Een van de eerste pioniers van Turkse popmuziek, Mogollar uit Istanbul, haalde hun naam uit één van de grootste rijken uit de geschiedenis, namelijk het Mongoolse rijk.
De band, die westerse elementen in hun muziek verweefde, werd als de belangrijkste van de vrije Turkse popmuziek beschouwd en de bandleden werden helden binnen hun eigen cultuur.
Zij waren de ontwikkelaars van de zogenaamde Anadolu pop, die zou leiden tot een heel nieuw genre, dat honderden bands en muzikanten zou beïnvloeden.
Mogollar ontstond in 1967 uit 2 bands, namelijk Siluetler, waarin Aziz Ahmet - zang en Murat Ses - keyboards speelden en Selcuk Alagöz, met daarin multi instrumentalist Cahit Berkay - gitaar, saz, tambur en nog andere instrumenten, Hasan Sel - basgitaar en Engin Yorukoglu - drums.
In die formatie werd hun eerste single "Eastern Love" in februari 1968 uitgebracht, maar hun doorbraak kwam in de zomer van dat jaar met hun derde plaats op de prestigieuze Altin Mikrofon wedstrijd en het nummer "Ilgaz".
Mogollar maakte als eerste een combinatie van traditionele Turkse muziek en psychedelische rock en gebruikte daar zowel westerse als oosterse instrumenten voor, waardoor de term Anadolu pop ontstond.
Nadat zanger Aziz Ahmet Mogollar had verlaten en een korte tijd een vervanger voor hem vond, verhuisde de band in 1970, zonder zanger, naar Parijs, waar ze in 1971 hun eerste LP uitbrachten onder de naam Les Mogol, die trouwens in Turkije werd uitgebracht als Mogollar.
Nadat ze gedurende een korte tijd hadden samengewerkt met zanger Baris Manco, veranderde de bezetting van de band regelmatig en kwamen en gingen diverse zangers, waarvan de bekendste ongetwijfeld Cem Karaca is, met wie de band een single opnam.
Tussen 1974 en 1976 bleven alleen Cahit Berkay en Engin Yorukoglu de vaste krachten van Mogollar, die de meer jazz getinte LP's "Ensemble D'Cappadocia" en "Hitit Sun" maakten en al min of meer aangaven, dat dit duo op zoek was naar andere richtingen in de muziek.
In 1976 ging Mogollar uit elkaar, maar in 1992 kwam de band weer bijeen, doordat een groep fans daar een campagne voor startte en duizenden handtekeningen naar Cahit en de andere ex-leden stuurden.
Het resultaat was een reünie van Mogollar in 1993, waarbij Cahit en Engin samen met Taner Öngür - basgitaar en Serhat Ersöz - keyboards de "nieuwe" band vormden, die in 1994 de CD "Mogollar '94" uitbrachten.
Vanaf dat moment verschenen er met de regelmaat van de klok nieuwe CD's en in 2009 was dat "Umut Yolunu Bulur", waarop de band is uitgebreid met Emrah Karaca - zang en Utku Ünal - drums.
Op deze CD staan 12 nummers, die allemaal door de band zelf geschreven zijn.
Het eerste nummer heet "Kaya Kac Seker", een schitterende mix van traditionele Turkse en westerse muziek, die in en afwisselend tempo gespeeld wordt.
Dit wordt gevolgd door "Geri Sar", een heerlijke progressieve symfonische rocksong, waarbij het ritme en de tekst onmiddellijk in mijn hoofd blijven hangen.
Daarna volgt "Haydarpasa Merdivenleri", een vrij stevig nummer, dat een gesproken tekst en een vrouwenkoor als achtergrond heeft en halverwege verandert in een prima symfonische rocksong.
Het volgende nummer, "Yalan", is een stevige song, die richting hardrock gaat en het daarop volgende "Umut Yolunu Bulur" is een prachtige symfonische rocksong met een beetje een melancholische ondertoon.
Dan krijg ik "Mogol Misketi" te horen en de eerste tonen van dit instrumentale nummer swingen mijn gehoorgang binnen en krijgen gelukkig een vervolg in de rest van het nummer.
"Kadinlarimiz" is een psychedelische song, waarbij de zang prima bij het dreigende hypnotiserende ritme past en ook in deze song zit een tempowisseling, waardoor het nummer halverwege in een soort chanson verandert, waarin het dreigende en hypnotiserende totaal verdwenen is, totdat de band dit ritme aan het eind weer oppakt.
Vervolgens gaat Mogollar op de rock toer en "Kriz Bash" is dan ook een geweldige swingende song, waarmee de band me vanaf de begintonen meteen te pakken heeft.
Ook "Bulutlar Adam Öldürmesin" is een fantastische swingende rocksong, waarin symfonische klanken en een steeds terugkerend gezongen stuk tekst bepalend zijn.
Nostalgie hoor ik in "Günter", een heerlijk stuk lekker swingende pop, waarin de viool een hoofdrol speelt en daardoor enigszins associaties bij me oproept van zigeuner muziek.
"Alarm" is een symfonische rocksong, waarin de band enkele prima tempowisselingen heeft ingebouwd en het laatste nummer "Ugur Mumcu Anisina" is een rustig, maar schitterend stuk instrumentale progrock, dat me naar meer doet verlangen, dus besluit ik de CD nogmaals te draaien en te draaien.
De CD "Umut Yolunu Bulur" is er één om te koesteren en verdient een plek in elke platenkast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten