All Them Witches komt uit Nashville, Tennessee, Amerika en maakt met "Our Mother Electricity" hun debuut LP/CD, die via het Duitse Elektrohasch label op de markt gebracht wordt.
De band, die bestaat uit: Ben McLeod - sologitaar en zang, Robby Staebler - drums en percussie en Michael Parks Jr. - basgitaar, zang en akoestische gitaar, bracht deze CD in het voorjaar van 2012 al uit in eigen beheer, maar nu dus langs de officiële weg op zowel LP als CD.
Op de CD, die 9 nummers bevat en allemaal door de band zelf geschreven zijn , wordt dit trio bijgestaan door Allan Van Claeve op keyboards.
Het openingsnummer heet "Heavy Like A Witch", dat met nogal zwaar geneurie begint, dat over gaat in een stevige rock en laat me een band horen, die vrij heftige hardrock speelt, waarin de stijl overeenkomsten vertoont met die van bands als Colour Haze en The Machine, waarbij het keyboardsspel van Allan Van
Claeve als toegevoegde waarde geldt.(Luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Het volgende nummer, dat "The Urn" heet, is van een totaal ander gehalte en deze uitstekende southern rock song vind ik redelijk commerciël klinken.
Vervolgens krijg ik een song te horen, die "Bloodhounds" heet en weer een ander beeld van de band oproept, want in dit nummer speelt de band een schitterende stukje muziek met invloeden uit de powerrock.
Daarna volgt "Guns", een swingende rock song met een slepend ritme en heerlijk gitaar werk, waarin lichtelijk blues invloeden te herkennen zijn.
Dan hoor ik "Elk. Blood. Heart", een langzaam gespeelde southern rock song, waarin de zang schittert en het ritme aanstekelijk klinkt en me aanzet tot mee bewegen met de muziek.
In "Until It Unwinds" speelt de band heftige mix van southern rock, hard- en powerrock, waarin enkele prima uitstapjes van de sologitaar te beleven zijn en het ritme haast hypnotiserend te noemen is.
"Easy" is een rustige southern rock song met een melodisch ritme en klinkt heerlijk en "Family Song For The Leaving" is eveneens een rustige song, waarin de akoestische gitaar, samen met de zang, het nummer bepaalt en begeleid wordt door de elektrische gitaar en percussie.
Als afsluiter heeft de band nog een rustige song gekozen, getiteld "Right Hand", waarin enkele prima tempowisselingen zitten, waardoor de muziek zo nu en dan behoorlijk heftig wordt, maar dit weet de band uitstekend af te wisselen met rustige stukken.
"Our Mother Electricity" is een geweldige debuut LP/CD van een band, die erg prettig en afwisselend klinkt en wat mij betreft een aanrader is voor iedere muziekliefhebber.
All Them Witches - Heavy/Like A Witch - YouTube
www.youtube.com/watch?v=PCKxnIbbCJ4
zondag 27 januari 2013
Review: Thalamus - Soul (Transubstans, 2013)(Hardrock)
Thalamus werd in 2006 te Borlange, Zweden, opgericht door voormalige leden van de bands Cryonic Temple, Kjell-Ronnys Pop Orchestra en Lavskäggä.
Kjell ontmoette Janne en Basse en vormde met hen de band Thalamus en een maand later kwam ook Peter bij de band.
In deze formatie werd de CD "Beneath A Dying Sun" opgenomen, waarna Janne Cederland en Hakan Danielsson in 2010 de band verlieten en werden vervangen door Mats Cesar en Joakhim Aslund, zodat de band nu bestaat uit: Peter Johansson - basgitaar, Sebastian Olsson - drums, Kjell Bergendahl - zang en sologitaar, Joakhim Aslund - Hammond orgel, keyboards en zang en Mats Cesar - sologitaar.
Deze groep muzikanten nam in 2011 de CD "Subterfuge" op, die voorafgegaan werd door de single "Blind".
"Subterfuge", die door Transubstans uitgebracht werd, behaalde een top 6 plaats in de Zweedse nationale hitparade in 2011.
Voor hun volgende CD, "Soul", die in 2013 via Transubstans verscheen, leefde de band 5 maanden samen in het huis van basgitarist Peter Johansson en schreven alle leden de songs, die uitdrukking geven aan hun innerlijke gevoelens en gedachten, die varieëren van depressie tot onzin en van liefde tot dood.
"Soul" werd opgenomen onder leiding van Daniel Bergstrand, die met onder andere Meshuggah, Inflames en Evergrey werkte en deze deed ook de mix voor de CD.
De CD bevat 10 songs, waarvan "This House Is Going Down In Fire" de eerste is en dit is een stevige hardrock song, die invloed kent uit blues en een eentonig drum en gitaar ritme heeft, waardoor er een licht hypnotiserende werking ontstaat.
Vervolgens hoor ik "The Great Divorce", een rustige stevige rock song, waarin de band me aan jaren 70 bands als Free en Bad Company doet denken, die gevolgd wordt door "Caveman's Crib", een swingende hardrock song, die in uptempo gespeeld wordt met daarin een lekker klinkend ritme, dat me in beweging brengt.
Daarna volgt "Eleven Maids", dat weer een stevige rustige hardrock song is en in dit nummer voert het orgelspel de boventoon en ook hierin doet de band me aan de muziek van Bad Company denken.
Dan krijg ik de titelsong "Soul" te horen, een prima rock song, waarin het ritme wisselt en de muziek in een vrij rustig tempo gespeeld wordt en ook hierin ontkom ik niet aan het idee, dat de band sterk beïnvloed is door Bad Company en Free.
Ook "In My Hour Of Dying" speelt de band een stevige song die prima tempowisselingen bevat, waarin de muziek naar de progressieve rock neigt.
In "Marooned In Space" hoor ik weer een vrij rustige rock song en in "Whenever I Fall" laat de band opnieuw een heerlijk stukje uptempo muziek horen, waarin schitterend gitaarwerk klinkt en het moeilijk is stil te blijven zitten.
"Just Like Robert Johnson" is een uitstekend klinkende rock song, waarin het tempo gemiddeld te noemen is en net als in voorgaande nummers, blijf ik het idee houden, dat de muziek van Free en Bad Company de band erg beïnvloed heeft.
Met "The Death Of The Last Mermaid" verandert dat idee niet en ook dit fantastische nummer laat me genieten van de muziek van Thalamus, die in vrij rustig tempo gespeeld wordt.
Het volgende nummer heet "Follow The White Rabbit" en hierin voert de band het tempo iets op, wordt het gitaar geluid net even iets ruiger en de muziek een stukje swingender, waardoor ik hier een kruising van hardrock en progressieve rock voorgeschoteld krijg.
Het laatste nummer van de CD "Where The Roses Never Fade" bevat dezelfde ingrediënten en ook hier laat de band me weer genieten van hun naar zeventiger jaren klinkende rock muziek.
Met "Soul" heeft Thalamus volgens mij een uitstekende CD gemaakt, die bij zowel hardrock fans als bij zeventiger jaren muziek liefhebbers in de platenkast hoort te staan.
THALAMUS - Still Dancing On My Grave - YouTube
www.youtube.com/watch?v=kv3ojMwln_U
Kjell ontmoette Janne en Basse en vormde met hen de band Thalamus en een maand later kwam ook Peter bij de band.
In deze formatie werd de CD "Beneath A Dying Sun" opgenomen, waarna Janne Cederland en Hakan Danielsson in 2010 de band verlieten en werden vervangen door Mats Cesar en Joakhim Aslund, zodat de band nu bestaat uit: Peter Johansson - basgitaar, Sebastian Olsson - drums, Kjell Bergendahl - zang en sologitaar, Joakhim Aslund - Hammond orgel, keyboards en zang en Mats Cesar - sologitaar.
Deze groep muzikanten nam in 2011 de CD "Subterfuge" op, die voorafgegaan werd door de single "Blind".
"Subterfuge", die door Transubstans uitgebracht werd, behaalde een top 6 plaats in de Zweedse nationale hitparade in 2011.
Voor hun volgende CD, "Soul", die in 2013 via Transubstans verscheen, leefde de band 5 maanden samen in het huis van basgitarist Peter Johansson en schreven alle leden de songs, die uitdrukking geven aan hun innerlijke gevoelens en gedachten, die varieëren van depressie tot onzin en van liefde tot dood.
"Soul" werd opgenomen onder leiding van Daniel Bergstrand, die met onder andere Meshuggah, Inflames en Evergrey werkte en deze deed ook de mix voor de CD.
De CD bevat 10 songs, waarvan "This House Is Going Down In Fire" de eerste is en dit is een stevige hardrock song, die invloed kent uit blues en een eentonig drum en gitaar ritme heeft, waardoor er een licht hypnotiserende werking ontstaat.
Vervolgens hoor ik "The Great Divorce", een rustige stevige rock song, waarin de band me aan jaren 70 bands als Free en Bad Company doet denken, die gevolgd wordt door "Caveman's Crib", een swingende hardrock song, die in uptempo gespeeld wordt met daarin een lekker klinkend ritme, dat me in beweging brengt.
Daarna volgt "Eleven Maids", dat weer een stevige rustige hardrock song is en in dit nummer voert het orgelspel de boventoon en ook hierin doet de band me aan de muziek van Bad Company denken.
Dan krijg ik de titelsong "Soul" te horen, een prima rock song, waarin het ritme wisselt en de muziek in een vrij rustig tempo gespeeld wordt en ook hierin ontkom ik niet aan het idee, dat de band sterk beïnvloed is door Bad Company en Free.
Ook "In My Hour Of Dying" speelt de band een stevige song die prima tempowisselingen bevat, waarin de muziek naar de progressieve rock neigt.
In "Marooned In Space" hoor ik weer een vrij rustige rock song en in "Whenever I Fall" laat de band opnieuw een heerlijk stukje uptempo muziek horen, waarin schitterend gitaarwerk klinkt en het moeilijk is stil te blijven zitten.
"Just Like Robert Johnson" is een uitstekend klinkende rock song, waarin het tempo gemiddeld te noemen is en net als in voorgaande nummers, blijf ik het idee houden, dat de muziek van Free en Bad Company de band erg beïnvloed heeft.
Met "The Death Of The Last Mermaid" verandert dat idee niet en ook dit fantastische nummer laat me genieten van de muziek van Thalamus, die in vrij rustig tempo gespeeld wordt.
Het volgende nummer heet "Follow The White Rabbit" en hierin voert de band het tempo iets op, wordt het gitaar geluid net even iets ruiger en de muziek een stukje swingender, waardoor ik hier een kruising van hardrock en progressieve rock voorgeschoteld krijg.
Het laatste nummer van de CD "Where The Roses Never Fade" bevat dezelfde ingrediënten en ook hier laat de band me weer genieten van hun naar zeventiger jaren klinkende rock muziek.
Met "Soul" heeft Thalamus volgens mij een uitstekende CD gemaakt, die bij zowel hardrock fans als bij zeventiger jaren muziek liefhebbers in de platenkast hoort te staan.
THALAMUS - Still Dancing On My Grave - YouTube
www.youtube.com/watch?v=kv3ojMwln_U
Review: Greg 'Stackhouse' Prevost - Mississippi Murderer (Mean Disposition Records, 2013)(Rock)
Greg Prevost, uit Rochester, New York, begon halverwege de jaren 70, toen hij als zanger / gitarist in bands speelde als Dr.Electro & His Psychedelic Retards, Distorted Levels, Tar Babies en Cutdowns, die allemaal minimaal een single uit brachten.
Daarna richtte hij samen met de toen 16 jarige Andy Babiuk de garagerock band The Chesterfield Kings op, die diverse LP's en singles uit brachten, waarvan de eerste, "I Ain't No Miracle Worker"/ "The Heards 1967", op hun eigen label Living Eye Records, slechts in een zeer beperkte oplage van 500 stuks.
Na hun laatst verschenen CD uit 2009 besloot Greg een solo CD te maken en het resultaat heet "Mississippi Murderer", die een half jaar daarvoor voorafgegaan werd door de 7 inch vinyl single "Mr. Charlie", die via het Mean Dispotion Records label werd uitgebracht, waarop hij akoestische blues speelt.
Voor "Mississippi Murderer" vroeg hij enkele vrienden hem daarbij te helpen en de band die op deze uitgave te horen is, bestaat uit: Greg Prevost - zang, solo- slide-national steel- en akoestische gitaar, maracas,
mondharmonica en tamboerijn, Zachery Koch - drums en tamboerijn, Alex Patrick - basgitaar, tamboerijn en zang en Keenan Bartlett - piano.
Op de CD staan 12 songs, waarvan 5 covers en 7 van de hand van Greg en de eerste daarvan heet "Death Rides With The Morning Sun".
Na de eerste tonen van de muziek en vooral de zang, weet ik meteen al, dat Greg enorme fan van The Rolling Stones moet zijn, want zijn stem lijkt niet alleen op die van Mick Jagger, ook de muziek lijkt op die van The Stones, maar dat wist ik natuurlijk al, nadat ik de muziek van The Chesterfield Kings beluisterd had.
Het nummer is een kruising van blues en rock, waarbij de Stones sound onmiskenbaar aanwezig is en als ik niet beter wist, zou ik denken hier een nieuw Stones nummer te horen en ook "Get Myself Home" bevat die ingrediënten, hoewel de song iets ruiger is.
Vervolgens krijg ik het door Jagger en Richards geschreven "I Ain't Signifying" te horen en daarin laat Greg nogmaals horen, hoeveel zijn stem op die van Mick Jagger lijkt.
In "Hard Time Killing Floor Blues" hoor ik de zang van Greg op een andere manier, waarin hij meer als zichzelf klinkt en deze schitterende blues song wordt in een vrij traag tempo gespeeld.
Met "Stoned To Death" is de invloed van New York Dolls te horen en hierin speelt de band een stevige rock song met blues invloeden, die gevolgd wordt door "Hey Gyp (Dig The Slowness)", een snelle mix van blues en rock.
De volgende song heet "Too Much Junk" er hierin gaat het tempo nog verder omhoog richting punk, maar ook nu hoor ik de blues er in doorklinken.
"Ain't Nothing Here To Change My Mind" is het volgende nummer en daarin neemt de band een stuk gas terug en laat een rustige song horen, waarbij Greg weer in de huid van Mick Jagger lijkt te kruipen.
Nog meer blues krijg ik te horen in "Downstate New Yawk Blooze" en hierin zit een lekker wisselend tempo en een prima harmonica spel.(Luister naar deze song via de youtube link onder de recensie)
Daarna hoor ik "Ramblin' On My Mind", dat haast als een akoestische blues klinkt en in uptempo gespeeld wordt, gevolgd door "Never Trust The Devil", een lekker stevige blues rock song en als afsluiter "John The Revelator", een schitterende ruige blues song, waarin de band alles uit de kast haalt en soms tegen het experimentele aan zit.
De muzikale invloeden van Greg (Rolling Stones, New York Dolls, Yardbirds) zijn altijd duidelijk hoorbaar geweest en ook op "Mississippi Murderer" is dat niet anders, wat wil niet zeggen, dat dit een slap aftreksel van die bands is.
Integendeel, want de CD "Mississippi Murderer" is een uitstekend product, dat muzikaal prima in elkaar zit en zeker bij liefhebbers van The Rolling Stones en zestiger jaren bands in de smaak zal vallen.
"Downstate New Yawk Blooze" from "Mississippi Murderer"
Greg 'Stackhouse' Prevost - YouTube
www.youtube.com/watch?v=kY5acqqlaY8
Daarna richtte hij samen met de toen 16 jarige Andy Babiuk de garagerock band The Chesterfield Kings op, die diverse LP's en singles uit brachten, waarvan de eerste, "I Ain't No Miracle Worker"/ "The Heards 1967", op hun eigen label Living Eye Records, slechts in een zeer beperkte oplage van 500 stuks.
Na hun laatst verschenen CD uit 2009 besloot Greg een solo CD te maken en het resultaat heet "Mississippi Murderer", die een half jaar daarvoor voorafgegaan werd door de 7 inch vinyl single "Mr. Charlie", die via het Mean Dispotion Records label werd uitgebracht, waarop hij akoestische blues speelt.
Voor "Mississippi Murderer" vroeg hij enkele vrienden hem daarbij te helpen en de band die op deze uitgave te horen is, bestaat uit: Greg Prevost - zang, solo- slide-national steel- en akoestische gitaar, maracas,
mondharmonica en tamboerijn, Zachery Koch - drums en tamboerijn, Alex Patrick - basgitaar, tamboerijn en zang en Keenan Bartlett - piano.
Op de CD staan 12 songs, waarvan 5 covers en 7 van de hand van Greg en de eerste daarvan heet "Death Rides With The Morning Sun".
Na de eerste tonen van de muziek en vooral de zang, weet ik meteen al, dat Greg enorme fan van The Rolling Stones moet zijn, want zijn stem lijkt niet alleen op die van Mick Jagger, ook de muziek lijkt op die van The Stones, maar dat wist ik natuurlijk al, nadat ik de muziek van The Chesterfield Kings beluisterd had.
Het nummer is een kruising van blues en rock, waarbij de Stones sound onmiskenbaar aanwezig is en als ik niet beter wist, zou ik denken hier een nieuw Stones nummer te horen en ook "Get Myself Home" bevat die ingrediënten, hoewel de song iets ruiger is.
Vervolgens krijg ik het door Jagger en Richards geschreven "I Ain't Signifying" te horen en daarin laat Greg nogmaals horen, hoeveel zijn stem op die van Mick Jagger lijkt.
In "Hard Time Killing Floor Blues" hoor ik de zang van Greg op een andere manier, waarin hij meer als zichzelf klinkt en deze schitterende blues song wordt in een vrij traag tempo gespeeld.
Met "Stoned To Death" is de invloed van New York Dolls te horen en hierin speelt de band een stevige rock song met blues invloeden, die gevolgd wordt door "Hey Gyp (Dig The Slowness)", een snelle mix van blues en rock.
De volgende song heet "Too Much Junk" er hierin gaat het tempo nog verder omhoog richting punk, maar ook nu hoor ik de blues er in doorklinken.
"Ain't Nothing Here To Change My Mind" is het volgende nummer en daarin neemt de band een stuk gas terug en laat een rustige song horen, waarbij Greg weer in de huid van Mick Jagger lijkt te kruipen.
Nog meer blues krijg ik te horen in "Downstate New Yawk Blooze" en hierin zit een lekker wisselend tempo en een prima harmonica spel.(Luister naar deze song via de youtube link onder de recensie)
Daarna hoor ik "Ramblin' On My Mind", dat haast als een akoestische blues klinkt en in uptempo gespeeld wordt, gevolgd door "Never Trust The Devil", een lekker stevige blues rock song en als afsluiter "John The Revelator", een schitterende ruige blues song, waarin de band alles uit de kast haalt en soms tegen het experimentele aan zit.
De muzikale invloeden van Greg (Rolling Stones, New York Dolls, Yardbirds) zijn altijd duidelijk hoorbaar geweest en ook op "Mississippi Murderer" is dat niet anders, wat wil niet zeggen, dat dit een slap aftreksel van die bands is.
Integendeel, want de CD "Mississippi Murderer" is een uitstekend product, dat muzikaal prima in elkaar zit en zeker bij liefhebbers van The Rolling Stones en zestiger jaren bands in de smaak zal vallen.
"Downstate New Yawk Blooze" from "Mississippi Murderer"
Greg 'Stackhouse' Prevost - YouTube
www.youtube.com/watch?v=kY5acqqlaY8
maandag 21 januari 2013
Review: Stonewall Noise Orchestra - Salvation (Transubstans, 2013)(Hardrock)
Stonewall Noise Orchestra, of afgekort S.N.O. komt uit Borlange, Zweden en bestaat sinds de zomer van 2004 uit: Singe - zang, Snicken - sologitaar, Viktor - sologitaar, Jonas - basgitaar en Mr.Pillow - drums.
De bandleden speelden eerder in bands als Demon Cleaner en Greenleaf en hun muzikale invloeden komen van jaren 70 hardrock bands.
In 2005 tekenden ze een contract met het Daredevil Records label voor het maken van hun debuut album "Vol.1", die in Pophouse te Borlange werd opgenomen en dat jaar verscheen ook de live DVD "Stoned From The Underground 2005".
Daarna komen de nummers "Clone Baby" en "As My Sun Turns Black " via verzamel CD's, die door Buzzville Records en op "Everywhere Is Loud!" uitgebracht zijn.
Het jaar erna komt John Hermansen tijdelijk bij de band voor de opnamen van de tweede CD en ook tijdens optredens speelt hij mee, omdat Singe tijdelijk niet in staat was dat te doen.
In 2008 bracht het Daredevil Records label hun debuut albunm "Vol.1" opnieuw uit, aangevuld met bonus tracks en toen Singe in dat zelfde jaar terug bij de band kwam, tekenden ze een contract met The Unit Music Company, die hun tweede album "Constants In An Ever Changing Universe"
uitbracht in oktober 2009, die goed ontvangen werd door de schrijvende pers, waardoor de band meer optredens kreeg.
Hun volgende album, "Sweet Mississippi Deal" werd eind 2009 in hun eigen gebouwde opname studio opgenomen en geproduceerd en in begin oktober door het Transubstans label uitgebracht, waarna nog meer optredens volgden in 2010 en 2011.
De opvolger van "Sweet Mississippi Deal" heet "Salvation" en daar op staan 10 songs, waarvan "Die Die Die" de eerste is.
Het nummer begint lichtelijk oosters, maar gaat al snel over in een lekker stevig tempo, waarbij het, door het aanstekelijke swingende ritme, onmogelijk is stil te blijven zitten.
Dit nummer wordt gevolgd door "New Age Inc", een heerlijke, in uptempo gespeelde, hardrock song, die vrij melodisch klinkt.
Vervolgens krijg ik "Chemical Sky" te horen, een vrij commerciële hardrock song, die eveneens melodisch klinkt en duidelijk met de bedoeling gemaakt het grote publiek te bereiken.
Daarna volgt er een rustigere song, getiteld "Moonsoon Song" en dit nummer klinkt zoals een echte hardrock ballad moet klinken, volgens mij, dus langzaam, maar toch met een krachtig ritme.
Dan hoor ik "The Escape Artist, dat weer een prima stevige hardrock song is, in uptempo gespeeld en lichte tempowisselingen bevattend.
In "Good Ol' Black Magic" hoor ik de band een uitstekende hardrock song spelen, die scheurend gitaarwerk bevat en een lekker swingend ritme heeft.
"Empire" is een lekkere stevige hardrock song, die net als de rest van de songs in seventies stijl gespeeld wordt, waarbij de invloed van bands als Judas Priest duidelijk hoorbaar is.
Met "The Surgeon And The Virgin" neemt de band weer een beetje gas terug, maar toch zit er nog genoeg vaart in het nummer om het spannend te doen klinken en doordat de band er ook nog de nodige tempowisselingen in speelt, lukt dat prima.
Ook "Beating Butterflies" klinkt lekker en door het uptempo, het aanstekelijke stevige ritme en de tempowisselingen, is dit een heerlijk nummer om naar te luisteren.
Als laatste song hoor ik "Dead Eden", waarin de band richting symfonisch lijkt te gaan en hiermee doen ze lichtelijk aan bands als Survivor denken.
Stonewall Noise Orchestra heeft met Salvation een goede hardrock CD gemaakt, die ik persoonlijk iets te commercieel vind, maar zijn weg naar de liefhebbers van dit genre ongetwijfeld zal weten te vinden.
Stonewall Noise Orchestra - Deadications - YouTube
youtube.com
De bandleden speelden eerder in bands als Demon Cleaner en Greenleaf en hun muzikale invloeden komen van jaren 70 hardrock bands.
In 2005 tekenden ze een contract met het Daredevil Records label voor het maken van hun debuut album "Vol.1", die in Pophouse te Borlange werd opgenomen en dat jaar verscheen ook de live DVD "Stoned From The Underground 2005".
Daarna komen de nummers "Clone Baby" en "As My Sun Turns Black " via verzamel CD's, die door Buzzville Records en op "Everywhere Is Loud!" uitgebracht zijn.
Het jaar erna komt John Hermansen tijdelijk bij de band voor de opnamen van de tweede CD en ook tijdens optredens speelt hij mee, omdat Singe tijdelijk niet in staat was dat te doen.
In 2008 bracht het Daredevil Records label hun debuut albunm "Vol.1" opnieuw uit, aangevuld met bonus tracks en toen Singe in dat zelfde jaar terug bij de band kwam, tekenden ze een contract met The Unit Music Company, die hun tweede album "Constants In An Ever Changing Universe"
uitbracht in oktober 2009, die goed ontvangen werd door de schrijvende pers, waardoor de band meer optredens kreeg.
Hun volgende album, "Sweet Mississippi Deal" werd eind 2009 in hun eigen gebouwde opname studio opgenomen en geproduceerd en in begin oktober door het Transubstans label uitgebracht, waarna nog meer optredens volgden in 2010 en 2011.
De opvolger van "Sweet Mississippi Deal" heet "Salvation" en daar op staan 10 songs, waarvan "Die Die Die" de eerste is.
Het nummer begint lichtelijk oosters, maar gaat al snel over in een lekker stevig tempo, waarbij het, door het aanstekelijke swingende ritme, onmogelijk is stil te blijven zitten.
Dit nummer wordt gevolgd door "New Age Inc", een heerlijke, in uptempo gespeelde, hardrock song, die vrij melodisch klinkt.
Vervolgens krijg ik "Chemical Sky" te horen, een vrij commerciële hardrock song, die eveneens melodisch klinkt en duidelijk met de bedoeling gemaakt het grote publiek te bereiken.
Daarna volgt er een rustigere song, getiteld "Moonsoon Song" en dit nummer klinkt zoals een echte hardrock ballad moet klinken, volgens mij, dus langzaam, maar toch met een krachtig ritme.
Dan hoor ik "The Escape Artist, dat weer een prima stevige hardrock song is, in uptempo gespeeld en lichte tempowisselingen bevattend.
In "Good Ol' Black Magic" hoor ik de band een uitstekende hardrock song spelen, die scheurend gitaarwerk bevat en een lekker swingend ritme heeft.
"Empire" is een lekkere stevige hardrock song, die net als de rest van de songs in seventies stijl gespeeld wordt, waarbij de invloed van bands als Judas Priest duidelijk hoorbaar is.
Met "The Surgeon And The Virgin" neemt de band weer een beetje gas terug, maar toch zit er nog genoeg vaart in het nummer om het spannend te doen klinken en doordat de band er ook nog de nodige tempowisselingen in speelt, lukt dat prima.
Ook "Beating Butterflies" klinkt lekker en door het uptempo, het aanstekelijke stevige ritme en de tempowisselingen, is dit een heerlijk nummer om naar te luisteren.
Als laatste song hoor ik "Dead Eden", waarin de band richting symfonisch lijkt te gaan en hiermee doen ze lichtelijk aan bands als Survivor denken.
Stonewall Noise Orchestra heeft met Salvation een goede hardrock CD gemaakt, die ik persoonlijk iets te commercieel vind, maar zijn weg naar de liefhebbers van dit genre ongetwijfeld zal weten te vinden.
Stonewall Noise Orchestra - Deadications - YouTube
youtube.com
Review: Sancho 003 - Mugza (Inner Ear, 2012)(Electronic / Avant Garde)
Sancho 003 werd in 2007 te Athene, Griekenland opgericht en bestaat uit: Fotis Siotas - viool, viola, keyboards en zang en Kostas Pantelis - elektrische gitaar, die bekend werden door hun samenwerking met artiesten als: Thanasis Papakonstantinou, Giannis Aggelakas en Sokratis Malamas.
In 2009 bracht dit duo hun debuut album "We Buy Gold" uit via het Quetempo label, die in 2012 gevolgd werd door "Mugza", die via het Inner Ear label verscheen met daar op 9 instrumentale nummers.
De eerste daarvan heet "Horses", een rustig nummer, dat met experimentele klanken begint en een hypnotiserend ritme heeft, dat enigszins oosters aan doet.
Tevens zijn daarin ook invloeden uit filmmuziek te horen en verder bepalen zigeunerklanken het nummer mede via het schitterende vioolspel.
Vervolgens krijg ik "Los Dos Aguas" voorgeschoteld en dit nummer begint met treurig klinkend zigeunerachtig vioolspel, dat langzaam aan verandert en een swingender en iets progressiever ritme krijgt.(Luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Daarna hoor ik "Vorvoros", dat een zwaar nummer is, met depressieve klanken, dat ook experimentele geluiden bevat en daaardoor vrij psychedelisch over komt.
In "Apiequacha" speelt de band heerlijke stukje rustige experimentele muziek, dat op klassieke gitaar en keyboardsgespeeld wordt en een terug kerend ritme heeft.
Dan hoor ik "Teqeaut", een fantastisch 13 minuten durend progressief nummer, waarin de band er lustig op los experimenteert en invloeden uit oosterse muziek,
symfonische en zigeuner klanken, in een niet al te hoog tempo, te horen zijn en dit daardoor tot een werkelijk waanzinnig goed stuk muziek uit laten groeien, waarin ook nog eens een licht hypnotiserend ritme zit.
Met "Utiel" laat de band een rustig nummer horen, waarin het gitaarspel centraal staat, dat met het bijgevoegde synthesizer geluid en vioolspel een schitterend geheel op levert.
"To Lose Lautrec" begint met subtiele vage klanken, waarin de band me even aan The Beatles doet denken, die over gaan in serieus klinkend vioolspel, waarin ik vind, dat het soms haast klassiek klinkt, maar ook hoor ik hier weer de zigeuner klanken in en tevens oosterse invloeden.
Dance invloeden zijn te horen in "West Earn", dat behalve dance, ook een hypnotiserend ritme bevat, symfonisch is, waarin de muziek langzaam aanzwelt tot het zijn climax bereikt heeft.
Het laatste nummer is met zijn 14 minuten, meteen ook het langste en hierin is van alles te beleven.
De start is rustig, maar daarna voert de band het tempo iets op en wordt het hypnotiserend door een terug kerend ritme, dat tot dansen aan zet en door de diverse tempowisselingen weet de band het tot het einde toe lekker spannend te houden.
De CD "Mugza" is er één waar ik als muziekliefhebber niet omheen kan en ik vind dat Sancho 003 hiermee een stuk muziek heeft weten te maken, die ik tot de buiten categorie reken: Een echte aanrader dus!
Sancho 003 - Los Dos Aguas - YouTube
www.youtube.com/watch?v=v1ErVV_3Q-U
In 2009 bracht dit duo hun debuut album "We Buy Gold" uit via het Quetempo label, die in 2012 gevolgd werd door "Mugza", die via het Inner Ear label verscheen met daar op 9 instrumentale nummers.
De eerste daarvan heet "Horses", een rustig nummer, dat met experimentele klanken begint en een hypnotiserend ritme heeft, dat enigszins oosters aan doet.
Tevens zijn daarin ook invloeden uit filmmuziek te horen en verder bepalen zigeunerklanken het nummer mede via het schitterende vioolspel.
Vervolgens krijg ik "Los Dos Aguas" voorgeschoteld en dit nummer begint met treurig klinkend zigeunerachtig vioolspel, dat langzaam aan verandert en een swingender en iets progressiever ritme krijgt.(Luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Daarna hoor ik "Vorvoros", dat een zwaar nummer is, met depressieve klanken, dat ook experimentele geluiden bevat en daaardoor vrij psychedelisch over komt.
In "Apiequacha" speelt de band heerlijke stukje rustige experimentele muziek, dat op klassieke gitaar en keyboardsgespeeld wordt en een terug kerend ritme heeft.
Dan hoor ik "Teqeaut", een fantastisch 13 minuten durend progressief nummer, waarin de band er lustig op los experimenteert en invloeden uit oosterse muziek,
symfonische en zigeuner klanken, in een niet al te hoog tempo, te horen zijn en dit daardoor tot een werkelijk waanzinnig goed stuk muziek uit laten groeien, waarin ook nog eens een licht hypnotiserend ritme zit.
Met "Utiel" laat de band een rustig nummer horen, waarin het gitaarspel centraal staat, dat met het bijgevoegde synthesizer geluid en vioolspel een schitterend geheel op levert.
"To Lose Lautrec" begint met subtiele vage klanken, waarin de band me even aan The Beatles doet denken, die over gaan in serieus klinkend vioolspel, waarin ik vind, dat het soms haast klassiek klinkt, maar ook hoor ik hier weer de zigeuner klanken in en tevens oosterse invloeden.
Dance invloeden zijn te horen in "West Earn", dat behalve dance, ook een hypnotiserend ritme bevat, symfonisch is, waarin de muziek langzaam aanzwelt tot het zijn climax bereikt heeft.
Het laatste nummer is met zijn 14 minuten, meteen ook het langste en hierin is van alles te beleven.
De start is rustig, maar daarna voert de band het tempo iets op en wordt het hypnotiserend door een terug kerend ritme, dat tot dansen aan zet en door de diverse tempowisselingen weet de band het tot het einde toe lekker spannend te houden.
De CD "Mugza" is er één waar ik als muziekliefhebber niet omheen kan en ik vind dat Sancho 003 hiermee een stuk muziek heeft weten te maken, die ik tot de buiten categorie reken: Een echte aanrader dus!
Sancho 003 - Los Dos Aguas - YouTube
www.youtube.com/watch?v=v1ErVV_3Q-U
Review: The Alvaret Ensemble - The Alvaret Ensemble (Denovali Records, 2012)(Soundscapes / Avant Garde)
The Alvaret Ensemble is een nieuw kollektief van muzikanten, uit Duitsland en Nederland, die geïmproviseerde muziek spelen.
De leden van de band zijn: Graig Haines - piano, die in Berlijn, Duitsland woont, concerten over de hele wereld speelde, muziek maakte, dat door het Nederlandse nationale ballet en Holland Symfonia uitgevoerd werd en zijn muziek uitgebracht zag worden door Miamash, Preservation en Sonic Pieces.
De Nederlanders Jan Kleefstra - zang en gedichten en Romke Kleefstra - sologitaar en effecten en deze broers zijn leden van de improvisatie band Pijptsjilling en werkten verder mee aan talloze releases van andere artiesten en bands zoals: Graig Haines, Sytze Pruiksma, Anne Chris Bakker, Gareth Davis,
Peter Broderick, Nils Frahm, Machinefabriek en Celer.
Sytze Pruiksma - percussie, eveneens uit Nederland, die behalve componist en geluidsartiest ook vogelaar is en traditionele klassieke percussie opleiding deed aan het Amsterdams conservatorium.
Nadat hij onder andere bij het Koninklijk Concertgebouw Orkest en het Nederlands Filharmonisch Orkest percussie speelde, begon hij met het maken van zijn solo projecten en ontwikkelde daarin een geheel eigen stijl, daarbij geïnspireerd door natuur, vogels en landschappen.
Hun eerste uitgave, de dubbel CD/LP "The Alvaret Ensemble", werd in 3 nachten in de Gruneswaldkirche te Berlijn opgenomen en hierop werd dit kwartet bijgestaan door Iden Reinhart - viool, Peter Broderick - viool, Hilary Jeffery - trombone en Martyn Heyne - kerk orgel.
De band nam ongeveer 12 uur muziek op, die door Graig en Nils in de Durton Studio gemixt en gemasterd werd en daarvan is een gedeelte uitgebracht als dubbel CD via het Denovali Records label.
Elk van de twee CD's bevat 5 nummers, waarvan de eerste van CD 1 "BYD" heet en hierin laat de band me meteen weten, wat ik van ze te verwachten heb.
Dit fantastische nummer bestaat uit geïmproviseerde muziek, die in een erg traag tempo gespeeld wordt en hierin speelt de piano de belangrijkste rol en deze wordt begeleidt door de synthesizer, waar tussendoor de teksten voorgedragen worden en zo nu en dan ook de percussie te horen is en dit nummer loopt naadloos
over in het volgende, dat "EAC" heet en een vervolg van "BYD" is, waardoor er eigenlijk niet zoveel verandert qua muziek, hoewel dat van mij persoonlijk ook niet hoeft, want de muziek klinkt spannend genoeg om me alert te houden en net als ik dit geschreven heb, wordt de muziek iets heftiger, komen het vioolspel en de trombone er bij en verandert het ritme.
Vervolgens hoor ik "DDE", dat op zijn beurt een voortzetting van de twee voorafgaande nummers is en hierin krijgt de voorgedragen tekst een vervolg en wordt de muziek verder uitgebreidt met diverse spannende uitstapjes, waarbij de trombone en piano nu de leidende rol voor zich op eisen.
"ULC" begint met gesproken tekst, waarna de muziek op subtiele wijze ingevoegd wordt en uitmondt in een spannend geïmproviseerd nummer en daarin werkt de band naar een climax toe, waarbij ik opmerk dat de muziek sterk verwant is aan die van de band Coil .
Als laatste van CD 1 hoor ik "OND", dat met mooie piano klanken opgebouwd wordt, waarna ook de violen invallen en effecten er aan toe gevoegd worden, totdat de band het wel genoeg vindt en het nummer weer afbouwt.
CD 2 start met "YSJ" en ook hierin zit weer gesproken tekst en de percussie wordt daarbij op heftige wijze gespeeld, wat het geheel erg spannend maakt.
In "TEQ" vertolken piano en de viool een hoofdrol en worden er weer gesproken teksten tussendoor verwerkt en met "MUO" gaat de band gewoon verder met waar ze in voorgaande nummer gebleven waren en ook hierin worden de hoofdrollen tussen piano en viool verdeeld, waarbij de viool een enigszins trieste ondertoon laat horen.
"WJU" is het volgende nummer en opnieuw krijg ik muziek voorgeschoteld, die bestaat uit gesproken tekst, viool- en pianospel met zo nu en dan op subtiele wijze gespeelde percussie, waarin het tempo langzaam opgevoerd wordt en op bombastische wijze tot een climax gebracht.(Luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Ook in het afsluitende "GGI" blijft de band onveranderd door spelen in hetzelfde ritme en tempo, waardoor er niets toegevoegd wordt en na de laatste tonen, kom ik tot de conclusie, dat ik in één grote trip heb gezeten, waarin de band me meegenomen heeft door hun wereld van improvisatie en me heeft laten genieten
van hun schitterende muziek, die haast tegen de new age muziek aanzit en het meer dan verdiend, beluisterd te worden.
The Alvaret Ensemble - Wju - YouTube
www.youtube.com/watch?v=CcRC-iW_JKU
De leden van de band zijn: Graig Haines - piano, die in Berlijn, Duitsland woont, concerten over de hele wereld speelde, muziek maakte, dat door het Nederlandse nationale ballet en Holland Symfonia uitgevoerd werd en zijn muziek uitgebracht zag worden door Miamash, Preservation en Sonic Pieces.
De Nederlanders Jan Kleefstra - zang en gedichten en Romke Kleefstra - sologitaar en effecten en deze broers zijn leden van de improvisatie band Pijptsjilling en werkten verder mee aan talloze releases van andere artiesten en bands zoals: Graig Haines, Sytze Pruiksma, Anne Chris Bakker, Gareth Davis,
Peter Broderick, Nils Frahm, Machinefabriek en Celer.
Sytze Pruiksma - percussie, eveneens uit Nederland, die behalve componist en geluidsartiest ook vogelaar is en traditionele klassieke percussie opleiding deed aan het Amsterdams conservatorium.
Nadat hij onder andere bij het Koninklijk Concertgebouw Orkest en het Nederlands Filharmonisch Orkest percussie speelde, begon hij met het maken van zijn solo projecten en ontwikkelde daarin een geheel eigen stijl, daarbij geïnspireerd door natuur, vogels en landschappen.
Hun eerste uitgave, de dubbel CD/LP "The Alvaret Ensemble", werd in 3 nachten in de Gruneswaldkirche te Berlijn opgenomen en hierop werd dit kwartet bijgestaan door Iden Reinhart - viool, Peter Broderick - viool, Hilary Jeffery - trombone en Martyn Heyne - kerk orgel.
De band nam ongeveer 12 uur muziek op, die door Graig en Nils in de Durton Studio gemixt en gemasterd werd en daarvan is een gedeelte uitgebracht als dubbel CD via het Denovali Records label.
Elk van de twee CD's bevat 5 nummers, waarvan de eerste van CD 1 "BYD" heet en hierin laat de band me meteen weten, wat ik van ze te verwachten heb.
Dit fantastische nummer bestaat uit geïmproviseerde muziek, die in een erg traag tempo gespeeld wordt en hierin speelt de piano de belangrijkste rol en deze wordt begeleidt door de synthesizer, waar tussendoor de teksten voorgedragen worden en zo nu en dan ook de percussie te horen is en dit nummer loopt naadloos
over in het volgende, dat "EAC" heet en een vervolg van "BYD" is, waardoor er eigenlijk niet zoveel verandert qua muziek, hoewel dat van mij persoonlijk ook niet hoeft, want de muziek klinkt spannend genoeg om me alert te houden en net als ik dit geschreven heb, wordt de muziek iets heftiger, komen het vioolspel en de trombone er bij en verandert het ritme.
Vervolgens hoor ik "DDE", dat op zijn beurt een voortzetting van de twee voorafgaande nummers is en hierin krijgt de voorgedragen tekst een vervolg en wordt de muziek verder uitgebreidt met diverse spannende uitstapjes, waarbij de trombone en piano nu de leidende rol voor zich op eisen.
"ULC" begint met gesproken tekst, waarna de muziek op subtiele wijze ingevoegd wordt en uitmondt in een spannend geïmproviseerd nummer en daarin werkt de band naar een climax toe, waarbij ik opmerk dat de muziek sterk verwant is aan die van de band Coil .
Als laatste van CD 1 hoor ik "OND", dat met mooie piano klanken opgebouwd wordt, waarna ook de violen invallen en effecten er aan toe gevoegd worden, totdat de band het wel genoeg vindt en het nummer weer afbouwt.
CD 2 start met "YSJ" en ook hierin zit weer gesproken tekst en de percussie wordt daarbij op heftige wijze gespeeld, wat het geheel erg spannend maakt.
In "TEQ" vertolken piano en de viool een hoofdrol en worden er weer gesproken teksten tussendoor verwerkt en met "MUO" gaat de band gewoon verder met waar ze in voorgaande nummer gebleven waren en ook hierin worden de hoofdrollen tussen piano en viool verdeeld, waarbij de viool een enigszins trieste ondertoon laat horen.
"WJU" is het volgende nummer en opnieuw krijg ik muziek voorgeschoteld, die bestaat uit gesproken tekst, viool- en pianospel met zo nu en dan op subtiele wijze gespeelde percussie, waarin het tempo langzaam opgevoerd wordt en op bombastische wijze tot een climax gebracht.(Luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Ook in het afsluitende "GGI" blijft de band onveranderd door spelen in hetzelfde ritme en tempo, waardoor er niets toegevoegd wordt en na de laatste tonen, kom ik tot de conclusie, dat ik in één grote trip heb gezeten, waarin de band me meegenomen heeft door hun wereld van improvisatie en me heeft laten genieten
van hun schitterende muziek, die haast tegen de new age muziek aanzit en het meer dan verdiend, beluisterd te worden.
The Alvaret Ensemble - Wju - YouTube
www.youtube.com/watch?v=CcRC-iW_JKU
maandag 14 januari 2013
Review: The Rippers - Better The Devil You Know (Slovenly, 2012)(Garagerock)
The Rippers uit Cagliari, Sardinië, Italië bestaan al sinds 2002, maar tot nu toe zijn er geen namen van de bandleden bekend.
Op hun releases staan ze vermeld als: Ripper I - drums, Ripper II - basgitaar en zang, Ripper III - sologitaar en Ripper IV - zang, slaggitaar en mondharmonica.
De band is sterk beïnvloed door de beat muziek uit de jaren 60 en hun grote voorbeelden zijn: The Missing Links, Q65, Pretty Things en The Downliner Sect.
In 2003 bracht de band hun debuut album via Screaming Apple Records uit, getiteld "The Rippers", gevolgd in 2006 door "Tales Full Of Black Soot", die eveneens via dat label werd uitgebracht en in 2009 kwam "Why Should I Care About You?" uit via Slovenly, die in 2012 ook hun CD "Better The Devil You Know" op de markt bracht en tussen door verschenen er enkele 7 inch vinyl singles van de band.
Hun CD "Better The Devil You Know" bevat 11 nieuwe songs, die allemaal door de band zelf geschreven zijn en de eerste daarvan heet "I'm Going Out Of Control" en met dit nummer zet de band er meteen vaart achter, want dit is een vrij snelle garagerock song, die natuurlijk in sixties stijl gespeeld wordt.
Daarna volgt "The Prey Is In", die in sneltrein vaart gespeeld wordt en hierin zit een schitterend stukje mondharmonica spel (Luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie), waarna de band een beetje gas terug neemt en met "I Knocked On That Door", een lekker klinkende garagerock song verder gaat, waarin enkele prima tempowisselingen zitten.
Dan krijg ik "Just For Ten Dollars" te horen, een garagerock song met blues invloeden is, die mede door het mondharmonica spel uitstekend klinkt en gevolgd wordt door "Here Comes The Lunatic", een rustige blues garagerock song, die met een slepend ritme gespeeld wordt, maar daarna gaat het tempo weer omhoog en hoor ik "I Was Going Home", waarin de band me trakteert op een schitterende garagerock song, die met de snelheid van een sneltrein gespeeld wordt.
Met "Few Moments Of Light" doet de band weer even rustiger aan en dit geweldige nummer bevat een aanstekelijk ritme en zang, waardoor ik halverwege het nummer, dat gaandeweg ruiger wordt, al bijna mee kan zingen.
"A Gun In His Hand" is de titel van de volgende song en dit is weer zo'n fantastische uptempo garagerock song, waarin de band me mee terug voert naar de jaren 60 en in "Into My Trap", hoor ik The Rippers een schitterende bluesy garagerock song neerzetten.
Vervolgens komen er met "A Future Time" nog meer lekkere swingende klanken mijn gehoorgang binnen en in het laatste nummer, dat "Hey Mr. Chemist" heet, laat de band horen ook niet vies te zijn van surf invloeden en hierin wordt het tempo steeds verder opgevoerd, totdat er een climax bereikt is, waarna de band de laatste seconden weer naar een lager ritme terug schakelt.
The Rippers hebben met "Better The Devil You Know" een geweldige CD gemaakt, die niet alleen de sfeer van de jaren 60 goed weer geeft, maar ook de huidige garagerock scene op fantastische wijze vertegenwoordigt.
the Rippers in studio - YouTube
youtube.com
Op hun releases staan ze vermeld als: Ripper I - drums, Ripper II - basgitaar en zang, Ripper III - sologitaar en Ripper IV - zang, slaggitaar en mondharmonica.
De band is sterk beïnvloed door de beat muziek uit de jaren 60 en hun grote voorbeelden zijn: The Missing Links, Q65, Pretty Things en The Downliner Sect.
In 2003 bracht de band hun debuut album via Screaming Apple Records uit, getiteld "The Rippers", gevolgd in 2006 door "Tales Full Of Black Soot", die eveneens via dat label werd uitgebracht en in 2009 kwam "Why Should I Care About You?" uit via Slovenly, die in 2012 ook hun CD "Better The Devil You Know" op de markt bracht en tussen door verschenen er enkele 7 inch vinyl singles van de band.
Hun CD "Better The Devil You Know" bevat 11 nieuwe songs, die allemaal door de band zelf geschreven zijn en de eerste daarvan heet "I'm Going Out Of Control" en met dit nummer zet de band er meteen vaart achter, want dit is een vrij snelle garagerock song, die natuurlijk in sixties stijl gespeeld wordt.
Daarna volgt "The Prey Is In", die in sneltrein vaart gespeeld wordt en hierin zit een schitterend stukje mondharmonica spel (Luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie), waarna de band een beetje gas terug neemt en met "I Knocked On That Door", een lekker klinkende garagerock song verder gaat, waarin enkele prima tempowisselingen zitten.
Dan krijg ik "Just For Ten Dollars" te horen, een garagerock song met blues invloeden is, die mede door het mondharmonica spel uitstekend klinkt en gevolgd wordt door "Here Comes The Lunatic", een rustige blues garagerock song, die met een slepend ritme gespeeld wordt, maar daarna gaat het tempo weer omhoog en hoor ik "I Was Going Home", waarin de band me trakteert op een schitterende garagerock song, die met de snelheid van een sneltrein gespeeld wordt.
Met "Few Moments Of Light" doet de band weer even rustiger aan en dit geweldige nummer bevat een aanstekelijk ritme en zang, waardoor ik halverwege het nummer, dat gaandeweg ruiger wordt, al bijna mee kan zingen.
"A Gun In His Hand" is de titel van de volgende song en dit is weer zo'n fantastische uptempo garagerock song, waarin de band me mee terug voert naar de jaren 60 en in "Into My Trap", hoor ik The Rippers een schitterende bluesy garagerock song neerzetten.
Vervolgens komen er met "A Future Time" nog meer lekkere swingende klanken mijn gehoorgang binnen en in het laatste nummer, dat "Hey Mr. Chemist" heet, laat de band horen ook niet vies te zijn van surf invloeden en hierin wordt het tempo steeds verder opgevoerd, totdat er een climax bereikt is, waarna de band de laatste seconden weer naar een lager ritme terug schakelt.
The Rippers hebben met "Better The Devil You Know" een geweldige CD gemaakt, die niet alleen de sfeer van de jaren 60 goed weer geeft, maar ook de huidige garagerock scene op fantastische wijze vertegenwoordigt.
the Rippers in studio - YouTube
youtube.com
Review: The Royal Hangmen - The Royal Hangmen (Screaming Apple Records, 2012)(Garagerock)
In 2004 richtten Vasco Saxer - zang en sologitaar en Roger Rutishauser - basgitaar te Zurich, Zwitserland, de band The Royal Hangmen op en nadat Patrick Wyss - zang en orgel, Luca Portner - drums en Daniel Jörg - mondharmonica en percussie (bandlid sinds 2010) zich bij het duo had gevoegd, was de band een feit.
Dit vijftal begon muziek te maken van bands uit de jaren 60 en speelde bekende nummers als "Psycho", "Pushin Too Hard", "Gloria" en andere zestiger jaren songs in smerige kelders en grotten, waar bars in gevestigd waren.
Vanaf die tijd ging het snel voor de band, want hun eerste demo EP "Beat From Hell" werd opgenomen en hun eerste zelf geschreven song "Who's That Man" kwam in 2006 op een verzamel CD van het tijdschrift Lost In Tyme terecht en hun optredens in Frankrijk werden goed ontvangen.
Hun eerste single "Mary Jane" verscheen in 2009 via het kleine Griekse Lost In Tyme Records label en ontving lovende kritieken van diverse blogspots en Fanzines uit de hele wereld, waardoor meer optredens in Zwitserland en Frankrijk volgden.
De band werkte vervolgens aan hun eerste volledige CD met gelijknamige titel, waarop 13 songs staan, die op één na, allemaal door de band zelf geschreven werden en deze werd in 2012 door het Screaming Apple Records label op de markt gebracht.
Het eerste nummer van de CD heet "Turn Me On", een geweldige garagerock song, die in sneltrein vaart gespeeld wordt en onmiddellijk hoor ik de invloeden van jaren 60 bands als Sonics en 13th Floor Elevators, maar ook van hedendaagse garagerockers als The Warlocks en Fuzztones.
Vervolgens gaat de band verder met "Who's That Man", waarin een schitterende mix tussen garagerock en psychedelische rock gemaakt wordt en het orgel mede bepalend is voor het geluid.
Daarna vervolgt de band met "Get Out Of My Way", een in uptempo gespeeld garagerock nummer, dat me lichtelijk aan de begin tijd van The Animals doet denken.
Dan krijg ik "You Better Tell That Girl" te horen en hierin wordt het tempo iets langzamer en de muziek iets psychedelischer en in "She's Gone" krijg ik weer zo'n fantastische garagerock song voorgeschoteld, die me terug naar de jaren 60 brengt.
"Pretty Eyes" klinkt verrassend, waarin de band laat horen ook eigen inbreng in de sixties sound te kunnen brengen en in de volgende song "Action" keert de band terug naar een korte snelle garagerock song, waarin het mondharmonica spel grandioos is.
In "Irresistable Girl" verandart dat niet en ook dit is weer zo'n geweldig lekker klinkende garagerock song, waarbij het onmogelijk is stil te blijven zitten en deze wordt gevolgd door "Someone Else's Fool", waarin de band het zelfde spoor blijft volgen en ook nu weer is het tempo hoog.
Dan volgt de enige cover, die "Bird Doggin'" heet, maar precies in de lijn van voorgaande songs ligt en nog steeds laat de band me hiermee met hun muziek mee bewegen en in "Mary Jane" blijf ik dat doen, want opnieuw blijft de band in dat ritme, waardoor het lijkt alsof ik in één grote trip terug in de jaren 60 zit.(Luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Dat de band goed naar de jaren 60 muziek geluisterd heeft, hoor ik in "Back Where I Belong", want hierin hoor ik invloeden van Rolling Stones en Kinks terug en de begintonen zijn regelrecht gekopieerd van "Get Off My Cloud"(Stones) en "I Need You"(Kinks).
Het laatste nummer heet "Wake Up" en wijkt een beetje af van de rest van de songs, want het is niet alleen langer, het is ook progressiever en psychedelischer en daarom een waardige afsluiter van deze fantastische CD.
The Royal Hangmen - "Mary Jane" - YouTube
www.youtube.com/watch?v=NRB47xRfHEo
Dit vijftal begon muziek te maken van bands uit de jaren 60 en speelde bekende nummers als "Psycho", "Pushin Too Hard", "Gloria" en andere zestiger jaren songs in smerige kelders en grotten, waar bars in gevestigd waren.
Vanaf die tijd ging het snel voor de band, want hun eerste demo EP "Beat From Hell" werd opgenomen en hun eerste zelf geschreven song "Who's That Man" kwam in 2006 op een verzamel CD van het tijdschrift Lost In Tyme terecht en hun optredens in Frankrijk werden goed ontvangen.
Hun eerste single "Mary Jane" verscheen in 2009 via het kleine Griekse Lost In Tyme Records label en ontving lovende kritieken van diverse blogspots en Fanzines uit de hele wereld, waardoor meer optredens in Zwitserland en Frankrijk volgden.
De band werkte vervolgens aan hun eerste volledige CD met gelijknamige titel, waarop 13 songs staan, die op één na, allemaal door de band zelf geschreven werden en deze werd in 2012 door het Screaming Apple Records label op de markt gebracht.
Het eerste nummer van de CD heet "Turn Me On", een geweldige garagerock song, die in sneltrein vaart gespeeld wordt en onmiddellijk hoor ik de invloeden van jaren 60 bands als Sonics en 13th Floor Elevators, maar ook van hedendaagse garagerockers als The Warlocks en Fuzztones.
Vervolgens gaat de band verder met "Who's That Man", waarin een schitterende mix tussen garagerock en psychedelische rock gemaakt wordt en het orgel mede bepalend is voor het geluid.
Daarna vervolgt de band met "Get Out Of My Way", een in uptempo gespeeld garagerock nummer, dat me lichtelijk aan de begin tijd van The Animals doet denken.
Dan krijg ik "You Better Tell That Girl" te horen en hierin wordt het tempo iets langzamer en de muziek iets psychedelischer en in "She's Gone" krijg ik weer zo'n fantastische garagerock song voorgeschoteld, die me terug naar de jaren 60 brengt.
"Pretty Eyes" klinkt verrassend, waarin de band laat horen ook eigen inbreng in de sixties sound te kunnen brengen en in de volgende song "Action" keert de band terug naar een korte snelle garagerock song, waarin het mondharmonica spel grandioos is.
In "Irresistable Girl" verandart dat niet en ook dit is weer zo'n geweldig lekker klinkende garagerock song, waarbij het onmogelijk is stil te blijven zitten en deze wordt gevolgd door "Someone Else's Fool", waarin de band het zelfde spoor blijft volgen en ook nu weer is het tempo hoog.
Dan volgt de enige cover, die "Bird Doggin'" heet, maar precies in de lijn van voorgaande songs ligt en nog steeds laat de band me hiermee met hun muziek mee bewegen en in "Mary Jane" blijf ik dat doen, want opnieuw blijft de band in dat ritme, waardoor het lijkt alsof ik in één grote trip terug in de jaren 60 zit.(Luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Dat de band goed naar de jaren 60 muziek geluisterd heeft, hoor ik in "Back Where I Belong", want hierin hoor ik invloeden van Rolling Stones en Kinks terug en de begintonen zijn regelrecht gekopieerd van "Get Off My Cloud"(Stones) en "I Need You"(Kinks).
Het laatste nummer heet "Wake Up" en wijkt een beetje af van de rest van de songs, want het is niet alleen langer, het is ook progressiever en psychedelischer en daarom een waardige afsluiter van deze fantastische CD.
The Royal Hangmen - "Mary Jane" - YouTube
www.youtube.com/watch?v=NRB47xRfHEo
Review: Cumino - Inner Voice EP (Eigen Beheer, 2012)(Elektronisch / Soundscapes)
In 2010 werd Cumino bij wijze van experiment opgericht door twee vrienden, die beiden een andere muzikale achtergrond hebben.
Dat zijn gitarist Luca Vicenzi, die eerder in de bands Zita Ensemble en in Orchestra Panica speelde en Hellzapop, die producer en maker van elektronische muziek is.
Luca maakte met Zita Ensemble 3 CD's (Volume 1 in 2006, Quintet Sessions in 2007 en Volume 2 in 2009) en met Orchestra Panica slechts 1 CD (Journey To Devotion in 2010), die allemaal door Lizard Records uitgebracht werden.
Op de nieuwe CD "Inner Voice EP", waarop 5 instrumentale nummers staan, werkt Luca Vicenzi samen met Athos Enrile, die synthesizer en keyboards speelt.
Het openingsnummer heet "The Voice Due To You", waarin het duo richting soundscapes gaat en dit staat ook op de vorige uitgave, die "Tomorrow In The Battle Think Of Me" heet.
Vervolgens hoor ik "The Voice Due To You (Inner Voice Remix)" en deze versie van dit nummer klinkt een stuk spannender dan de eerste en ik krijg hier dan ook een totaal ander nummer te horen, dat meer lounge gericht is.
Daarna krijg ik "Choke Me Please" voorgeschoteld en hierin bevinden zich dance invloeden, waar tussendoor zo nu en dan ook wordt geëxperimenteerd, waardoor het duo opnieuw een andere sfeer weet te creëren.
"My Slow Horizon" is eveneens een vrij dansbaar nummer en hierbij wordt het ritme op een eentonige manier gespeeld, zodat er een licht hypnotiserend geheel ontstaat.
Het laatste nummer, "When We Talk About Ourselfs", staat ook al op de eerste CD, maar hier hoor ik de vernieuwde versie van dit nummer, dat meer dan twee maal zo lang duurt en hierin experimenteren Luca en Athos er behoorlijk op los, wat een fantastisch stuk muziek op levert.
Met "Inner Voice EP" heeft Cumino me geen seconde verveelt en ik kan dan iedereen, die van rustige muziek houdt, aanraden dit eens te beluisteren.
Cumino's sets on SoundCloud - Hear the world's sounds
soundcloud.com/cumino
Dat zijn gitarist Luca Vicenzi, die eerder in de bands Zita Ensemble en in Orchestra Panica speelde en Hellzapop, die producer en maker van elektronische muziek is.
Luca maakte met Zita Ensemble 3 CD's (Volume 1 in 2006, Quintet Sessions in 2007 en Volume 2 in 2009) en met Orchestra Panica slechts 1 CD (Journey To Devotion in 2010), die allemaal door Lizard Records uitgebracht werden.
Op de nieuwe CD "Inner Voice EP", waarop 5 instrumentale nummers staan, werkt Luca Vicenzi samen met Athos Enrile, die synthesizer en keyboards speelt.
Het openingsnummer heet "The Voice Due To You", waarin het duo richting soundscapes gaat en dit staat ook op de vorige uitgave, die "Tomorrow In The Battle Think Of Me" heet.
Vervolgens hoor ik "The Voice Due To You (Inner Voice Remix)" en deze versie van dit nummer klinkt een stuk spannender dan de eerste en ik krijg hier dan ook een totaal ander nummer te horen, dat meer lounge gericht is.
Daarna krijg ik "Choke Me Please" voorgeschoteld en hierin bevinden zich dance invloeden, waar tussendoor zo nu en dan ook wordt geëxperimenteerd, waardoor het duo opnieuw een andere sfeer weet te creëren.
"My Slow Horizon" is eveneens een vrij dansbaar nummer en hierbij wordt het ritme op een eentonige manier gespeeld, zodat er een licht hypnotiserend geheel ontstaat.
Het laatste nummer, "When We Talk About Ourselfs", staat ook al op de eerste CD, maar hier hoor ik de vernieuwde versie van dit nummer, dat meer dan twee maal zo lang duurt en hierin experimenteren Luca en Athos er behoorlijk op los, wat een fantastisch stuk muziek op levert.
Met "Inner Voice EP" heeft Cumino me geen seconde verveelt en ik kan dan iedereen, die van rustige muziek houdt, aanraden dit eens te beluisteren.
Cumino's sets on SoundCloud - Hear the world's sounds
soundcloud.com/cumino
maandag 7 januari 2013
Review: Subsonics - In The Black Spot (Slovenly, 2012)(Rock & Roll / Pop)
De band Amerikaanse band Subsonics werd in 1992 als punk rock band opgericht en komt uit Atlanta, Georgia.
In 1993 verscheen hun eerste 7 inch vinyl single "Please Kleen", gevolgd in 1995 door de 7 inch vinyl "Wind Up Doll".
Ook hun debuut album was een vinyl uitgave en de LP "Everything's Falling Apart" kwam in 1996 uit, gevolgd in 1993 door de CD "Frankenstein - Mary Ann".
Daarna volgden "Follow Me Down" (CD, 1998), "A Lot To Forget" (CD en mp3, 2002), "Die Bobby Die" (CD, 2005) en in 2012 de CD "In The Black Spot", waar op 15 korte nieuwe songs te beluisteren zijn.
De band bestaat uit: Rockin' Clay Reed - zang, sologitaar en orgel, Buffi Aguero - drums en orgel en Rob Del Bueno - basgitaar en zang.
Op deze CD worden ze bijgestaan door de gastmuzikanten Johnny Vignault - baritongitaar, orgel en basorgel en Matt Verta Ray - sologitaar, zang en orgel.
"In The Black Spot" begint met "Bus 16", een lekker klinkende pop rock song, die in de stijl van een Buddy Holly nummer gespeeld wordt en dit nummer heeft een uptempo.
Het volgende nummer heet "She's Not Dead Yet", een lekker swingende rock & roll song. (Luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Vervolgens hoor ik "Lime-Lime", een heerlijke pop song, die een beetje in de stijl van Jonathan Richman en Lou reed gespeeld wordt.
Ook "Dubious Charms" wasemt die sfeer uit en deze pop song klinkt dan ook uitstekend en wordt gevolgd door "Too Damaged", een prima uptempo pop song met rock & roll invloeden.
In "Peanuts" krijg ik een fantastische mix van rock & roll en pop in Lou Reed stijl te horen en "Highlights" is het eerste rustige nummer en dit klinkt prachtig, mede door de zang van Rockin' Clay, wiens stemgeluid veel overeenkomsten heeft met dat van Lou Reed.
"Teach Me How To Play God" is een schitterende swingende pop song, "Far And Be Some Of Me" een heerlijke dansbare pop song en "High Priest Of Nothing" een vrij rustige pop song in Lou Reed / Velvet Underground stijl.
Ook "Miracle Worker" bevat de ingrediënten van een seventies song, die gemixt met de jaren 50 rock & roll een lekker dansbare song opleveren.
Met "Haywire" krijg ik een snelle rock & roll song voorgeschoteld, die enigszins chaotisch eindigt en in "The Re-Telling Of It" een uitstekende rock & roll pop mix.
Ook in "Albert Lee" laat de band me genieten van hun prima muziek, die het midden houdt tussen pop en rock & roll, maar met het afsluitende "Chosen Few" verrast de band me, want dit schitterende rustige instrumentale nummer wordt met ingetogen spel mijn gehoorgang binnen gebracht en laat me beseffen, dat Subsonics meer kunnen dan ze hebben laten horen en ik kijk dan ook verlangend uit naar hun volgende release.
Subsonics - She's not dead yet - YouTube
youtube.com
In 1993 verscheen hun eerste 7 inch vinyl single "Please Kleen", gevolgd in 1995 door de 7 inch vinyl "Wind Up Doll".
Ook hun debuut album was een vinyl uitgave en de LP "Everything's Falling Apart" kwam in 1996 uit, gevolgd in 1993 door de CD "Frankenstein - Mary Ann".
Daarna volgden "Follow Me Down" (CD, 1998), "A Lot To Forget" (CD en mp3, 2002), "Die Bobby Die" (CD, 2005) en in 2012 de CD "In The Black Spot", waar op 15 korte nieuwe songs te beluisteren zijn.
De band bestaat uit: Rockin' Clay Reed - zang, sologitaar en orgel, Buffi Aguero - drums en orgel en Rob Del Bueno - basgitaar en zang.
Op deze CD worden ze bijgestaan door de gastmuzikanten Johnny Vignault - baritongitaar, orgel en basorgel en Matt Verta Ray - sologitaar, zang en orgel.
"In The Black Spot" begint met "Bus 16", een lekker klinkende pop rock song, die in de stijl van een Buddy Holly nummer gespeeld wordt en dit nummer heeft een uptempo.
Het volgende nummer heet "She's Not Dead Yet", een lekker swingende rock & roll song. (Luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Vervolgens hoor ik "Lime-Lime", een heerlijke pop song, die een beetje in de stijl van Jonathan Richman en Lou reed gespeeld wordt.
Ook "Dubious Charms" wasemt die sfeer uit en deze pop song klinkt dan ook uitstekend en wordt gevolgd door "Too Damaged", een prima uptempo pop song met rock & roll invloeden.
In "Peanuts" krijg ik een fantastische mix van rock & roll en pop in Lou Reed stijl te horen en "Highlights" is het eerste rustige nummer en dit klinkt prachtig, mede door de zang van Rockin' Clay, wiens stemgeluid veel overeenkomsten heeft met dat van Lou Reed.
"Teach Me How To Play God" is een schitterende swingende pop song, "Far And Be Some Of Me" een heerlijke dansbare pop song en "High Priest Of Nothing" een vrij rustige pop song in Lou Reed / Velvet Underground stijl.
Ook "Miracle Worker" bevat de ingrediënten van een seventies song, die gemixt met de jaren 50 rock & roll een lekker dansbare song opleveren.
Met "Haywire" krijg ik een snelle rock & roll song voorgeschoteld, die enigszins chaotisch eindigt en in "The Re-Telling Of It" een uitstekende rock & roll pop mix.
Ook in "Albert Lee" laat de band me genieten van hun prima muziek, die het midden houdt tussen pop en rock & roll, maar met het afsluitende "Chosen Few" verrast de band me, want dit schitterende rustige instrumentale nummer wordt met ingetogen spel mijn gehoorgang binnen gebracht en laat me beseffen, dat Subsonics meer kunnen dan ze hebben laten horen en ik kijk dan ook verlangend uit naar hun volgende release.
Subsonics - She's not dead yet - YouTube
youtube.com
Review: A Generation After - A Generation After (Eigen Beheer, 2012)(Progressieve Rock)
A Generation After is een band uit Goes, Nederland, die in 2009 is ontstaan uit een andere band uit Goes, genaamd Custom Made.
Hun muzikale invloeden zijn divers, maar er zijn ook overeenkomsten daarin, zoals de bands Black Rebel Motorcycle Club, Brian Jonestown Massacre en Sleepy Sun.
Nadat de band de naam veranderd had en er een derde gitarist aangetrokken was, bestaat A Generation After uit: Bas Van Os - zang, Nikos Kyrmos - sologitaar en zang, Jasper Wouters - sologitaar en zang, Daniel Suykerbuyk - sologitaar, Max Baar - basgitaar en Rick Schitemaker - drums en percussie.
In 2010 werd er met het maken van hun debuut EP begonnen, die in 2012 klaar was en vier nummers bevat, waarvan "Lose", de eerste is.
Dit stevige nummer bevat een terug kerend ritme van de gitaar tijdens het eerste gedeelte van de song en nadat de band er halverwege mondharmonica spel aan toe voegd, verandert de muziek en krijgt een meer progressiever karakter, dat door het gebruik van drie gitaren haast symfonisch klinkt .
Vervolgens krijg ik "Fear The Times" te horen, een lekker klinkende stoner rock song is, met een vrij eentonig ritme, waardoor dit nummer een licht hypnotiserende uitwerking op me heeft en het voor mij onmogelijk is, stil te blijven zitten.
Daarna hoor ik "Welcome To My World", waarin de band me wederom een prima stukje stoner voor zet en wederom een terug kerend ritme hanteert, dat enkele prima tempowisselingen bevat.
Het laatste nummer van de EP heet "All Alone" en is een heerlijke rustige, maar toch vrij stevige, stoner rock song, die diverse uitstekende tempowisselingen heeft, waardoor het nummer spannend blijft.(Luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
De EP van A Generation After is een prima debuut, die het beluisteren meer dan waard is.
A Generation After - All Alone
http://www.youtube.com/watch?v=AZSSTmHrucw
Hun muzikale invloeden zijn divers, maar er zijn ook overeenkomsten daarin, zoals de bands Black Rebel Motorcycle Club, Brian Jonestown Massacre en Sleepy Sun.
Nadat de band de naam veranderd had en er een derde gitarist aangetrokken was, bestaat A Generation After uit: Bas Van Os - zang, Nikos Kyrmos - sologitaar en zang, Jasper Wouters - sologitaar en zang, Daniel Suykerbuyk - sologitaar, Max Baar - basgitaar en Rick Schitemaker - drums en percussie.
In 2010 werd er met het maken van hun debuut EP begonnen, die in 2012 klaar was en vier nummers bevat, waarvan "Lose", de eerste is.
Dit stevige nummer bevat een terug kerend ritme van de gitaar tijdens het eerste gedeelte van de song en nadat de band er halverwege mondharmonica spel aan toe voegd, verandert de muziek en krijgt een meer progressiever karakter, dat door het gebruik van drie gitaren haast symfonisch klinkt .
Vervolgens krijg ik "Fear The Times" te horen, een lekker klinkende stoner rock song is, met een vrij eentonig ritme, waardoor dit nummer een licht hypnotiserende uitwerking op me heeft en het voor mij onmogelijk is, stil te blijven zitten.
Daarna hoor ik "Welcome To My World", waarin de band me wederom een prima stukje stoner voor zet en wederom een terug kerend ritme hanteert, dat enkele prima tempowisselingen bevat.
Het laatste nummer van de EP heet "All Alone" en is een heerlijke rustige, maar toch vrij stevige, stoner rock song, die diverse uitstekende tempowisselingen heeft, waardoor het nummer spannend blijft.(Luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
De EP van A Generation After is een prima debuut, die het beluisteren meer dan waard is.
A Generation After - All Alone
http://www.youtube.com/watch?v=AZSSTmHrucw
Abonneren op:
Posts (Atom)