James Robert Williamson werd op 29 oktober 1949 te Lawton, Oklahoma geboren en begon op zijn dertiende jaar met het leren spelen op gitaar.
Een jaar later verhuisde hij naar Detroit, waar hij zijn buur jongen Ken Black leerde kennen, die op een elektrische gitaar speelde en hem les gaf.
Aan het einde van de zomer van 1963 kreeg hij een elektrische gitaar en het jaar daarna vormde hij samen met zijn schoolvriend Scott Richardson zijn eerste band "The Chosen Few", die covers speelden van The Rolling Stones en andere bands.
Na onenigheid met zijn stiefvader over de lengte van zijn haar, kwam hij in een jeugdhuis terecht en in 1966 woonde hij in een kleine plaats ongeveer 130 km boven New York, waar hij in de band The Coba Seas speelde, die hij mede had opgericht en met deze band maakte hij zijn eerste opnamen.
In één van de latere formaties van The Chosen Few was Ron Asheton de basgitarist, maar die zou niet lang in de band blijven en als gitarist The Stooges oprichten, samen met zijn broer Scott, Iggy Pop en Dave Alexander.
In 1969, nadat hij geslaagd was voor High School, reisde James naar New York om contact te zoeken met The Stooges, die hun debuut album onder leiding van John Cale (Velvet Underground) maakten en in 1970 kwam hij als tweede sologitarist bij de band.
Door drugs problemen, waardoor hij hepatitis kreeg, verhuisde James terug naar Detroit en de demo opnamen, die in die periode gemaakt waren, kwamen uit op single of EP, waaronder The Stooges nummers "I Got A Right" en "Gimme Some Skin".
David Bowie gaf, in 1972, Iggy Pop en James een kans om in Londen op te nemen en omdat het hem niet lukte andere geschikte muzikanten te vinden, vroegen ze de Asheton broers hen te helpen, waarbij Ron overstapte naar basgitaar en in deze bezetting nam de band het album "Raw Power" op.
Na een samenwerking met Iggy in 1975 van een demo versie voor een nieuw album, dat door John Cale geproduceerd werd, verscheen in 1977 de LP "Kill City" ondanks bedenkingen van Iggy.
In 1979 was James betrokken bij Iggy Pop's derde solo album "New Values", waarvoor hij gezamenlijk met Iggy de teksten schreef, zong, gitaar speelde en de productie deed en waaraan voormalig Stooges multi-instrumentalist Scott Thurston meewerkte, die sologitaar op het album speelde.
Vervolgens werkte hij mee aan Iggy's volgende LP "Soldier", waarna hij geen contact meer met hem had gedurende 16 jaar, om zich op zijn elektronica carriere te gaan concentreren en in 1982 ontving hij hiervoor een ingenieursdiploma voor dat vak van California State Polytechnic University, Pomona.
Vervolgens verhuisde hij dat jaar naar Silicon Valley om, 15 jaar lang, te gaan werken voor Advanced Micro Devices te San Jose, California, waar hij computer chips ontwierp.
Daarna werd hij als vice president voor technische zaken ingehuurd door Sony en was betrokken bij de ontwikkeling van Blu-ray, totdat hij in 2009, doordat Sony hem uitkocht, met vervroegd pensioen ging.
Na de dood van Ron Aheton, in 2009, kwam hij opnieuw in The Stooges terecht en oefende voor de live optredens met de uit San Jose afkomstige band The Careless Hearts, die hem begeleidden bij zijn eerste live optreden in 35 jaar, dat gehouden werd in The Blank Club te San Jose, Californië op 5 september 2009.
Daarvan werden opnamen gemaakt en verscheen er in juni 2010 een CD + DVD onder de naam "James Williamson with Careless Hearts".
Het eerste reünie concert van The Stooges vond plaats op 7 november 2009 te São Paulo, Brazilië , waar de band nummers van "Raw Power" en Iggy's solo albums speelde en in maart 2010 werden The Stooges opgenomen in The Rock & Roll Hall Of Fame, waar ze "Search and Destroy" van het album "Raw Power" speelden met Scott Thurston als pianist.
