maandag 25 april 2016

Review: Öresund Space Collective - Ode To A Black Hole (Space Rock Productions, 2016) (Synthesizer Drones / Progressieve Rock)

Öresund Space Collective is een spacerock band uit Öresund, Denemarken, die sinds 2004 actief is en uit ongeveer 20 muzikanten bestaat en een muzikale mix maakt van improvisaties, funk, reggae, jazz en spacerock, wat betekent, dat geen enkel optreden hetzelfde klinkt.
Leidende kracht achter de band is Scott Heller, alias Dr. Space, een Amerikaan, die naar Denemarken verhuisde.
De band is een collectief, dat regelmatig van bezetting wisselt, waarvan de leden hoofdzakelijk uit Kopenhagen, Denemarken en Malmö, Zweden komen en de vaste kern bestaat uit Scott Heller, alias Dr. Space - synthesizer en Mogens - synthesizer.
Op het album Ode To A Black Hole, dat reeds het 57ste van de band is en tijdens dezelfde sessie als hun vorige verschenen album, "Different Creatures", in de Black Tornado Studio te Kopenhagen, Denemarken tussen 24 en 26 oktober 2014 is opgenomen, bestaat Öresund Space Collective uit: Dr.Space - synthesizers, Hasse - basgitaar en doundouns, Alex - drums en percussie, Mattias - sologitaar en pedal steelgitaar, KG - sitar en synthesizer, Jonas - Hammond orgel, synthesizer, elektrische piano en sologitaar, Jonathan - sologitaar, viool, theremin, Hammond orgel en elektrische mandoline en Mats - solo- en basgitaar.
Het album, dat weer via Scott's eigen Space Rock Productions label is uitgebracht, is in een beperkte vinyl oplage van 500 stuks verschenen, waarvan er 100 stuks op paars vinyl, 200 stuks op magenta vinyl en 200 stuks op zwart vinyl zijn geperst, terwijl van de CD uitgave er eveneens maar 500 zijn gemaakt.
"Ode To A Black Hole", waarbij de band zich muzikaal sterk heeft laten inspireren door die van de Engelse band Bong, bevat slechts 2 nummers, waarvan kant-A "Ode To The Black Hole Part 1" en kant-B "Ode To The Black Hole Part 2" heet.

In "Ode To The Black Hole Part 1", dat bijna 27 minuten duurt, krijg ik een verrukkelijk stuk muziek te horen, dat vol staat met heerlijke hypnotiserende klanken van synthesizer drones, gitaren, orgel en rustige, maar doordringende, sjamanistische drums ritmes en daardoor kom ik in lichte trance, waarmee de band me van begin tot einde in de ban van hun muziek weet te houden. (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Zonder dat ik het gemerkt heb is het nummer op de CD over gegaan in "Ode To The Black Hole Part 2", dat eveneens bijna 27 minuten duurt en blijf ik dus in een lichte trance.
Ongeveer halverwege het nummer wordt de muziek iets heftiger en chaotischer en komen er meer spacerock elementen in voor, maar blijft het doordringende drums ritme gehandhaafd, totdat de band besluit het roer totaal om te gooien en over gaat in het maken van trage zware hypnotiserende progressieve rock en daarmee dit fantastische album op passende wijze afsluit.

Öresund Space Collective heeft me met "Ode To A Black Hole" totaal overrompeld en me bijna een uur aan mijn stoel gekluisterd weten te houden met hun hypnotiserende klanken en ik kan iedere liefhebber van progressieve rock, synthesizer drones en sjamanistische muziek, dit meesterwerk dan ook ten zeerste aanraden.




Review: Marco Ragni - Land Of Blue Echoes (Melodic Revolution Records, 2016) (Progressieve Rock)

Marco Ragni uit Rovigo, Italië, begon in 1975, op zijn zesde, met het spelen van muziek, toen hij een keyboard kreeg, waarna er later de liefde voor het zingen bij kwam, doordat hij gefascineerd raakte door de vocale kwaliteiten van The Beatles.
Op zijn 17e was hij sterk beïnvloed door de hippie scene, Pink Floyd en alle progressieve rock uit de jaren 70 en nam hij zijn eerste psychedelische muziek op en verschenen zijn eerste albums "Kaleido" (1987) en "Illumination"(1988).
In 1990 sloot hij zich aan bij de band Deshuesada, waarmee hij 2 albums maakte en van 1992 tot 1998 diverse optredens in Italië deed, waarna hij enkele jaren als solo artiest verder ging, om in 2000 in de band The Quartafila te gaan spelen, die later hun naam in Heza veranderde en met deze band maakte hij 3 albums.
Van 2006 tot eind 2008 speelde hij in een psychedelische funk band, genaamd The Mokers en maakte met hen het album "Don't Forget The Music", waarna hij in januari 2009 opnieuw solo verder ging en een contract kreeg bij het Crow Records label, die in 2010 zijn eerste solo album "In My Eyes” uitbracht.
Vervolgens verschenen: "Live At The House Of Thunder" (live in Il Mulino te Lugano, Zwitserland met The Velvet Cactus Band) (Crow Records, 2011), "1969" (Crow Records, 2011), "Lilac Days" (Crow Records, 2012), "Psychedelicious" (The Celebration Of 20 Years’ Career met onuitgebracht materiaal, B-kanten en singles) (Crow Records 2013), "On Air - Live Unplugged" (Crow Records 2013), "Mother From The Sun" (2CD, Melodic Revolution Records, 2014), "Hidden Sun" (alternatieve versies en demo's van de "Mother From The Sun" sessies) (Melodic Revolution Records, 2015), "The Trip Goes On - Live 2015" (limited edition live bootleg serie, uitgebracht als kickstarter voor het album "Land Of Blue Echoes") (Melodic Revolution Records, 2016), "The Unconventional And Unusual Journey Through The 21st Schizophrenic Century And Beyond" (limited edition concept EP, uitgebracht als kickstarter voor het album "Land Of Blue Echoes") (Melodic Revolution Records - Marco Ragni Music, 2016) en op 21 maart 2016 verscheen het album "Land Of Blue Echoes", waarop diverse gastmuzikanten meespelen, waaronder: Durga McBroom (Pink Floyd) - zang, Peter Matuchniak - sologitaar, Jeff Mack (Scarlet Hollow) - basgitaar, Jacopo Ghirardini (Stalag 17) - drums, Vance Gloster (Gekko Project) - keyboards en Hammond orgel, Fernando Perdomo - sologitaar (1 nummer), Colin Tench (Corvus Stone) - sologitaar (1 nummer) en Hamlet (Transport Aerian) - basgitaar (1 nummer), terwijl Marco zelf zang, akoestische en elektrische gitaar, keyboards, basgitaar, lap steel gitaar en Griekse bouzouki speelt.

Het album, waarop 9 nummers staan (luister naar de teaser van het album via de youtube link onder de recensie), begint met "Between Moon And Earth", dat een gesproken intro heeft, waarna de Marco me een progressief stukje uptempo rock voorschotelt, waarin de muziek halverwege even iets rustiger wordt, maar na korte tijd weer verder gaat in het snellere tempo, om tegen het einde weer iets langzamer gespeeld te worden.
Het volgende nummer, dat "Horizons" heet, duurt iets meer dan 15 minuten en daarin krijg ik een afwisselend stuk progressieve rock te horen, dat na enkele minuten verandert in een funky ritme, om vervolgens verder te gaan in een uitstekende pop song met invloeden uit klassiek geschoolde klanken en jazzrock, om dan opnieuw te veranderen in een heerlijk progressief rock nummer, waarin ook het technische aspect niet vergeten wordt en ik een complex symfonisch stuk te horen krijg, dat, na weer een tempowisseling, over gaat in een mooi rustig gedeelte, waarna het laatste deel uptempo gespeeld wordt.
Daarna zet Marco me het titel nummer "Land Of Blue Echoes" voor en hoor ik een werkelijk schitterend rustig nummer, dat in de stijl van de muziek van Marlene Dietrich en gothic bands als het Italiaanse Ataraxia gespeeld wordt, waarna "Money Doesn't Think" volgt en ik een lekker swingende mix van funk en rock voorgezet krijg.
Dan krijg ik een prachtige rustige pop song te horen, waarin lichte folk invloeden zitten, getiteld "Canto D'Amore" en deze wordt gevolgd door "Deep Night", dat door Durga Bloom gezongen wordt en ik een uitstekende melodische pop song hoor, die in een gemiddeld tempo gespeeld wordt en diverse tempowisselingen bevat.
In "Beltane" laat Marco me genieten van een fantastische rustige progressieve rock song, die, na een minuut of vijf, tijdelijk van tempo verandert, om daarna weer verder te gaan in het rustige tempo.
Vervolgens krijg ik het langste nummer van het album te horen, getiteld "Nuclues Part 1-8", dat bijna 23 minuten duurt en daarop is de zang van Durga Bloom naast die van Marco opnieuw te horen.
In dit nummer laat Marco horen, dat zijn muziek sterk door die van Pink Floyd is beïnvloed en schotelt hij me een geweldig stuk progressieve symfonische rock voor, dat verscheidene tempowisselingen heeft, waardoor het nummer, van begin tot eind, spannend blijft en in het laatste nummer, dat "Queen Of Blue Fires" heet, laat hij me weer genieten van een schitterende progressieve symfonische rock song, waar enkele prima tempowisselingen in zitten.

"Land Of Blue Echoes" van Marco Ragni bevat 9 uitstekende nummers, waarmee Marco me van begin tot einde heeft weten te boeien en ik kan deze schijf, dan ook aanraden, aan een ieder, die van progressieve en symfonische rock houdt.




Review: Sulfur City - Talking Loud (Alive Natural Sound, 2016) (Progressieve Bluesrock)

De Canadese band Sulfur City uit Sudbury, een kleine mijnstad in de buurt van Noord-Oost Ontario, die bestaat uit: Lori Paradis - zang en elektrisch wasbord, Jesse Lagace - sologitaar, Steve Smith - basgitaaar, Keith Breit - keyboards en Sam King - drums, bracht 31 maart 2016 hun debuut album "Talking Loud" via het Alive Natural Sound Records label uit, dat in de beroemde Gas Station Recording studio onder leiding van Dale Morningstar (Cowboy Junkies, Neko Case) werd opgenomen.

Het album, dat 11 nummers bevat, start met "Whispers", waarin ik een fantastische uptempo mix van blues en progressieve rock te horen krijg (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie) en deze wordt gevolgd door "War Going On", een schitterende progressieve bluesrock song voorgezet krijg, waarin de zang van Lori enigszins weg heeft van die van Christine Christman van de Amerikaanse band Ivory uit 1968.
Daarna zet de band me "Pockets" voor en daarin hoor ik een heerlijke progressieve blues song, die in een gemiddeld tempo gespeeld wordt en een aanstekelijk ritme bevat, waarna "Ride With Me" volgt en ik een uitstekende progressieve bluesrock song voorgeschoteld krijg, die swingt en lichte jazz invloeden heeft.
Dan hoor ik "Tie My Hands To The Floor", een lekker in het gehoor klinkende swingende bluesrock song, die diverse tempowisselingen bevat en gevolgd wordt door "Sold", een prima uptempo mix van country en bluesrock, die swingt.
In "Kings Highway" speelt de band een swingende, zeer dansbare, rock song met hoog meezing gehalte en in "Johnny" schotelt Sulfur City me opnieuw een uptempo
rock song voor, die diverse tempowisselingen heeft en swingt als een trein.
Vervolgens laat de band me genieten van "One Day In June", een verrukkelijke licht psychedelische progressieve bluesrock song met geweldige zang van Lori en dit nummer wordt gevolgd door "Rise The Hammer", waarin de band me verrast door een fantastische mix van folk en blues te maken, waarbij stil zitten geen optie is en in het laatste nummer, dat "You Don't Know Me" heet, krijg ik weer een swingende bluesrock song te horen, die eveneens aan zet tot dansen.

Het album "Talking Loud" van Sulfur City is een geweldig debuut van deze Canadese band, waarvan ik met volle teugen heb genoten van de verrukkelijke progressieve bluesrock, die de band speelt en ik kan dit swingende album dan ook ten zeerste aanraden aan iedere liefhebber van zowel progressieve rock als  bluesrock.




Review: The Blues Against Youth - Apprentice (Beast Records / Deer It Yourself Records, 2016) (Blues)

The Blues Against Youth is het alter ego van Gianni TBAY uit Rome, Italië, die sinds 2008 actief is en zingt, sologitaar en basdrums speelt.
In 2009 werden er diverse songs opgenomen door Gianni's vrienden Lou Chano (in Rome) en Benu, die in de band Come 'N Go speelt (in Biel, Zwitserland), waarbij sommige CD-R's zoals "Savage Demo Takes Vol.1" en "TBAY 2009" met de hand gemaakt zijn en hier en daar weggeven werden.
De opnamen sessies, die hij, samen met Cangiarlo Barbati achter de knoppen, maakte in de Snake's Studio te Rome, worden als het eerste officiële materiaal van The Blues Against Youth beschouwd.
De daaruit voortgekomen CD-R "Self-Bootlegged But True", werd in een beperkte oplage gemaakt en uitgegeven tijdens de TBAY optredens, die steeds beter en heftiger werden.
Na 2 jaar optredens in Italië en Europa te hebben gedaan, maakte hij in de zomer van 2010 zijn 7" debuut single, "Become The Whiskey", waarna hij 3 weken als voorprogramma van The Bulemics (Austin, TX) in Europe optrad, waaronder: Spanje, Duitsland, Zwitserland, Frankrijk, België en Nederland, die gevolgd werden door optredens als hoofdact in Italië.
Zijn debuut single was een co-productie tussen TBAY en enkele mensen van de platenlabels Sonatine Produzioni (Fano, Italië), Escape From Today (Torino, Italië), Burning Sound Records (Geneve, Zwitserland) en Brigadisco Records (Itri, Italië).
In december 2010 deed Gianni 4 succesvolle optredens in Portugal onder de naam "Become The Whiskey Release Party Tour" en nadat hij terug in Rome was, begon hij te werken aan zijn eerste volledige album "Pure At Heart Blues" in de M.House Studio samen met Mattia Candeloro (Joe Lally, Spiritual Front).
In maart 2011 speelde hij zijn derde tournee door Europa als hoofdact, waarbij hij 24 optredens deed en zijn nieuwe zelf geproduceerde CD-R "Ripped-Off And Broke" verspreidde, met daarop onuitgebracht en uitgebracht materiaal en in een zeer gelimiteerde oplage van 150 stuks gemaakt.
Doordat er zoveel rips-off versies van zijn muziek in omloop was, besloot hij zijn eigen label Deer It Yourself Records op te richten en zijn eigen platen te persen, waarbij hij zelf achter de schermen blijft.
In de zomer van 2011 verschenen TBAY's volgende uitgaves: de compilatie "Brigadisco 3 - Ulula" (door Brigadisco Records), waarop diverse Italiaanse artiesten staan en een onuitgebracht nummer van Gianni bevat, plus de 7" split single  "A-1 To Portland" / "Standin' Barman Stomp" met The Ribeye Brothers (USA/Monster Magnet huidige en ex leden), die in juli 2011 door de labels Deer It Yourself, Escape From Today en Burning Sounds Records werd uitgebracht.
Vervolgens verscheen zijn debuut album "Pure At Heart Blues" in september dat jaar via zijn eigen Deer It Yourself Records label en ging hij gedurende 5 weken op tournee door Europa.
In 2012 werd het album her uitgebracht door D.I.Y. en Talk About Records en in augustus 2012 verscheen de EP "You Said I Praise The Devil?" op geel vinyl via D.I.Y. en daarop is te horen, dat hij een nieuwe muzikale richting ingelagen is, waarbij er behalve 3 eigen songs, ook een cover van het Merle Haggard nummer "Mama Tried" op staat, waarbij kan worden opgemerkt, dat Merle Haggard één van de muzikanten is, die TBAY het meest hebben beïnvloed.
Ter promotie van de EP deed hij een nieuwe tournee door Europa, die hem door Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, België, Frankrijk en Italië voerde en daarbij deelde het podium met onder andere: King Automatic (in Karlsruhe, Duitsland), The Jackets (in Martigny, Frankrijk) en Bob Log III (op het Skronk One Man Band Festival in Rome, Italië), waarna hij in december 2012 de M.House Studio in ging om zijn tweede album "Trapped In The Country" op te nemen, dat in 2013 op LP en CD verschenen is, via Off Label Records en Deer It Yourself Records.
In 2014 verscheen de 7" split single The Cyborgs / The Blues Against Youth "Spanish Is Sexy" / "Dotted White Line" via het Bloody Sound Fucktory label en op 1 maart 2016 is zijn nieuwe LP/CD "Apprentice" uitgebracht door zowel Beast Records als Deer It Yourself Records en tevens als digitale download.

Het album, waarop Marguerite Patrignanì - achtergrond zang, Andrea M. Cruciani - mondharmonica, Yuri Pierini (Antares) - sologitaar en Guglielmo Nodari - elektrisch orgel (tevens geluidsman) op meespelen, bevat 12 nummers, waarvan "Keep It Goin'" de eerste is en daarin krijg ik een mooi kort rustig blues nummer te horen, dat hier en daar lichtelijk vals lijkt te klinken en over gaat in "Medium Size Star Bound", een schitterende uptempo blues song, die swingt. (luister naar dit nummer via de bandcamp link onder de recensie)
Daarna zet Gianni me "Barbed Times" voor en in dit nummer speelt hij een heerlijke blues song in een gemiddeld tempo en verzorgt Marguerite de achtergrond zang, waarna ik "Instead Of Nothing" hoor, waarin hij een swingende blues song ten gehore brengt.
Dan hoor ik "Somebody Settles Down", een lekker in het gehoor klinkende song, die enkele subtiele tempowisselingen heeft en in een niet al te hoog tempo gespeeld wordt, om gevolgd te worden door "Lonesome Whistle Blow", een fantstische rustige blues song met country invloeden, die oorspronkelijk door Hank Williams gespeeld werd.
In "Call It Quits" laat The Blues Against Youth me genieten van een geweldige swingende song, waarbij stil zitten geen optie is en in "Boundless" schotelt hij me opnieuw zo'n verrukkelijke uptempo song voor, die swingt als een trein en rock & roll invloeden bevat.
Vervolgens krijg ik "Wish Pile Blues" voorgeschoteld en in dit nummer speelt hij een uitstekend stukje nostalgisch klinkende blues in een rustig tempo, waarbij de zang ongeveer klinkt, zoals de eerste blues muzikanten het in de jaren 20 en 30 opnamen.
Verder hoor ik "Got Blood In My Rhythm", een jaren 50 gerelateerde song met lichte country invloeden, "The Lake", een heerlijk stukje instrumentale blues, dat in een vrij rustig tempo gespeeld wordt en "Apprentice", een schitterende blues song, waarin in de zang lichte invloeden van garagerock zitten en ook dit nummer wordt in een niet al te hoog tempo gespeeld, waarmee het album op gepaste wijze wordt afgesloten.

"Apprentice" van The Blues Against Youth bevat 12 werkelijk heerlijke blues nummers, waarbij ik me geen moment verveeld heb en ik kan elke liefhebber van dit genre dit album dan ook ten zeerste aanraden.




Review: Sendelica - The Cromlech Chronicles (Fruits De Mer Records / Regal Crabomophone, 2016) (Progressieve Rock)

Sendelica werd in 2006 te Cardigan, Wales, opgericht en bestaat uit: Pete Bingham - sologitaar en elektronica, Glenda Pescado - basgitaar, Colin Consterdine - elektronica en programmering, Lee Relfe - saxofoons, Meurig Griffiths - drums en Lord Armstrong Sealand - theremin en keyboars.
De band bracht in juli 2006 hun debuut EP "TheOwlsHaveEyes" op hun eigen FRG Records label uit, waarop de zang door Chris Gibbs en het keyboardsspel door Roger Morgan werd verzorgd en deze werd gevolgd door het album "Entering The Rainbow Light", dat in een zeer beperkte oplage in 2006 via FRG Records verscheen.
Daarna volgden: "Sleepwalker Fever" (TidyLike Records, 2007), "Spaceman Bubblegum And Other Weird Tales From The Mercury Mind" (RAIG Records, 2007), "The Alternative Realities Of The Re-Awakening Somnambulist" (TidyLike Records, 2008), "The Girl From The Future Who Lit Up The Sky With Golden Worlds" (RAIG Records, 2009), "Streamedelica She Sighed As She Hit Rewind On the Dream Mangler Remote" (RAIG Records, 2010), "The Pavilion Of Magic And The Trials Of The Seven Surviving Elohim" (FRG Records, 2011), "The Satori In Elegance Of The Majestic Stonegazer" (FRG Records, 2011) (Italiaanse vinyl uitgave via Vincebus Eruptum Recordings, 2013), "Strangefishone" (met Graig Padilla, gelimiteerde editie split LP op Fruits de Mer, 2013), "The Kaleidoscopic Kat And It's Autoscopic Ego" (FRG Records, 2013) (Italiaanse uitgave via Vincebus Eruptum Recordings, 2013), "The Megaliths Vol 1 and Vol 2" 2 CD (FRG Records, 2013), (beperkte oplage van 200 stuks op picture disc met kaart hoes plus een zeer beperkte oplage 3box set van 25 stuks met een bouw je eigen Sendelicahenge model en hand geschilderde afbeeldingen), "The Fabled Voyages Of The Sendelicans" (vinyl uitgave via Vincebus Eruptum Recordings, 2014 CD uitgave via FRG Records, 2014), "Live At Crabstock" (Friends of the Fish Records Vinyl/CD uitgave, 2014) en "Anima Mundi" (FRG Records Vinyl/CD uitgave, 2015).
Verder verscheen de EP "A Nice Pear" met daarop "Venus In Furs" en "Maggot Brain" (Fruits de Mer, 2010), plus de live albums: "Live At Knitting Factory, New York 2008" (2008) en "Live At Kozfest, July 2012" (2012).
Het album "The Cromlech Chronicles", dat 9 mei 2016 door het Regal Crabomophone / Fruits De Mer Records label als voorloper van het "13th Dream Of Dr. Sardonicus" festival in een beperkte oplage gekleurd vinyl verschijnt, heeft een klaphoes en bevat een poster en zal tevens in een zeer beperkte oplage in een box set worden uitgebracht.
Vermeldenswaardig is ook nog, dat de band het album in het diepste, donkerste gedeelte van Wales, heeft opgenomen in de Mwnci Studio, op korte afstand van een Cromlech (een monument van meer dan 3000 jaar oud).

De A-kant van de LP bevat 1 lang nummer, "The Cromlech Suite" getiteld en hierin schotelt de band me een duister startend nummer voor, dat na enkele minuten verandert in een rustig gespeeld ruimtelijk klinkend melodisch stuk muziek, waarin de drums grotendeels het tempo bepaald, terwijl de saxofoon en gitaar het nummer kleur geven, maar op ongeveer de helft van het nummer besluit de band het tempo op te voeren en krijg ik een fantastisch swingend stuk progressieve rock te horen, dat na korte tijd al weer terug keert naar het rustige tempo en ik opnieuw een heerlijk melodisch stuk progressieve rock hoor, dat langzaam weer sneller en meer hypnotiserend wordt.(luister naar de teaser van het album via de youtube link onder de recensie)
Ook kant-B, bevat 1 nummer, "Comprising...", dat uit 3 gedeeltes bestaat, waarvan "Satori Part 1" het eerste is en daarin laat de band me genieten van een schitterend progressief nummer, waarin de hoofdrol voor de saxofoon is, maar in het tweede gedeelte "Vellichor" verandert de muziek totaal en zet de band me een prachtig, bijna orkestraal klinkend, melodisch stuk muziek voor, dat in een vrij rustig tempo gespeeld wordt, waarna de band opnieuw een omschakeling maakt en me het laatste deel voorschotelt, dat "Zenosyne" heet en hierin krijg ik een schitterende hypnotiserende mix van spacerock, krautrock en zigeuner muziek te horen, waarmee de band me in een lichte trance brengt.

"The Cromlech Chronicles" van Sendelica is een geweldige LP, waarmee de band me van begin tot eind aan hun muziek heeft weten te boeien en ik kan deze schijf dan ook aanraden aan elke liefhebber van progressieve muziek.




maandag 18 april 2016

Review: Joseph Curwen – Rats In The Walls (Box Records, 2016) (Drones)

Joseph Curwen uit Newcastle-Upon-Tyne, Engeland, is een meester in het vertolken van de muziek van de door H.P.Lovecraft geïnspireerde horror films, die gebruik maakt van synthesizer drones, rituele tonen en noise en al meer dan 70 uitgaven op zijn naam heeft staan.
Zijn nieuwe werk heet "Rats In The Walls", dat oorspronkelijk voor The Quietus Spools Out Halloween Special 2015 gecomponeerd werd en door Resonance FM werd  uitgezonden, waarna het eindelijk in fysieke uitgave via het Box Records label in een beperkte oplage als cassette met download is verschenen.
"Rats In The Walls" is geschreven naar aanleiding van HP Lovecraft's korte verhaal uit 1924 met de geijknamige titel en bevat 2 lange nummers van elk bijna 30 minuten, die beide "Rats In The Walls" heten en werd op 1 april 2016 uitgebracht.

Op de A-kant van de cassette krijg ik een hypnotiserend eentonig klinkend nummer te horen, waarin beats in het zelfde constante ritme te horen zijn, zo nu en vermengd met elektronische geluiden, waar tussen het verhaal door Curwen verteld wordt.
Ook op kant B gaat het nummer in hetzelfde ritme en tempo verder en vervolgt Curwen eveneens met zijn verhaal, terwijl de muziek langzaam iets ruimtelijker wordt en de stem van Curwen hier en daar meer volume krijgt, om tenslotte weer terug te keren naar het hypnotiserende eentonige ritme en wordt aan het einde abrupt afgebroken.

"Rats In The Walls" van Joseph Curwen is geen alledaags werk en zal waarschijnlijk dus alleen bij zijn fans terecht komen en ik kan hen dan ook aanraden deze beperkt verkrijgbare cassette eens te gaan beluisteren, want dat is zeker de moeite waard.




Review: Evripidis And His Tragedies - Futile Games In Space And Time (Inner Ear Records, 2016) (Pop)

Evripidis And His Tragedies is het muzikale kindje van Evripidis Sabatis uit Athene, Griekenland, die 26 maart 2007 hun debuut album met gelijknamige titel via het TouchMe Records label uitbracht en tegenwoordig in Barcelona, Spanje woont.
Behalve uit Evripidis, bestaat de band verder uit: Marisol Simó, Anie Arjona, Jaume Ribell, Abel Puyol, Mark Ribera, Cristina de Sola, Victor Antolín, Aleix Clavera, Odil Bright, Nora Gala, Sergi Puyol, Borja Rosal, Xavier Tort, Adrian de Alfonso, Luis Berges, Santi Rivas, Laura Antolín, Ville Hopponen, Sara Anna Psalti, LD Beghtol, Elsa De Alfonso, Jordi Colombi, Iker Glez, Rafa Ibañez, Manel Ibañez, Paadin, Carlos Carbonell en Juanjo Alba.
De band trad onder andere op in de steden: A Coruña, Anafi, Athens, Barcelona, Berlin, Bilbao, Brooklyn, Canet de Mar, Carballo, El Prat de Llobergat, Formentera, Granada, Groningen, Hamburg, L´Hospitalet de l´Infant, London, Madrid, Malaga, Miranda de Ebro, New York, Palma de Mallorca, Oporto, Paris, Valencia, Vigo, Vitoria y Gasteiz en Zarragoza en speelde op festivals als: BAM, Blender, Ebrovision, Eurosonic, Faraday, Festival La Placa Odissea, Fluixet, Microsonidos, Petit Comitée, Primavera Club, Primavera Sound, Synch Festival en Twinpalm Festival.
Op 22 september 2011 verscheen het album "A Healthy Dose Of Pain" via het Inner Ear Records label en deze is 14 maart 2016 gevolgd door "Futile Games In Space And Time", dat eveneens via het Inner Ear Records label is uitgebracht en in een beperkte oplage op vinyl is verschenen, terwijl het album verder alleen nog als digitale download verkrijgbaar zal zijn.
Tevens bracht de band diverse EP's uit, waaronder: "Las Lilas De Jeleton" (januari 2006), "Historia De La Espuma" (januari 2008), "21 Love Songs - A Tribute To The Magnetic Fields" (februari 2008), "Minimusica - Els Transports" (maart 2010), "El Split De RSD" (april 2012), "A Healthy Dose Of Remixes" (oktober 2012), "Hombre Caminando OST" (januari 2013) en "....And It Was Good While It Lasted Baby!" (juni 2013).
Het album "Futile Games In Space And Time” werd in Barcelona, New York en Athene opgenomen en gemixt in New York door Charles Newman (Magnetic Fields, The Davenports) en in Zweden gemasterd door Philip Granqvist (Jens Lekman, Taken By Trees, Jose Gonzalez).

Het eerste nummer van het album heet "Island" en hierin krijg ik een mooie rustige romantische pop song te horen, waarin de muziek me licht aan die van de jaren 50 artiesten doet denken.
Daarna hoor ik Evripidis "Dreamboat" ten gehore brengen en daarin speelt hij een lekker swingende 60er jaren gerelateerde pop song in een uptempo en een uiterst dansbaar ritme, die gevolgd wordt door "Fifteen Again", eveneens een uitstekende swingende pop song, waarbij stil zitten geen optie is.(luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Dan zet de band me "Buying Time" voor, waarin hij me opnieuw een verrukkelijke dansbare pop song voor schotelt, waarna "1959" volgt en ik een prachtige romantische rustige pop song te horen krijg, die me muzikaal terug voert naar de jaren 50.
"Secrets Of The Moon" is weer zo'n lekker in het gehoor klinkend uptempo pop song, die uit nodigt tot dansen en "I Poli Fantasma (Ghost Town)", een prima pop song, die een heerlijk aanstekelijk dansbaar ritme bevat.
Vervolgens zet de band me "Coach Station" voor en ook in dit nummer krijg ik een uitstekende pop song in een gemiddeld tempo te horen, die enkele prima tempowisselingen heeft en gevolgd wordt door "Bedrooms", dat ook nu weer een uptempo heeft en in een zeer dansbaar ritme gespeeld wordt, terwijl het nummer tevens enkele uitstekende tempowisselingen heeft.
In de titel song "Futile Games In Space And Time" hoor ik een schitterende romantische pop song, waarin een heerlijk duet gezongen wordt en in "He Dances In The Shadows" laat Evripidis And His Tragedies me genieten van een vrij zwaar aandoende bombastische pop song, die invloeden uit oude films bevat en in het laatste nummer, dat "It's Always You" heet, zet de band me weer een lekker klinkende romantische pop song met invloeden uit een oude musical voor, waarin de zingende zaag muzikaal ook een kleine rol speelt en de muziek zeer aanstekelijk klinkt.

"Futile Games In Space And Time" van Evripidis And His Tragedies bevat 12 heerlijke songs, die niet alleen prima dansbaar zijn, maar ook lekker in het gehoor klinken en ik kan liefhebbers van de betere pop dan ook aanraden, deze schijf eens te gaan beluisteren.




Review: Bellhound Choir – Bad Dreams (Bad Afro Records, 2016) (Bluesrock)

Bellhound Choir is het solo project van Christian Hede Madsen it Kopenhagen, Denemarken, die voorheen in de stoner band Pet The Preacher speelde.
In 2015 maakte hij zijn debuut op het Lay Bare Recordings label met de EP "Stray Screech Beast", die op vinyl werd uitgebracht.
Zijn debuut album, "Imagine The Crackle" verschijnt 20 mei 2016 via het Bad Afro Records label en wordt 7 april 2016 vooraf gegaan door de single "Bad Dreams", waarop Mads Uldall-Jessen – dubbele basgitaar, Sören Stensby - viool en Sebastian Wolff – drums meespelen, terwijl Christian zelf de zang en sologitaar voor zijn rekening neemt en de single is geproduceerd door Sebastian Wolff (Keldermench) en gemixt door Steffen Sörensen.

In "Bad Dreams" hoor ik de band een fantastische blues song ten gehore brengen, die invloeden van folk bevat en in een rustig tempo gespeeld wordt.(luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)

De single "Bad Dreams" van Bellhound Choir is een verrukkelijk stukje blues, dat zeker bij liefhebbers van deze muzieksoort in de smaak zal vallen en ik kan hen deze schijf dan ook van harte aanraden.




Review: Ulysses - Law And Order (Black Glove Recordings, 2016) (Glamrock / Pop)

Ulysses is een Britse band, waarvan de leden uit Bath en Bristol komen en bestaat uit: Luke Smyth - zang en sologitaar, Julyan Wells-Cathedral - basgitaar en zang, Denny Peppers - sologitaar, percussie en zang en Shane Maxymus - drums en zang.
De band bracht op 1 mei 2011 hun debuut album "Everybody's Strange" als digitale download uit, gevolgd door "Kill You Again", dat zowel digitaal als op CD verscheen en door het Black Glove Recordings label werd uitgebracht op 1 april 2013.
Vervolgens maakte de band de "Feeling Black Christmas EP", die 29 mei 2015 verscheen en kwam de single "How Long" als voorloper van het album "Law And Order", die via het Black Glove Recordings label op 20 november 2015 op de markt werd gebracht, terwijl de LP in maart 2016 is uitgebracht.

Het album bevat 12 nummers, waarvan de titel song "Law And Order" de eerste is en daarin zet de band me een heerlijke swingende melodische glamrock song voor, waarin de muziek me aan die van bands uit de jaren 70 glamrock doet denken en zeer dansbaar is.(luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Daarna hoor ik "Smiling", waarin de band me een mix van glamrock en country voor zet en deze wordt in de stijl van een Mungo Jerry song gespeeld, om gevolgd te worden door "Lady", een uitstekende swingende glamrock song met een aanstekelijk ritme en hoog meezing gehalte.
Dan schotelt de band me "Crazy Horses Ride The Snake" Voor, dat me aan een nummer uit de jaren 60 doet denken, al kan ik er niet op komen welk nummer dat is, maar in ieder geval is dit een verrukkelijke song om naar te luisteren.
Het volgende nummer heet "Dirty Weekend" en ook hierin laat de band me genieten van een swingende rock song en roept de band associaties bij me op met de muziek van bands als Mud en Slick, waarna ik "Mary Jane" voorgezet krijg, een swingende rock song, die enkele prima tempowisselingen bevat, die het nummer extra kracht mee geven.
In "Song That Has To Be Sung" laat Ulysses me een lekker in het gehoor klinkende pop song horen, waarin enkele uitstekende tempowisselingen zitten en de muziek tussen powerrock en pop in balanceerd en in "Typical Scorpio" krijg ik opnieuw een schitterende mix van pop en powerrock te horen, waarin de muziek me enigszins aan die van Elvis Costello doet denken.
Vervolgens zet de band me "Come On This City's Gone" voor en dit is weer zo'n lekkere zeventiger jaren song, die me aan de muziek van Thin Lizzy doet denken en deze wordt gevolgd door "Yellow Sunshine # 1", een heerlijke vrolijk klinkende pop song, die me aan zet tot dansen.
Het volgende nummer, dat "Yellow Sunshine # 2" heet, is een totaal andere versie van het nummer en daarin maakt de band een fantastische swingende tropisch klinkende mix van pop en Zuid-Amerikaanse ritmes, waarna het album afgesloten wordt met de single "How Long?", een geweldige pop song, die diverse tempowisselingen bevat en invloeden van glamrock, hardrock en powerrock heeft, terwijl de muziek swingt als een trein.

"Law And Order" van Ulysses bevat 12 lekker in het gehoor klinkende glamrock songs, waarvan "How Long?" en "Yellow Sunshine #2" tot mijn favorieten behoren en ik kan iedere liefhebber van dit genre dan ook aanbevelen, eens naar dit heerlijke album te gaan luisteren.




Review: Crystal Jacqueline - Morning Dew (Fruits De Mer Records / Regal Crabomophone, 2016)(Pyschedelische Pop)

Crystal Jacqueline werd in Wiltshire, Engeland geboren en al op jonge leeftijd ontwikkelde ze haar talent en liefde voor muziek.
Ze trad regelmatig in en rond Bath op, die haar lof en een waardevolle ervaring opleverden en verhuisde later verder naar het zuiden van het land, waar ze in verscheidene bands speelde, die in binnen en buitenland optraden.
Ze woont in Devon met haar varken, katten, ganzen en haar partner Icarus Peel, met wie ze samen in de band The Honey Pot speelt, die in 2012 startte en in het begin uit 5 personen bestond, maar tegenwoordig nog maar bestaat uit: Crystal Jacqueline - zang en piano, Icarus Peel - alle andere instrumenten en Brian Rushbrooke - drums.
In 2010 bracht ze haar solo debuut album "Heal Yourself" via Psychedandy Records uit en in 2012 verscheen haar eerste album met The Honey Pot, getiteld "To The Edge Of The World" op het Mega Dodo label.
In november 2012 nam ze de EP "A Fairy Tale" op met daarop 3 covers: "Cousin Jane" (Troggs), "A Fairy Tale" (Second Hand), "Play With Fire" (Rolling Stones), die door Fruits De Mer Records werd uitgebracht.
Haar LP "Sun Arise" werd in 2013 via het Mega Dodo Records label op de markt gebracht en bevat 16 nummers, inclusief de songs van de EP "A Fairy Tale".
Haar CD album "Electronic Memory", uit 2015, met The Honey Pot, verscheen in een zeer gelimiteerde box oplage van 100 stuks en bevat een 12 pagina's tellend boekje, 2 ansichtkaarten en een badge.
De nummers van de CD, waarvan de cover "Hole In My Shoe" van Traffic voor het eerst op CD is verschenen, werden eerder, in de zomer van 2014, door Fruits De Mer Records op 2 vinyl EP's uitgebracht.
"Rainflower" is het tweede album, dat in 2015 van haar is verschenen en hiervoor zijn alle nummers ook nu weer geschreven en geproduceerd door haar man Icarus Peel.
Het album is op 25 mei op 180 gram vinyl uitgebracht, waarbij de eerste 100 exemplaren vergezeld zijn gegaan van een A5 poster en naar rainflower ruikende bloemblaadjes en tevens is het album in een beperkte oplage verschenen als digipack met het bonusnummer "In My Chair".
De muziek van het album was op 24 mei te horen zijn tijdens het optreden van Crystal Jacqueline & The Honey Pot in The Half Moon te Putney, waar ze onderdeel uitmaakte van het "Games For May Festival", dat door Mega Dodo Records en Fruits De Mer Records georganiseerd werd.
Van de LP is het nummer "Winter Deep" in november 2015 op single uitgebracht, terwijl er ook een niet eerder uitgebracht nummer, plus een live uitvoering van een song te horen zijn.
Vervolgens werd begin 2016 de LP/CD (waarop 2 extra nummers staan) "Inside The Whale" van The Honey Pot uitgebracht, terwijl er van de beperkte uitgave van de 3CD versie slechts 150 verschijnen en deze bevat het album "Inside The Whale", het exclusieve live album "Live In London" (opgenomen tijdens het Games For May optreden), de single "Lisa Dreams" plus 2 bonus nummers en een interview met Icarus Peel en Crystal Jacqueline, waarbij het geheel verpakt is in een speciaal genummerd blik met waarzeggende vis.
Tevens werd de single "Lisa Dreams" in een beperkte oplage van 150 stuks op gekleurd vinyl speciaal voor leden van de Mega Dodo Records club geperst en deze is ook op zwart vinyl verschenen.
Op 9 mei 2016 verschijnt de 7", 33 toeren, EP "Morning Dew" in een beperkte oplage op gekleurd vinyl via het Regal Crabomophone label van Fruits De Mer Records en daarop staan 4 nummers, waarop ze bijgestaan wordt door haar partner Icarus Peel.

De EP start met "Morning Dew", een schitterende cover van de Bonnie Dobson song, waarin Crystal Jacqueline's stem volkomen tot zijn recht komt en ik een prachtige pop song voorgeschoteld krijg, die in een gemiddeld tempo gespeeld wordt en enkele prima tempowisselingen bevat.(luister naar een gedeelte van dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Daarna volgt er een compositie van Icarus Peel, getiteld "Ivy" en hierin laat Crystal Jacqueline me genieten van een fantastische rustige psychedelische pop song.
Dan zet ze me opnieuw een verrukkelijke licht psychedelische song voor, die "Moonsong: Pelog" heet en een cover is van het nummer van Joe Byrd And The Field Hippies en ook in dit nummer is het tempo niet al te hoog.
Het laatste nummer van de EP is eveneens een cover en wel van "Sally Go Round The Roses", dat oorspronkelijk in 1963 door The Jaynetts werd uitgebracht en in deze song laat ze me genieten van een heerlijke swingende licht psychedelische pop song, die een hoog meezing gehalte plus een aanstekelijk ritme heeft.

De EP "Morning Dew" van Crystal Jacqueline bevat 4 geweldige songs, die er om schreeuwen gedraaid te worden en ik kan iedere liefhebber van psychedelische muziek en de betere pop, deze schijf dan ook van harte aanbevelen.




maandag 11 april 2016

Review: Electric Litany - Love (Inner Ear Records, 2016) (New Wave / Pop)

In het voorjaar van 2007 werd in noord Londen, Engeland de band Electric Litany opgericht door Alexandros Miaris - zang, sologitaar, piano en synthesizer, die uit Corfu, Griekenland naar Londen was verhuisd en samen met Richard Simic uit Devonshire, Engeland, die drums, percussie en Kretenzer luit speelde, de band vormde.
Via een advertentie kwam basgitarist Duane Petrovich, uit Texas, Amerika bij de band en als laatste lid werd Benjamin Prince - synthesizer en piano aangetrokken.
Na een degelijk repertoire opgebouwd te hebben, begon de band al snel met optreden en hun eerste demo's werden in een oude pub, genaamd Fallen Angel, opgenomen, die al snel tot een illegale studio werd omgebouwd en als oefenruimte gebruikt werd.
In de loop der jaren bouwde de band, door hun karakteristieke geluid, een goede live reputatie op en kreeg een aardige schare fans.
Vanaf 2009 begon de band te werken aan hun debuut album, waarvoor de opnamen plaats vonden in een verlaten kerk uit 1895, die een erg goede akoestiek had.
Het kostte de band slechts drie dagen om alle nummers op te nemen en kort daarop kreeg de band een contract bij het Griekse Inner Ear Records label, die hun debuut album "How To Be A Child And Win The War" in februari 2010 uitbracht, waarna de band enkele live optredens in Griekenland deed.
In 2012 nam Electric Litany contact op met de legendarische producer Alan Parsons, die na hun album "How To Be A Child And Win The War" beluisterd te hebben er mee instemde met de band te gaan samenwerken.
De opnamen voor hun album "Enduring Days You Will Overcome", die in 2014 als CD, LP en digitaal album door het Inner Ear Records label is uitgebracht, vonden plaats in diverse studio's in Londen, op het platteland van Wales en op het eiland Corfu, terwijl de mastering gedaan werd in de Abbey Road Studio's te Londen.
Hun nieuwe EP, "Love", waarop Alex Deligiannidis als hun nieuwe basgitarist te horen is, werd in de Foel Studio's te Wales, Dadas Studio's te Londen, Shelter Studio´s te Londen en B.K. Studio´s te Athene opgenomen onder leiding van George Botis in samenwerking met Alan Parsons en in de Abbey Road Studio´s te Londen gemasterd door Sean Magee.

Hun op 23 februari 2016 verschenen de EP, "Love", dat via het Inner Ear label op CD en als digitale download werd uitgebracht, bevat 5 nieuwe songs, waarvan "Crumar" de eerste is en daarin hoor ik de band een mooie rustige gevoelige pop song spelen, die enigszins een trieste ondertoon bevat en gevolgd wordt door "Earth II", waarin ik een heerlijk, vrij zwaar klinkend, instrumentaal nummer voorgeschoteld krijg.(luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Daarna zet de band me "War Is Abstract" voor en hierin laat Electric Litany me genieten van een schitterende spannende mix van new wave en pop, waarbij het hypnotiserende drums ritme grotendeels bepalend voor het geluid is, terwijl de muziek van rest van de band heerlijk bombastisch klinkt.
Dan volgt "Hold Fast To Dreams", dat ook al op "Enduring Days You Will Overcome" voor kwam en in dit nummer speelt de band een geweldige melodische mix van pop en new wave in een afwisselend ritme, waarna "Until The Day Breaks" te horen is en ik een uitstekende rustige pop song voorgezet krijg, die diverse subtiele tempowisselingen heeft en de EP op passende wijze afsluit.

De EP "Love" van Electric Litany bevat 5 prima stukken muziek, die zeker bij de liefhebbers van dit genre in de smaak zullen vallen en ik kan hen dan ook aanraden eens naar deze uitstekende EP te gaan luisteren.




Review: July - Can I Go Back Again (Fruits De Mer Records, 2016) (Psychedelisch)

Begin jaren 60 werd te Ealing, Londen, Engeland, de band The Dreamers opgericht, die in hun begin periode muziek gingen spelen in de stijl van The Shadows en The Everly Brothers, maar naderhand overschakelde naar het maken van Rhythm & blues, met invloeden van Chuck Berry en Bo Diddley en bestond uit: Tom Newman - zang, Peter Cook - sologitaar, Alan James - basgitaar en Chris Jackson - drums.
Omdat er nog een band actief was met de naam The Dreamers erin (Freddie & The Dreamers), werd er besloten van naam te wisselen en ging de band verder onder de naam The Tomcats, totdat de band in 1965 uit elkaar ging.
Intussen was er in 1963 te Londen een andere rythm & blues band ontstaan, genaamd Second Thoughts, die bestond uit: Patrick Campbell-Lyons - zang, Tony Duhig - sologitaar, Jon Field - keyboards, dwarsfluit en conga's en John "Speedy" Keen - drums en zang en net als The Tomcats, ging ook deze band in 1965 uit elkaar.
Kort daarna vormden Tom Newman - zang, Tony Duhig - sologitaar, Alan James - basgitaar, Chris Jackson - drums en Jon Field - keyboards en dwarsfluit samen de band The Tomcats.
De band verhuisde naar Spanje en trad daar op onder de naam Los Tomcats, waarbij ze optredens deden in Madrid, Barcelona en de Canarische eilanden en met diverse van hun EP's in de Spaanse hitlijsten kwamen.
Nadat ze terug naar Londen verhuisden, begon Newman, samen met zijn vriend en ex Tomcats mede lid, Pete Cook, die weer in de band ging spelen, nieuwe songs voor de band te schrijven, die minder R&B georiënteerd en meer psychedelisch was, waarna de bandnaam in 1968 veranderde in July.
July, die Spencer Davis als manager had, kreeg een contract bij het Major Minor label en bracht in 1968 hun debuut single "My Clown" / "Dandelion Seeds" uit, die, helaas voor de band, flopte en ook het album uit hetzelfde jaar met de titel "July", scoorde niet.
Daarna maakte de band de single "Hello, Who's There?" / "The Way", maar ook die flopte en werd een commerciële mislukking, waarna July in 1969 uit elkaar ging, om in 2009 weer her opgericht te worden, waarbij Tom Newman, Peter Cook, Chris Jackson en Alan James de band vormen.
In die tussen tijd verschenen er 2 compilaties van de band: "Dandelion Seeds", die alle nummers van de LP + beide kanten van de single "Hello, Who's There?" bevat (Bam Caruso, 1987) en "The Second Of July", waarop onuitgebrachte alternatieve versies en outtakes staan (Essex, 1995).
Nadat de band in 2011 een optreden had gedaan in The Lexington te Londen, waren ze hoofdact tijdens de Technicolour Dream set met The Pretty Things en Arthur Brown, op Le Beat Bespoke, tijdens The Berlin Beat Explosion, in Madrid en speelde de band tevens voor een uitverkochte zaal in de 100 Club.
In deze formatie werd in 2013 het album "Resurrection" uitgebracht, dat via het Neddysongs Recordings label verscheen en op 9 mei 2016 verschijnt de 7" single "Can I Go Back Again" in een beperkte oplage op gekleurd vinyl via het Fruits De Mer Records label.

Op de A-kant van de single hoor ik de extended versie en krijg ik een geweldige psychedelische song te horen, waarin de band het nummer tot halverwege vrij rustig speelt, maar daarna iets versneld en een ik een heerlijke mix van psychedelische en progressieve rock hoor.(luister naar een gedeelte van dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Kant B is de demo versie van de song en ook deze begint in een rustig tempo met psychedelisch spel en krijg ik hetzelfde nummer nogmaals te horen, dat iets meer psychedelisch klinkt dan het voorgaande en eindigt met de tekst "It's time to wind the clock back to '68, July are back".

"Can I Go Back Again" is een geweldige psychedelische single van July, waarmee de band me mee terug in de tijd heeft genomen en ik kan elke liefhebber van psychedelische muziek deze schijf dan ook ten zeerste aanraden.




Review: Will Z. - A New Mirrored You (Garden Of Dreams (G.O.D.) Records, 2016) (Pop)

Nadat Will Z., één van de oprichters van de Belgische band Cosmic Trip Machine, in november 2011 klaar was met de co-productie van "The Book Of Am" van de band Can Am Des Puig , waarvan co-producers Juan Arkotxa en Leslie MacKenzie deel uitmaakten, ontdekte hij, dat hij voor zijn nieuwe soloproject ook zulke muziek wilde maken.
Gedurende een maand componeerde hij minstens elke dag een nummer, waardoor hij de naam "Daily Visions" als titel voor zijn nieuw solo album bedacht.
In diezelfde tijd las hij het boek The Twelve Philosophical Keys, dat door Basil Valentine geschreven werd en door Michel Maier geïllustreerd is.
Toen het tijd was om verder te gaan met het maken van zijn demo's, kwam hij geïnspireerd door het boek van Basil Valentine, op de titel "12 Visions", zoals  het album zou moeten gaan heten.
De eerste sessie voor de plaat was op 3 november 2011, waarin 3 demo's tot een compleet nummer werden verwerkt.
In 2012 ging Will met zijn vriendin naar Mallorca, waar hij eerder met Juan en Leslie werkte en schreef daar enkele songs voor zijn project.
Later in dat jaar verdiepte hij zich in een boek over satanisme, waardoor zijn muziek een stuk duisterder werd en de song "Hermetic Spell", die hij met zijn band Cosmic Trip Machine  voor zijn solo album opnam, is daar het resultaat van.
Nadat hij de muziek van Engelse folk band The Trees ("The Garden of Jane Delawney", 1970 en "On The Shore", 1970) en van zangeres Judee Sill, die in 1971 de geweldige single "Jesus Was A Cross Maker" uitbracht, had ontdekt, besloot hij ook muziek in die stijl op te nemen.
Hij bracht zijn eerste solo album "Shambhala" in 2012 uit, gevolgd in 2013 door "12 Visions", die via Anazitisi Records/69 Watt verschenen en in 2014 is zijn nieuwe album "Dark Tales Of", waarop 12 nummers staan, door het Nederlandse Headspin label op de markt gebracht in een beperkte oplage gekleurd en zwart vinyl.
Op die LP spelen OG - glissando gitaar, Sammy - drums en percussie, Majnun - sologitaar (in Ego Ritual) en Alice Artaud - zang mee, terwijl Will alle andere instrumenten bespeelt, zoals solo- en basgitaar, synthesizer, piano, orgel, percussie en theremin en hij natuurlijk de zang voor zijn rekening neemt.
Na de totstandkoming van "The Book Of Am", vroegen Juan Arkotxa en Leslie MacKenzie aan Will of hij bereid was mee te werken aan het vervolg daarvan, getiteld "The Book of Intxixu", waaraan ook Daevid Allen, de oprichter van Gong, zijn medewerking verleende.
Het werken met zulke getalenteerde muzikanten was een voorrecht voor Will en dat inspireerde hem tot het componeren van "New Start", een album geÏnspireerd is door de Jain filosofie, de geboorte van zijn zoon en om eer te bewijzen aan deze grote artiesten met wie hij had samengewerkt .
Op "New Start" is de personele bezetting als volgt: Will Z. - zang, 12 snarige gitaar, akoestische gitaar, sologitaar, Wah-Wah fuzz gitaar, Korg MS-20. piano. percussie, sitar, mellotron, basgitaar, synthesizer en xylofoon, Juan Arkotxa - fluit, Leslie MacKenzie - percussie (op Jain Devotion Part V), Carmeta Mansilla - zang (op Jain Devotion Part II), Daevid Allen - Glissando gitaar (op Evil Namo), OG - Glissando gitaar (op Jain Devotion Parts IV en V), Alice Artaud - zang (op Greek Loop), Adam Geoffrey Cole - oud (op Jain Devotion Part IV), Anne - synthesizer effecten (op Jain Devotion Part V) en Louis Z. - baby.
Het album verscheen 8 juni 2015 via Mega Dodo Records in een gelimiteerde oplage van 250 stuks, geperst op wit vinyl en de CD versie is eveneens in een gelimiteerde oplage van 250 stuks verschenen.
Hij werkte van november 2014 tot januari 2016 aan zijn nieuwe (zesde) album "A New Mirrored You", dat 31 december 2016 via het G.O.D. Records label verschijnt en daar aan werkten Juan Arkotxa - dwarsfluit, Alice Artaud - zang (1 nummer), oG - 12 snarige elektrische gitaar (1 nummer), basgitaar (1 nummer) en glissando gitaar (1 nummer) en Sammy Goldstein - drums als gastmuzikanten mee, terwijl Will zelf de rest van de instrumenten bespeelt.
Ook "A New Mirrored You" is gebaseerd op een boek en wel "La Vita Nuova" van Dante Alighieri, dat 2 thema's behandelt.
a) Hoe je een moeilijke eenzijdige relatie in prachtige kunst en inspiratie kan veranderen, zoals een alchemist metaal in goud verandert en b) hoe je 2 levens tegelijk kan leven, een leven verbonden met de werkelijkheid en een leven verbonden met dichtkunst en hoe moeilijk het is de juiste balans te vinden tussen de fysieke wereld en je dromen en bewust te zijn van frustraties, implicaties en de fouten daarin.
Aan de LP gaat de split 7" vinyl single "A New Mirrored You" (Will Z.) / "Love Gun" (Permanent Clear Light) vooraf, die in een zeer beperkte oplage van 50 stuks geperst werd en met de hand genummerd is, maar onbeperkt ook digitaal verkrijgbaar is.

Het album, waarop 11 nummers staan, start met de titel song / single "A New Mirrored You", waarin ik Will een lekker in het gehoor klinkende pop song hoor spelen, die een aanstekelijk ritme bevat (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie) en gevolgd wordt door "Farewell Yet Not Farewell", een prachtige rustige song, die sterke folk invloeden heeft.
Daarna zet hij me "The Book Of Battles" voor en daarin krijg ik eveneens een heerlijke rustige song te horen, waarop Alice Artaud voor de prachtige achtergrond zang zorgt, waarna hij me laat genieten van een schitterende pop song met lichte middeleeuws klinkende invloeden, getiteld "Emblem XXVII".
Dan schotelt Will me "Psychedelic Church" voor en hierin speelt hij een vrij zwaar klinkende psychedelische pop song, die wisselende tempo's heeft en deze wordt gevolgd door "Troubadour", waarin ik opnieuw een mooie rustige pop song met een aanstekelijk ritme voorgeschoteld krijg.
In "Through The Wind" krijg ik weer zo'n verrukkelijke rustige pop song te horen, die lichte folk invloeden bevat en in "Lady Mediterrànea" vervolgt hij die ingeslagen weg en mag ik genieten van een uitstekende rustige pop song, die iets over de helft van het nummer verandert en in een licht dreigend ritme verder gaat.
Vervolgens hoor ik "Screen Lady" en dit is eveneens een rustige pop song, die lichte oosterse invloeden en een mantra bevat, "Deep In The Forest", een fantastische jaren 60 gerelateerde pop song met invloeden van de Engelse band Nirvana en de plaat wordt afgesloten met "An Island", waarin ik ook nu weer een geweldig mooie licht psychedelische pop song te horen krijg.

"A New Mirrored You" van Will Z. staat vol erg rustige gevoelige pop songs, waarmee hij zijn voorliefde voor dit soort muziek laat horen en ik kan hen, die van heerlijke rustige pop songs en van de betere pop houden, deze schitterende plaat dan ook van harte aanbevelen.




Review: The Neighbourhood Strange - The Neighbourhood Strange (LSD Records, 2016) (Garagerock)

The Neighbourhood Strange werd in 2015 te Salisbury, Engeland opgericht en bestaat uit: Marcus - zang en sologitaar, Mark - sologitaar, The Dazman - basgitaar, Bob - orgel en Will - drums.
In hun korte bestaan trad de band al meer dan honderd keer op en stond op het podium met onder andere de Californische band Carlton Melton, terwijl hun debuut single, "I've Got It All", die in maart 2015 verscheen, door Steve Lamacq van BBC 6 werd gedraaid.
Hun nieuwe single heet "The Neighbourhood Strange" en is in februari 2016 door het LSD Records label uitgebracht.

"The Neighbourhood Strange" is de A-kant van de single en daarin hoor ik de band een schitterende licht psychedelische garagerock song spelen, die swingt als een trein en associaties bij me oproept met de muziek uit de begin jaren 60.(luister naar dit nummer via de soundcloud link onder de recensie)
Op de B-kant zet de band me "Wytches Sky" voor, waarin ik bijna 4 minuten mag genieten van een song, waarin de zang me aan die van Iggy Pop doet denken en ook de fantastische muziek zit in die stijl.

De single "The Neighbourhood Strange" van The Neighbourhood Strange, bevat 2 verrukkelijke nummers, die er om schreeuwen gedraaid te worden en ik kan iedere liefhebber van 60er en 70er jaren muziek deze schijf dan ook ten zeerste aanraden.




Review: Tir Na Nóg - Live At The Half Moon (Mega Dodo Records, 2016) (Folk)

De band Tír Na Nóg (land van eeuwige jeugd) ontstond in 1969 te Dublin, Ierland, toen het duo Sonny Condell - gitaar en Leo O'Kelly - gitaar ging samen spelen.
Na enige tijd samen gespeeld te hebben ging het duo de studio in om diverse eigen songs plus enkele covers van onder andere Donovan, Bob Dylan, Leonard Cohen en Simon And Garfunkel, als hun demo op te nemen.
Ook speelden ze deze nummers live, maar het zou tot 1999 duren voordat deze te horen waren via de CD "In The Morning".
In mei 1970 kwamen Sonny en Leo in Londen terecht, waar ze bij een vriendin onderdak vonden en een opname technicus vonden, die hen gratis gebruik liet maken van de West End jingle studio om een nieuwe demo op te nemen.
Ze gingen met hun nieuwe demo naar Island Records, maar die weigerde de band een contract, waarna ze bij het Chrysalis label meer succes hadden.
Chrysalis bood ze, na het zien van het duo (imago speelde ook een grote rol) en beluisteren van hun muziek, onmiddellijk een contract aan.
Tír Na Nóg begon in folk clubs in Londen op te treden, waar ze al snel een gedegen reputatie op bouwden, terwijl Chrysalis grotere concerten  rond Groot Brittannië en in het buitenland voor ze organiseerde.
In oktober dat jaar speelden ze in the Royal Albert Hall met Jethro Tull, als deel van een Britse en Europese tournee en ook verscheen dat jaar hun debuut single "I'm Happy To Be (On This Mountain)" / "Let My Love Grow" via het Chryslais label, die in de onderste regionen van de hitparade terecht kwam.
Het duo speelde in de jaren er na onder andere met Richard and Linda Thompson, Supertramp, Jasper Carrott, Procul Harum, The Who, The Velvet Underground, Hawkwind, Elton John, Roxy Music, T.Rex en Cat Stevens, om er maar enkelen te noemen.
Vervolgens verscheen het nummer "Our Love Will Not Decay" op de 2LP "El Pea", die via Island Records verscheen met daarop verder nog Jethro Tull, Nick Drake, Traffic, Emerson, Lake & Palmer, The Incredible String Band, Cat Stevens, Fairport Connvention en anderen.
Enkele maanden later bracht Chrysalis het eerste album van Tír Na Nóg met gelijknamige titel uit, die in de Livingstone Studios te Barnet was opgenomen en geproduceerd was door de legendarische folk producer Bill Leader.
Melody Maker was zo verrukt door de muziek van de band, dat ze het tot album van de maand bombardeerden, waarna diverse radio stations hen uitnodigden.
Daaronder waren optredens bij John Peel en Alan Freeman, maar ook bij Bob Harris en Kid Jensen.
Sonny en Leo gingen opnieuw de studios in om nieuw materiaal op te nemen en deze keer deden ze dat in de Morgan Studios te Willesden, waar ze Paul McCartney tegen het lijf liepen, die in dezelfde studio's bezig was met de opnamen van een Wings LP en ook Cat Stevens, waar ze recentelijk mee hadden getoerd, was daar bezig zijn album "Catch Bull at Four" op te nemen.
Het duo nam hun LP "A Tear and a Smile" op, die in 1972 uitgebracht werd, met behulp van Larry Steele en Barry De Souza, die de aanvullende instrumenten bespeelden en in 1972 verschenen ook de singles "Bluebottle Stew" / "Come and See the Show" en "The Lady I Love" / "Heidi".
Hun derde album "Strong in the Sun", die door Procul Harum organist Matthew Fisher was geproduceerd, verscheen in 1973, evenals hun volgende single "Strong in the Sun" / "The Mountain and I".
Het was de bedoeling dat Paul McCartney hun nieuwe single "Spotlight", waarop Mike Giles drums speelde, zou gaan producen, maar deze werd nooit uitgebracht.
Nadat hun label Chrysalis de band in 1974 onverschillig behandelde, keerden Sonny en Leo terug naar Ierland, waar ieder zijn eigen weg ging en de band dus ophield te bestaan.
In 1985 werd de band opnieuw opgericht en kwam de single "Love Is Like a Violin" / "Daisy Lady" via hun eigen Tír Na Nóg label uit.
Daarna verschenen de live albums "Hibernian" (2000) een live optreden te Birmingham uit 1995, "Spotlight" (2001) met nummers van de originele John Peel radio sessies uit 1972/1973 en "Live at Sirius" (2010) opgenomen in de Sirius Arts Centre in Cobh te Cork, maar ook verscheen de dubbel LP "A Tear and a Smile" / "Strong in the Sun" in 2004 op de markt.
Het Fruits De Mer label bracht op 31 mei 2014 de 7" EP "I Have Known Love" in een gelimiteerde oplage op gekleurd vinyl op de markt en deze wordt 7 september 2015 gevolgd door de 7" single "Ricochet" / "Tir na nOg (Live)", die in een beperkte oplage gekleurd vinyl verschijnt en een uitvouwbare poster bevat, waarbij nog opgemerkt kan worden, dat er geen CD's en/of downloads van de single gemaakt zullen worden, op enkele promo's na.
Ook is de LP "The Dark Dance", die op 24 mei 2015 in The Half Moon, te Putney, Engeland, tijdens het "Games For May" festival van Mega Dodo Records en Fruits De Mer records door de band gelanceerd werd, in 2015 door het Fruits De Mer Records label op vinyl uitgebracht.
Van de opnamen, die in 2015 tijdens het optreden in The Half Moon gemaakt zijn, verschijnt 6 juni 2016 het album "Live At The Half Moon" via het Mega Dodo Records label en deze wordt in een beperkte oplage als 2LP van 250 stuks op groen vinyl geperst, die alleen via de website www.megadodo.co.uk te verkrijgen is, maar ook zullen er van de 2LP 250 stuks op 180 gram zwart vinyl worden uitgebracht.
Tevens verschijnt het album op CD en als download en daarop zijn 10 nummers te beluisteren, terwijl er op de 2LP slechts 9 nummers staan.

Het album start met "Time Is Like A Promise", waarin ik een mooie rustige melodische folk song te horen krijg (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie), die gevolgd wordt door "You In Yellow", een prachtige folk song, waar diverse subtiele tempowisselingen zitten.
Daarna zet het duo me "Looking Up" voor, een heerlijke swingende melodische folk song, die een aanstekelijk ritme bevat en licht psychedelisch klinkt, waarna Tir Na Nóg me laat genieten van "Ricochet" en dit is een fantastische swingende psychedelische song, waarbij stil zitten geen optie is.
Dan volgt "I Pick Up Birds At Funerals" en hierin speelt het duo een lekker in het gehoor klinkende song in een gemiddeld tempo, om met "I Have Known Love" te vervolgen en ook in dit nummer schotelt het duo me een schitterende rustige melodische folk song voor.
In "Eyelids Into Snow" krijg ik een aanstekelijke melodische song te horen, waar een dansbaar ritme in zit en in "The Lady I Love" laat het duo me genieten van een swingende vertolking van hun hit uit 1972.
Vervolgens hoor ik "Free Ride", een geweldige swingende licht psychedelische song, die een verrukkelijk, op bongo's gespeeld, hypnotiserend ritme bevat, waarbij het onmogelijk is stil te blijven zitten en in het laatste nummer, dat "Two White Horses" heet, speelt het duo een uitstekende rustige folk song.

"Live At The Half Moon" van Tir Na Nóg bevat 10 schitterende songs, waar ik van begin tot einde van genoten heb en ik kan liefhebbers van folk en psychedelische muziek dan ook aanraden, dit album eens te gaan beluisteren.




maandag 4 april 2016

Review: Telstar Sound Drone - Magical Solutions To Everyday Struggles (Bad Afro Records, 2016) (Psychedelisch)

Telstar Sound Drone uit Fredericia, Denemarken, is in 2007 opgericht onder de naam Les Aprés L'Amour Sonnes door Hans Beck - drums en Mads Saaby - sologitaar, die samen muziek maakten bij een oude educatieve films.
Nadat Sean Jardenbaek - zanger en sologitarist zich bij dit duo voegde, besloot men onder de naam Telstar Sound Drone verder te gaan.
Nadat de band een gelijknamige EP had uitgebracht, leidde dat, in 2009, tot een optreden op het Roskilde Festival.
Daarna leek het er even op, dat de band ten onder zou gaan aan interne problemen, maar die werden opgelost en in het najaar van 2011 bracht de band een 7 inch vinyl single uit via het Bad Afro Records label, getiteld "The Mirror Pieces".
Vervolgens was het wachten op een LP, maar dat zou nog even duren, want zowel Mads als Hans spelen in de band Baby Woodrose en gingen daarmee enkele jaren op tournee.
De gelimiteerde eerste uitgave van de LP "Comedown", die de bonus CD van het gehele album als extra's bevat en ook als download uitgebracht wordt, is in het voorjaar van 2013 verkrijgbaar en wordt vooraf gegaan door de single "Satellited", die eveneens op het album staat.
Op de plaat spelen enkele gastmuzikanten mee: Hobbitten (Spids Nogenhat) - sologitaar, Christian Norup (Highway Child) - basgitaar en Kare Joensen (Baby Woodrose) - basgitaar.
Het tweede album van de band, ook nu weer eens vinyl uitgave, is op 18 maart 2016 via Bad Afro Records verschenen en heet "Magical Solutions To Everyday Struggles" en de bandleden worden op dit album bijgestaan door: Hobbitten (Spids Nøgenhat/ex-On Trial) - sologitaar (6 nummers), Christian Norup (Bite The Bullet) - basgitaar (5 nummers) en Kåre Joensen (Baby Woodrose) - basgitaar en synthesizer (2 nummers).
Voor de LP, die geproduceerd werd door Telstar Sound Drone en Anders Onsberg (Baby Woodrose/Spids Nøgenhat) en gemasterd door Flemming Rasmussen (Metallica/Mew) in de Sweet Silence Studio te Kopenhagen zonderde de band zich 4 maanden volledig af in hun oefenruimte (een kleine donkere tent uit de 2e wereldoorlog).

"Magical Solutions To Everyday Struggles" bevat 9 nummers, waarvan de eerste "Drugs Help" heet en hierin krijg ik een fantastische hypnotiserende psychedelische rock song te horen, waarmee de band me meteen in de ban van de muziek krijgt en deze wordt gevolgd door "Something I Can't Place", waarin ik opnieuw zo'n geweldig lekkere hypnotiserende psychedelische rock song voorgezet krijg, die in een niet al te hoog ritme gespeeld wordt en me in hogere sferen brengt, waarna het nummer verder gaat in "Dark Kashmir", een verrukkelijke hypnotiserende rock song en de drone daarin is een opname van een roterende hard disk, die via elektro magnetische pick-ups is opgenomen, waardoor ik nog dieper de muziek ingezogen wordt.
Daarna hoor ik "Your Fingers Stirs The Liquid Moon" en in deze schitterende rustige psychedelische song schotelt de band me een licht hypnotiserend eentonig pulserend drums ritme voor, die door de synthesizer begeleid wordt, waarna "Closer Again" volgt en daarin zet Telstar Sound Drone me een aanstekelijke licht hypnotiserende pop song voor.
Dan hoor ik "Strange Apples", weer zo'n heerlijke psychedelische pop song en deze bevat een lekker dansbaar ritme en tegen het einde van het nummer een prima tempowisseling en "Mad Seeds" is opnieuw een fantastische psychedelische rock song, die een licht hypnotiserend ritme bevat.
In "Dead Spaces" hoor ik de band een mix maken van soundscapes, psychedelische rock en een hypnotiserend ritme, die in een niet al te hoog tempo gespeeld wordt en me opnieuw in een lichte trance brengt (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie) en in het laatste nummer, "Lean Down On White", krijg ik eveneens een schitterende mix van soundscapes en een psychedelische pop song voorgezet, waarbij het tempo vrij rustig is, zodat de muziek diep in mijn brein doordringt en me tot rust brengt.

"Magical Solutions To Everyday Struggles" van Telstar Sound Drone is een verrukkelijke LP, waarbij de band me van begin tot eind in de ban van hun muziek heeft weten te houden en ik kan elke liefhebber van hypnotiserende en psychedelische muziek dit fantastische album dan ook ten zeerste aanraden.




Review: The Galileo 7 - The Live-O-Graphic Sessions (Fools Paradise Records, 2016) (Beat)

Allan Crockford - zang en sologitaar richtte in 2009  de band The Galileo 7 op, die naar een episode van Star Trek is genoemd.
Hij was eerder actief in andere bands en enkele daarvan heten, The Solarflares, The Prisoners, JTQ en Thee Headcoats en hij maakt ook deel uit van de band Graham Day & The Forefathers.
Samen met Viv Bonsels - orgel en zang, Mole Brooks - basgitaar en zang en Russ Baxter - drums vormde hij de eerste formatie van The Galileo 7, die uit Medway, Londen, Engeland komt en tegenwoordig bestaat uit: Allan Crockford - zang en sologitaar, Viv Bonsels - orgel en zang, Paul Moss - basgitaar en zang en Mole Brooks - drums en zang.
The Galileo 7 bracht tot nu toe 3 albums uit.
In 2010 was dat "Are We Having Fun Yet?" via Misty Lane Records en in 2012 "Staring At The Sound" via State Records, waarna "False Memory Lane" uit 2014 op het eigen Fool's Paradise label verscheen en deze werd zowel op vinyl, als op CD en als download uitgebracht, waarbij opgemerkt kan worden, dat de bij vinyl versie een CD met 3 nummers, die niet meer op de LP pasten, is bijgevoegd, plus een download code.
De band heeft in 2015 een nieuwe single gemaakt, getiteld "One Lie At A Time" / "The God Of Gaps", die 16 maart via het State Records label in een gelimiteerde oplage van 500 stuks verscheen, waarvan de eerste 250 exemplaren vergezeld gingen van een CD met daarop de nummers van de single plus een exclusieve extra song, die nergens anders op staat.
Ook de nieuwe 7" vinyl single "Cruel Bird", die een dubbele A kant heeft, is 28 maart 2016 via het State Records label uitgebracht in een beperkte oplage van 500 stuks, waarvan de eerste 200 exemplaren op paars vinyl zijn geperst, die alleen via de band zelf of via State Records verkrijgbaar zijn en tevens is vermeldenswaardig, dat de single in mono is verschenen.
Tijdens de opnames voor de single, speelde de band ter opwarming diverse oudere nummers en wisten daarbij onmiddelijk, dat ze deze eveneens zouden gebruiken. Het resultaat daarvan is te horen op de CD "The Live-O-Graphic Sessions", die 24 januari 2016 in de Barker's Lithographic Printers, te Rochester, werd opgenomen en net als de single 28 maart 2016 via het Fools Paradise Records is verschenen.

Het eerste van de 10 nummers, die op de CD staan, heet "Never Go Back" en daarin laat de band me meteen genieten van een schitterende snelle beat song, die me aan de muziek van de jaren 60 bands doet denken en gevolgd wordt door "Not Gonna Miss You", een heerlijke swingende uptempo beat song.
Daarna schotelt de band me "Orangery Lane" voor en ook hier hoor ik de band een uitstekend stukje muziek ten gehore brengen, dat associaties oproept met die uit de jaren 60 en lichte psychedelische invloeden bevat, waarna ik "My Cover Is Blown" hoor, een prachtige rustige pop song, die enkele prima tempowisselingen heeft.
Dan volgt "Don't Know What I'm Waiting For", waarin ik een geweldige snelle pop song te horen krijg, die een zeer aanstekelijk ritme heeft en deze wordt gevolgd door "Anne Hedonia", een lekker in het gehoor klinkende pop song, die swingt.
In "Nobody Told Me" laat The Galileo 7 me opnieuw zo'n schitterende zestiger jaren gerelateerde pop song horen, die een aanstekelijk ritme bevat en diverse tempowisselingen heeft en in "Don't Follow Me" zet de band me weer een lekker swingende dansbare pop song voor.
Vervolgens hoor ik "Modern Love Affair", een fantastische swingende pop song met diverse subtiele tempowisselingen en een aanstekelijk ritme, waarbij het moeilijk is stil te blijven zitten (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie) en in het laatste nummer, dat "Don't Fly Too High" heet en daarin laat de band me ook deze keer weer zo'n verrukkelijke aanstekelijke swingende dansbare pop song horen.

"The "Live-O-Graphic" Sessions" van The Galileo 7, dat min of meer een "Best Of" genoemd mag worden, bevat 10 geweldige songs, die het beluisteren meer dan waard zijn en ik kan dit album dan ook van harte aanbevelen aan hen, die van zestiger jaren muziek en de betere pop houden.




Review: Magnolia - På Djupt Vatten (Transubstans Records, 2016) (Rock)

Toen Ronny Eriksson in 1994 begon met het schrijven van zijn muziek, die geïnspireerd was door de muziek van eind jaren 60 begin jaren 70, begon hij ook met zijn project Magnolia, genoemd naar de Blue Cheer song "Magnolia Caboze Babyfinger".
Hij nam zijn eerste songs op een Fostex 4-sporen recorder op, waarop hij sologitaar, basgitaar en keyboards speelde en zong, terwijl de drums door Anders "Heda" Hedström gedaan werd.
Het debuut album "Magnolia", dat door Transubstans uitgebracht werd, werd in 2 opname sessies tussen 2003 en 2006 in Love Tholin's Drop Out analoge studio te Ämal opgenomen met Love Tholin als sologitarist en ook Jan Vreeswijk (zoon van de beroemde Cornelis Vreeswijk) speelt daarop als sologitaar in 1 nummer mee, terwijl de drums door Anders Hedström en Thomas Eriksson (Ronny's jongere broer) gespeeld werd.
Tussen eind 2007 en begin 2008 nam Magnolia zijn tweede album "Falska Vägar" op, opnieuw in Love Tholin's Drop Out studio en deze CD werd door Transubstans uitgebracht, waarna dat zelfde label in 2010 ook de derde CD van Ronny, "Steg För Steg", op de markt bracht.
Voordat de vierde CD "Tänk Själv" in 2013 werd uitgebracht door Transubstans, maakte Ronny 2 albums met de Zweedse band My Brother The Wind.
In 2015 verscheen het album "Svarta Sagor", dat net als de vorige albums, weer door het Transubstans Records label is uitgebracht en in het Zweeds gezongen wordt en op 29 april 2016 verschijnt het album "Pa Djupt Vatten" zowel als digipack CD als zwart vinyl LP via het Transubstans Records label.
De band bestaat op dit album, waarop 10 nummers staan, uit: Ronny Eriksson - zang, solo- en basgitaar en keyboard, Jonas Andersson - sologitaar en Niklas Bergsland - drums.

Het eerste nummer van het album heet "Astronaut" en hierin hoor ik de band een lekker swingende rock song spelen met invloeden van de jaren 70 rock bands, waarna "Lev Varje Stund" volgt en daarin zet de band me uitstekende dansbare rock song voor, die een aanstekelijk ritme bevat.
Daarna krijg ik "Ensamvarg" voorgezet, waarin de band een heerlijk rustig nummer, met blues invloeden, ten gehore brengt (luister naar dit nummer via de soundcloud link onder de recensie), dat gevolgd wordt door "Kan Du Förlåta Mig", een vrij stevige swingende hardrock song, die enkele prima tempowisselingen bevat en een licht hypnotiserend ritme heeft, waarbij het moeilijk is, stil te blijven zitten.
In "Brev Till Horisonten" schotelt de band me een korte rustige song voor, die nog geen minuut duurt en nog niet af lijkt, doordat deze abrupt afgebroken wordt, waarna "Jag Ska Dra Iväg" volgt en ik een lekker in het gehoor klinkende swingende rock song te horen krijg.
Vervolgens hoor ik "De Stora Leker Krig", een werkelijk prachtige rock song, die afwisselende tempo's heeft en gevolgd wordt door "Molnen Skingras", waarin de band me een rustig startende rock song voor zet, die na korte tijd over gaat in een swingende uptempo rock song.
Dan volgt "Lilla Vännen" en ook daarin laat de band me genieten van een aanstekelijke swingende rock song, waarbij stil zitten geen optie is en in het laatste nummer, "Lugnet Efter Stormen", dat slechts 40 seconden duurt, hoor ik Ronny solo een heerlijk stukje gitaar spelen.

Magnolia heeft met "Pa Djupt Vatten", ook nu weer, een uitstekend album gemaakt, dat zijn weg naar de liefhebbers van dit genre zeker zal weten te vinden en ik kan hen dan ook aanraden deze schijf eens te gaan beluisteren.