Moon (split LP)(Sulatron, 2011)(Stoner/Psychedelisch)

De Duitse band Electric Moon, uit Fulda, Hesse, begon in 2009 als een nieuw project van multi instrumentalist Sula Bassana.
Samen met Komet Lulu - basgitaar, effecten en Pablo Carneval - drums, samples vormt hij de band, die lange psychedelische geïmproviseerde nummers speelt.
Hun eerste CD "Lunatics" verscheen eind september 2010 via het Nasoni Records label en sindsdien brengt Electric Moon met de regelmaat van de klok CD's en LP's uit, zowel via Nasoni alswel via het eigen Sulatron label, waarvan de gelimiteerde Split LP "Sun And Moon" 15 oktober 2011 als zevende werd uitgebracht door het Sulatron label in een oplage van 500 stuks.
De Franse band Glowsun, uit Lille, bestaat al vanaf 1997 en werd door Johan Jaccob - gitaar opgericht.
Net als Electric Moon is het een trio, dat ten tijde van de oprichting verder bestond uit: Mickael Duham -
basgitaar en Yann Duvivier - drums.
In die formatie bracht de band in 1999 hun eerste demo, getiteld "Inside The Sun", in een beperkte oplage van 50 stuks uit.
In 2003, het jaar waarin hun tweede demo "Escape From Hell" uitkwam, verliet drummer Duvivier de band en werd vervangen door Fabrice Cornille, waarna Jaccob de band de naam Kallima gaf en in september dat jaar kwam de volgend bandwisseling, want basgitarist Mickael Duham stapte op, zodat Johan en Fabrice als duo over bleven en hij werd pas in 2004 vervangen door Ronan Chiron, die eerder samen met Fabrice in de band Attack Of The Mutant Camels speelde.
Vanaf dat moment was Glowsun een feit en eind 2005 nam de nieuwe Glowsun hun derde demo "Lost Love" op, die via het Electrikbox label verscheen, waarna ze de twee jaar, die erop volgden, 50 optredens deden in uiteenlopende plaatsen en landen, zoals tijdens het underground festival te Geneve, Zwitserland en Buzzfest in België.
Sinds begin 2008 werkte de band hard aan hun debuut LP "The Sundering", die door Buzzville Records in dat jaar uitgebracht werd.
De jaren daarna trad Glowsun regelmatig op, onder andere in de zomer van 2011 op het Yellowstock festival te Geel, België, waar ook Electric Moon optrad en de beide bands staan nu dus op deze split LP, waarvan Glowsun met 3 nummers en Electric Moon met 2.
Het openingsnummer van Glowsun heet "Death's Face" en is een geweldig stukje psychedelische stonerrock, dat rustig en spacy begint en de band bouwt hierin het tempo langzaam op tot een nummer waar de vonken van af spatten en meteen weet ik, dat ik meer van deze band wil horen.
Ook het volgende nummer, "Lost Soul", begint rustig en wordt steeds steviger en de band laat daarmee een prima stonerrock nummer horen.
In "Monkey Time" krijg ik even het idee, dat ik in een vogelparadijs beland ben, maar nadat de gitaar inzet, weet ik, dat ik gewoon nog naar Glowsun aan het luisteren ben en dat de stonerrock klanken mijn aandacht volledig opslurpen en zie dan je hoofd maar eens stil te houden.
Dan is het tijd voor Electric Sun, die vanaf het begin al lekker uitpakken met "Trip Trip Trip" en daar heb ik
geen drugs voor nodig, want deze fantastische spacy stonerrock stijgt meteen al naar mijn hoofd en de muziek heeft me dan ook volkomen in de ban.
Het tweede nummer en tevens laatste, heet "Lost And Found Souls" is een hypnotiserend stuk stonerrock, dat 14 en een halve minuut duurt en me aan mijn stoel gekluisterd houdt.



Review: Thee Jones Bones - Stones Of Revolution (Il Verso Del Cinghiale Records, 2012)(powerrock)

Het Italiaanse powerrock trio Thee Jones Bones startte in 2001 als rock & roll band en nadat er in de loop der jaren verscheidene bezettingswisselingen waren geweest, besloot oprichter Luca Ducoli (alias Screaming Luke Duke) samen met Domenico Ducoli (alias Brian Mec Lee) - gitaar en Paolo Gheza (alias Paul Gheeza) - drums de nieuwe band te vormen.
Van 2006 tot 2011 deden ze ruim 300 optredens en speelden met o.a. Dome La Muerte & The Diggers, The A-Bones, Mojomatics, 59ers, Legendary Kid Combo, Los Fuocos en andere artiesten.
In 2012 bracht de band hun nieuwe CD "Stones Of Revolution" uit via het Il Verso Del Cinghiale Records label met daarop 11 nummers.
De CD begint met "Free", een prachtige akoestisch gespeelde 7 minuten durende song, waarin een enkele tempowisseling zit en de ingetogen zang het geheel prima opvult.
Vervolgens lijkt de band het roer compleet om te gooien en krijg ik het ruige "Alright For You" te horen, een song die in de richting van de muziek van Iggy And The Stooges gaat.
Daarna hoor ik "Out Of Cync", eveneens een heerlijke ruige garagerocksong, die gevolgd wordt door "All For The Money",een rocksong die invloeden van country en blues bevat en hier en daar aan een ouder nummer van the Rolling Stones doet denken.
Dan is het tijd voor een langere song, getiteld "Help Me", waarin gebruik gemaakt wordt van een blazersectie.
Dit nummer klinkt vrij commerciël, maar is desondanks toch een prima rocksong.
In "Lost Cause" gaat de band terug naar de garagerock / powerrock van begin jaren 80 en ook dit is weer zo'n lekker in het gehoor liggende rocksong, die je na enkele keren luisteren al mee kan zingen.
"Leave This City" is een schitterende pure bluessong en Thee Jones Bones laat hiermee horen, waar hun roots liggen.
Met "Everything" laat de band een uitstekende progressieve rocksong horen, die in vrij traag tempo gespeeld wordt, die naar het eind toe door de sologitarist naar een climax gespeeld wordt.
Vervolgens krijg ik "Thinkin' About" te horen en dit is een prima recht toe recht aan rocksong, die gevolgd wordt door "Weekly In Love", eveneens een prima rocksong en met "Woody's Walk" een lekker bluesy nummer, dat me hier en daar aan Herman Brood & His Wild Romance doet denken, sluit de band de CD op waardige wijze af.



maandag 4 juni 2012

Review: Vibravoid - Gravity Zero (Sulatron, 2012)(psychedelische rock)

"Gravity Zero" is het zesde lange studio album van de uit Dusseldorf afkomstige Vibravoid en is kort na het verschijnen van hun vorige CD "Minddrugs", uit 2011, uitgebracht.
De band werd in 2000 opgericht en bestaat uit: Christian Koch - zang en sologitaar, Robert Braune - drums en M. Lammert - basgitaar en de band heeft zich muzikaal laten inspireren door o.a. (een vroege) Pink Floyd, Electric Prunes, Strawberry Alarm Clock en Spacemen 3 en talloze psychedelische progressieve rock bands.
Sinds 2000 hebben ze diverse LP's en CD's uitgebracht via verschillende labels, zoals: Triggerfish, Nasoni, Anzitisi Records, Krauted Mind Records, Herzberg Verlag en Sulatron, waar ook deze nieuwe CD dus op uit is.
De LP "Gravity Zero", die in november 2011 opgenomen is, bevat 9 songs, maar op de CD staan 2 nummers extra.
Het openingsnummer "Gravitation Zero" duurt meer dan dertien minuten, waarbij de eerste tonen me meteen laten  weten, dat mijn hoofd gevuld gaat worden met psychedelische klanken, waarbij de band de controle overneemt, want dat roept dit nummer meteen bij me op en ik laat me dan ook gewillig meevoeren met dit fantastische stuk muziek, dat diverse tempowisselingen kent.
Vervolgens krijgt de band me in beweging met "No Silver Bird", waaraan een extra element is toevoegt; dance.
"Photosynthesis In Darkness" is een geweldige spacerocksong, waarbij stil zitten onmogelijk is, maar met het korte "Travelling Without Moving", weet Vibravoid me weer op het puntje van mijn stoel te krijgen en zijn mijn oren weer gespitst om maar zo min mogelijk van deze psychedelische tonen te missen.
Dan volgen "Eruptions Of The Green Sun", een stevige psychedelische progrocksong en de Eddie Cochran cover "Shotgun Wedding", een heerlijke psychedelische bewerking van dit nummer, die swingt als een trein.
Terug naar de psychedelische spacerock wordt gegaan met "Get Out Of Here" en hierin ligt het tempo redelijk hoog, waarbij ook dance invloeden hoorbaar zijn en het dan ook niet verwonderlijk, dat ik op mijn stoel zit mee te bewegen.
De tweede cover is een song van H.P.Lovecraft en heet "The White Ship", maar ook nu weer geeft de band daar een geheel eigen draai aan en  dit psychedelische nummer wordt in een vrij laag tempo gespeeld.
"Brainplane" is behalve psychedelisch ook erg experimenteel en dat laatste voert de boventoon en eerlijkheidshalve moet ik opmerken, dat ik daardoor dit het minste nummer van de CD vind.
Dan volgen de bonustracks, die dus niet op de LP versie staan en de eerste daarvan heet "La Vie En Dusseldorf", een song, die aan de muziek van Kraftwerk doet denken, waarna de CD afgesloten wordt door het bijna 11 minuten durende "Radiation Zero", een erg experimenteel nummer, waarin de band helemaal los lijkt te gaan en zonder remmen hun psychedelische klanken de ruimte in schiet.
Vibravoid heeft zich met deze nieuwe LP/CD weer eens overtroffen en laat horen tot de top van dit genre te behoren.


Review: Outopsya - Fake (2CD Lizard Open Mind, 2011)(Progrock/Experimenteel/Elektronisch)

Outopsy is afgeleid van OUT Of PSYchical Activity en de hoofdletters achter elkaar vormen dus de naam van de band, die in 2003 te Rovereto, Trento, Italië werd opgericht en deze startte in eerste instantie als een instrumentaal trio, waarvan Luca Vianini - gitaar, zang, synthesizer en drums en Evan Mazzucchi - basgitaar en cello de oprichters waren en de computer als derde lid fungeerde.
Verscheiden andere muzikanten speelden met dit project mee gedurende de jaren en de band verwerkt verschillende stijlen in hun muziek, zoals o.a.: jazz, metal, klassiek, experimentele rock en progrock.
Hun debuut album "Sum" verscheen in het najaar van 2009 via het Videoradio label, maar voor die tijd bracht de band al verscheidene demo-CD's uit, waarvan "Out Of Psychical Activity" in 2003, "Demo 504" in 2004, "LiveDemoN 205 in 2005 en "Frames of Our MadNess" in 2006, plus de DVD "Der Golem Live" in 2007 onder de naam OUTOPSYA ENSEMBLE.
Daarbij maakten ze live de muziek bij de "stomme" film Der Golem uit 1920 in Piaza del Municipio te Pergine.
In 2011 verscheen hun tweede CD, "Fake" een dubbelaar, via het Lizard Open Mind label met daarop 22 nummers.
De muziek was eigenlijk bedoeld om als soundtrack voor de Amerikaanse "stomme" horror film The Phantom Of The Opera uit 1925 te dienen, maar omdat het door copyright zaken niet mogelijk was, de film bij hun muziek te verpakken werd besloten om alleen de CD uit te brengen.
Het was echter de bedoeling om de CD als 1 lang nummer uit te brengen, maar omdat dit 90 minuten durende nummer te lang voor 1 CD was, werd besloten het op 2 te doen en het daarbij 2 verschillende kleuren te geven; Violet voor CD 1 en Zwart voor CD 2.
Part 1 (Violet) start met "Useless, Fake & Aweful", dat bestaat uit een schitterend hypnotiserend synthesizer geluid met gedeclareerde teksten en over gaat in "Engage", een fantastisch experimenteel stukje elektronische muziek, dat tegen het eind dansbaar wordt.
Vervolgens "Rays, Rays, Rays", experimenteel en jazzy gemixt met een dance ritme en progrock en ook dit klinkt schitterend, waarna er 3 korte nummers volgen en "Engage (reprise)", experimentele dance, is daar de eerste van.
Dan volgen het zeer experimentele "Noh", waarin vervormde stemmen plus bellen het nummer maken en "99% Of People Will skip", een zwaar stukje elektronische muziek, dat over gaat in "Nausia" een stuk heerlijk experimenteel op piano met als achtergrond hijgende en allerlei vreemde andere geluiden.
Daarna "Phantom", een geweldig gezongen stuk progrock, waarin de gitaar een belangrijke rol speelt  en dat op het laatste stuk in totale elektronische chaos uitmondt en verder gaat in het langste nummer van part 1, getiteld "Lilies", dat zo'n 15 minuten duurt en net als de kortere nummers erg experimenteel klinkt en ook hierin vindt weer van alles plaats en er zelfs ruimte voor een prima stukje symfonische pop.
"My joy" vervolgt het prachtige symfonische einde en het laatste nummer "Insane" van "Violet" is een heerlijke zware progrocksong met experimentele randjes.
Op Part 2 (Black) staan evenveel nummers als op Violet, 11 dus en de eerste daarvan heet "The Word Has Been", een elektronische progrocksong met een vrij monotoon, maar erg spannend klinkend ritme, waar doorheen andere ritmes gespeeld worden en dit nummer wordt gevolgd door "Anxious", een heel heerlijke rustige soundscape gespeeld op gitaar en basgitaar.
Vervolgens "Enter The Brain", dat een lekkere symfonisch nummer is en het daarop volgende "Lanterns" is een schitterend progrocknummer met symfonische en elektronische invloeden.
"Loving You Sick (Part 1)" is het langste nummer van Black, dat 6 minuten duurt, waarin de band heavy rock, dance, symfonisch en elektronisch met elkaar verbindt en vakkundig tot één geheel smeedt.
Daarna hoor ik "Khen", een lekker elektronisch stuk experimentele muziek, dat over gaat in een korte heavy rocksong, getiteld "Virus", waarna ik "Loving Heat" te horen krijg, een prima klinkende rocksong, die iets naamr heavy rock neigt.
Dan volgen "Khen Khen", dat vrij experimenteel is en "Enter The Heart", dat experimenteel symfonisch is en als afsluiter hoor ik "Loving You Sick Part 2", dat net als part 1, een mix is van dance, elektronische, symfonische en heavy rock en dus geweldig klinkt.
De CD "Fake" van Outopsya zit meesterlijk in elkaar en verveelt geen moment, integendeel, dit is één van de spannendste CD's, die ik in jaren heb beluisterd.





Review: Darxtar - Aged To Perfection (Transubstans, 2012)(progrock/spacerock)

"Aged To Perfection" is het zevende album van de Zweedse band Darxtar en hun eerste op het Transubstans label, dat eveneens uit Zweden komt.
De band begon in 1989 als een eenmans project, maar groeide uit tot een volwaardige band en bracht sinds hun beginperiode met de regelmaat van de klok CD's uit, waarvan de eerste, simpel getiteld "Darxtar", in 1991, die een oplage had van 1000 exemplaren.
Daarna volgden "Darker" (700 stuks, 1993), "Daybreak" (1000 stuks, 1994), "Sju" (1000 stuks, 1996), "Tombola" (2001), "We Came Too Late" (2005) en in 1997 verscheen er een officiële bootleg CD-R, waarop Nik Turner (Hawkwind) meespeelt in een zeer beperkte oplage van 100 genummerde exemplaren.
Verder brachten verscheidene labels in de loop der jaren verzamel CD's uit, waar de band met 1 of meerdere nummers op te horen is.
Darxtar bestaat tegenwoordig uit: K. Soren Bengtsson - zang en gitaar, Marcus Pehrsson - basgitaar en zang, Patric Danielsson - drums en zang, Per Hillblom - synthesizer en keyboards en Fredrik Sundkvist - viool.
De CD "Aged To Perfection" bevat 8 nummers en start met de titelsong, een heerlijke rustige song met ruimtelijke  geluiden, waarin ook de viool een grote rol speelt.
Hierna volgt het eveneens rustige "In Green Heat", dat een schitterende popsong is met een aanstekelijk ritme en ook hierin zitten de nodige invloeden van spacerock verweven.
"Mörkret" is experimenteel en onheilspellend en loopt vlekkeloos over in "Tired Nature" een fantastische song, die het midden houdt tussen een spacerock nummer van Hawkwind uit hun begin periode en een progressieve rocksong.
Vervolgens krijg ik "Some Things" voorgeschoteld, dat een erg prachtige rustige song is met symfonische invloeden.
Daarna krijg ik "In A Time" te horen, dat eveneens erg rustig is, maar omdat de muziek, die hierop trouwens veel weg heeft van die van Porcupine Tree, op een zeer spannende manier gespeeld wordt, wordt dit nummer een genot om te beluisteren.
Ook met "Moving Along", waarin het tempo iets opgevoerd wordt en waarin verscheidene tempowisselingen voorkomen, weet de band me volkomen te boeien met hun aan spacerock verwante muziek.
Als laatste nummer krijg ik "Fiska Pä Gräsmattan" te horen, een bijna 12 minuten durende progressieve rocksong, die in een monotoon ritme gespeeld wordt, waardoor een hypnotiserend effect gecreeërd wordt en daar door heen stukken spacerock en experimentele rock.
Darxtar heeft met "Aged To Perfection" een grandioos stuk muziek afgeleverd, dat wat mij betreft tot de beste van 2012 gerekend kan worden.


Review: Ugh! - Waste (Elektrohasch, 2012)(garagerock/stoner/noise)

"Waste" is de vierde CD van de uit München afkomstige band Ugh! en de derde die via het Elektrohasch label verschijnt.
Eerder verschenen "Metaustrat" (2003) en "Meat Fairies"(2005) via dit label.
De band bestaat uit: Tim Höfer - drums, Christian Sonnberger - basgitaar en zang en Martin Tagar - sologitaar.
Op "Heat", "Suck" en "Kite" speelt Buckhard Gottmanns sologitaar en verder werken nog Ruben Defendi (viool op Ash), Sandra M 'Sam'(achtergrondzang op One Second) en Mario Knapp (gitaar-fx op One Second) mee.
De CD, die in 2011 opgenomen werd en in de ARA Tonstudio te München werd gemixt, bevat 12 songs volgens de hoesinfo, maar één van de songs (het vijfde nummer, "Suck") ontbreekt op de CD.
"Trunk" heet de eerste song en met dit nummer laat Ugh! me meteen horen, wat ik van deze CD verwachten kan en dat is stevige rock in de stijl van Jesus Lizard, Zen Guerilla en Unsane, dat staat als een huis.
In "Mine" wordt er mix tussen garagerock, stoner en noise gemaakt, gaat het tempo een stukje omhoog en worden mijn gehoor en hersenen geteisterd door heavy onverstaanbare zang en scheurend gitaarwerk en heftige drums, maar ook daar geniet ik van.
Dat krijgt een vervolg in "Tar", waarvan ook nu gedeeltes van de tekst me ontgaan, maar de muziek die de band speelt maakt een hoop goed en dit ruige rocknummer wordt met zoveel overgave gespeeld, dat je niet anders kan, dan genieten van deze song.
"Heat" is een stukje rustiger en hierin laat de band horen ook op een andere manier muziek te kunnen spelen, want dit is een song, die door het gebruik van hammond orgel en hypnotiserend ritme, richting psychedelische rock gaat.
Dan volgt "Ira", een kort nummer, dat tegen de punk aan zit en in sneltrein tempo gespeeld wordt, waarna de laatste dertig seconden de rem er op gezet wordt.
Zware dreigende tonen krijg ik te horen in "Starve" en die blijven het hele nummer door domineren, hoewel er toch regelmatig tempowisselingen in deze song plaatsvinden.
Hardrock is er te horen in "Down" en "Kite" is een geweldig stukje instrumentale progressieve rock, dat een beetje in de stijl van Colour Haze terecht komt.
Daarna volgt "One Second", dat een stevige stonerrocksong is, die in up-tempo gespeeld wordt en naar hardrock neigt, waarbij het eentonige ritme redelijk hypnotiserend werkt.
Vervolgens krijg ik vrij stevige stonerrock te horen in "Ash", waarin diverse tempowisselingen zitten en daarom dus geen moment verveeld.
Als afsluiter van de CD hoor je het bijna twaalf minuten durende "Manhole" een fantastische progrocksong, waarin
het hypnotiserende ritme van de basgitaar en drums de boventoon voeren, terwijl de gitaar er soms dwars tegenin gaat en de zang me met het ritme meevoert.
Er is na beluistering van "Waste" maar één conclusie en dat is, dat dit een waar meesterwerkje is.






Review: Ivy Garden Of The Desert - Blood Is Love (Nasoni, 2012)(Stoner)

Ivy Garden Of The Desert, uit het noorden van Italië, ontstond in 2008 toen Paolo Martini - basgitaar, Andrea Dal Broi - drums en percussie en Diego Bizzaro - gitaar en zang gingen samenspelen en besloten hun eigen muziek te gaan maken, die geïnspireed was op hun kijk op de wereld, hun dromen, hun verlangens en de muziek die hun hart had veroverd.
De band probeert zoveel mogelijk hun eigen geluid daarin te creëeren en nieuwe muziekvormen te ontwikkelen met invloeden van o.a. Kyuss, Fu Manchu, Nebula, Motorpsycho, Monster Magnet, Toner Low en andere stoner, doom bands.
"Blood Is Love" is hun tweede CD en de opvolger van "Docile", die in 2011 eveneens via Nasoni verscheen.
De nummers zijn in februari en maart 2012 opgenomen in de Outside Inside Studio in Italië en gemasterd door de Amerikaan Carl Saff uit Chicago, Illinois.
Bevatte hun eerste CD "Docile" 4 lange nummers, deze opvolger en deel 2 in de trilogie, heeft 6 kortere.
Het openingsnummer "Viscera" laat meteen horen, dat de band lekkere stevige stoner-rock speelt en in deze song, die bijna 6 minuten duurt, zitten verscheiden tempowisselingen en een geweldig hypnotiserend einde.
De volgende song heet "A Golden Rod For This Virgin" en zet het stevige ritme voort en ook dit nummer kent de nodige tempowisselingen.
Daarna krijg je het schitterende instrumentale "Weasel In Poultrey Pen" voorgeschoteld, waarin de band het tempo een stukje opvoert.
"Ghost Station" is een nummer, dat me vanaf het begin al weet te pakken door de geluiden van trein en water en de daarop volgende zware tonen, die met dreigende zang het nummer een heerlijke duistere uitstraling geven.
In "1991", dat op single verschijnt, speelt de band in een vrij toegankelijk ritme, met dito zang en hierbij is het moeilijk niet mee te gaan bewegen, maar desondanks blijft het een prima stevige stonerrocksong, die vlekkeloos over gaat in het langste en tevens laatste nummer van de CD, getiteld "Clicine".
Dit is voor mij het beste nummer, dat hypnotiserend begint en uitgroeit tot een fantastisch ijzersterke song, die  me van begin tot eind op mijn stoel gekluisterd houdt.
Deel 2 van de trilogie is een must voor alle stoner liefhebbers en de band kan zich wat mij betreft in het rijtje van de betere stoner bands scharen.