De leden, die live als The Stooges optreden zijn: James Williamson - sologitaar, Steve Mackay - saxofoon, Mike Watt - basgitaar en Toby Dammit - drums.
Omdat ze besloten een jaar geen optredens te doen, namen ze nummers op, die door James en Iggy in de periode 1973-1974 geschreven werden voor de opvolger van "Raw Power", maar niet uitgebracht werden en nodigden ze een aantal gastmuzikanten uit, om de zang in die nummers te verzorgen.
Het resultaat is te beluisteren op de LP/CD "Re-Licked", waar 16 songs op staan en deze gaat vergezeld van een DVD, waarop te zien is hoe het er in de studio toeging, plus een 24 pagina's tellend boekje met foto's en uitleg wie er op de desbetreffende songs spelen, terwijl de digitale versie eveneens dit boekje in digitale vorm bevat.
Het album start met "Head On The Curve", waarin Jello Biafra de zang voor zijn rekening neemt en hierin krijg ik een een schitterende swingende punk song te horen, die in een vrij hoog tempo gespeeld wordt.
Daarna hoor ik het door Carolyn Wonderland gezongen "Open Up And Bleed", een heerlijke rustige rock ballad, die gevolgd wordt door "Scene Of The Crime" met zang van Bobby Gillespie en hierin laat de band me een uitstekende rock song in de stijl van The Stooges horen.
Dan volgt Ariel Pink met "She Creatures Of The Hollywood Hills" en daarin hoor ik een swingende rock song met een terug kerend ritme en jazz invloeden, waarna ik Alison Mossheart de prima ballad "'Til The End Of The Night" hoor zingen.
In "I Got A Right" zingt Lisa Kekaula een een fantastische mix van hardrock en rock & roll, die in een hoog tempo uitgevoerd wordt, gevolgd door "Joe Cardamone met "Pin Poin Eyes", waarin ik een lekker in het gehoor klinkende mix van van blues en punk te horen krijg en in een gemiddeld tempo gespeeld wordt.
Het volgende nummer heet "Wild Love" en wordt door Mark Lanegan en Alison Mossheart vertolkt en hierin laat het duo me een prima stukje samenzang horen in een dito rock song, waarna ik Ron Young "Rubber Leg" hoor zingen, dat me sterk aan de muziek van The New York Dolls doet denken en deze song swingt dan ook als een trein. (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Vervolgens laat Mario Cuomo me een mooie rustige rock song horen, getiteld "I'm Sick Of You", die halverwege de song een stuk heftiger wordt en het nummer meer op een song van The Stooges lijkt.
De laatste 6 nummers zijn B-kanten, bonussongs en alternatieve versies, waarvan het door Carolyn Wonderland gezongen "Gimme Some Skin" de eerste is en hierin krijg ik een waanzinnig goede swingende snelle rock song te horen, waarbij het onmogelijk is stil te blijven zitten.
In "Cock In My Pocket" laat Nicke Andersson me een geweldige ruige rock & roll uitvoering van deze song horen en in "Heavy Liquid" hoor ik Lisa Kekaula een fantastische versie van dit nummer zingen, waarin haar stem op die van een jonge Tina Turner lijkt.
"Wet In My Bed", dat door The Richmond Sluts gezongen wordt is een rock & roll song in de stijl van The New York Dolls met invloeden van Jerry Lee Lewis en de uitvoering van Gary Floyd van "Cock In My Pocket" is iets minder ruig dan de eerste, maar klinkt desondanks uitstekend.
Het laatste nummer van de LP/CD heet "Rubber Leg" en wordt door Jim Thurlwell (Cint Ruin, Foetus) in een swingende rauwe versie ten gehore gebracht.
James Williamson is er met "Re-Licked" naar mijn mening uitstekend in geslaagd een geweldig album af te leveren, waarin de songs de tand des tijds glorierijk hebben doorstaan en ik kan dit album dan ook voor de volle 100% aanraden aan elke liefhebber van rock muziek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten