De band Tír na nÓg (land van eeuwige jeugd) ontstond in 1969 te Dublin, Ierland, toen het duo Sonny Condell - gitaar en Leo O'Kelly - gitaar ging samen spelen.
Na enige tijd samen gespeeld te hebben ging het duo de studio in om diverse eigen songs plus enkele covers van onder andere Donovan, Bob Dylan, Leonard Cohen en Simon And Garfunkel, als hun demo op te nemen.
Ook speelden ze deze nummers live, maar het zou tot 1999 duren voordat deze te horen waren via de CD "In The Morning".
In mei 1970 kwamen Sonny en Leo in Londen terecht, waar ze bij een vriendin onderdak vonden en een opname technicus vonden, die hen gratis gebruik liet maken van de West End jingle studio om een nieuwe demo op te nemen.
Ze gingen met hun nieuwe demo naar Island Records, maar die weigerde de band een contract, waarna ze bij het Chrysalis label meer succes hadden.
Chrysalis bood ze, na het zien van het duo (imago speelde ook een grote rol) en beluisteren van hun muziek, onmiddellijk een contract aan.
Tír na nÓg begon in folk clubs in Londen op te treden, waar ze al snel een gedegen reputatie op bouwden, terwijl Chrysalis grotere concerten rond Groot Brittannië en in het buitenland voor ze organiseerde.
In oktober dat jaar speelden ze in the Royal Albert Hall met Jethro Tull, als deel van een Britse en Europese tournee en ook verscheen dat jaar hun debuut single "I'm Happy To Be (On This Mountain)" / "Let My Love Grow" via het Chryslais label, die in de onderste regionen van de hitparade terecht kwam.
Het duo speelde in de jaren er na onder andere met Richard and Linda Thompson, Supertramp, Jasper Carrott, Procul Harum, The Who, The Velvet Underground, Hawkwind, Elton John, Roxy Music, T.Rex en Cat Stevens, om er maar enkelen te noemen.
Vervolgens verscheen het nummer "Our Love Will Not Decay" op de 2LP "El Pea", die via Island Records verscheen met daarop verder nog Jethro Tull, Nick Drake, Traffic, Emerson, Lake & Palmer, The Incredible String Band, Cat Stevens, Fairport Connvention en anderen.
Enkele maanden later bracht Chrysalis het eerste album van Tír Na Nóg met gelijknamige titel uit, die in de Livingstone Studios te Barnet was opgenomen en geproduceerd was door de legendarische folk producer Bill Leader.
Melody Maker was zo verrukt door de muziek van de band, dat ze het tot album van de maand bombardeerden, waarna diverse radio stations hen uitnodigden.
Daaronder waren optredens bij John Peel en Alan Freeman, maar ook bij Bob Harris en Kid Jensen.
Sonny en Leo gingen opnieuw de studios in om nieuw materiaal op te nemen en deze keer deden ze dat in de Morgan Studios te Willesden, waar ze Paul McCartney tegen het lijf liepen, die in dezelfde studio's bezig was met de opnamen van een Wings LP en ook Cat Stevens, waar ze recentelijk mee hadden getoerd, was daar bezig zijn album "Catch Bull at Four" op te nemen.
Het duo nam hun LP "A Tear and a Smile" op, die in 1972 uitgebracht werd, met behulp van Larry Steele en Barry De Souza, die de aanvullende instrumenten bespeelden en in 1972 verschenen ook de singles "Bluebottle Stew" / "Come and See the Show" en "The Lady I Love" / "Heidi".
Hun derde album "Strong in the Sun", die door Procul Harum organist Matthew Fisher was geproduceerd, verscheen in 1973, evenals hun volgende single "Strong in the Sun" / "The Mountain and I".
Het was de bedoeling dat Paul McCartney hun nieuwe single "Spotlight", waarop Mike Giles drums speelde, zou gaan producen, maar deze werd nooit uitgebracht.
Nadat hun label Chrysalis de band in 1974 onverschillig behandelde, keerden Sonny en Leo terug naar Ierland, waar ieder zijn eigen weg ging en de band dus ophield te bestaan.
In 1985 werd de band opnieuw opgericht en kwam de single "Love Is Like a Violin" / "Daisy Lady" via hun eigen Tír na nÓg label uit.
Daarna verschenen de live albums "Hibernian" (2000) een live optreden te Birmingham uit 1995, "Spotlight" (2001) met nummers van de originele John Peel radio sessies uit 1972/1973 en "Live at Sirius" (2010) opgenomen in de Sirius Arts Centre in Cobh te Cork, maar ook verscheen de dubbel LP "A Tear and a Smile" / "Strong in the Sun" in 2004 op de markt.
Het Fruits De Mer label bracht op 31 mei 2014 de 7" EP "I Have Known Love" in een gelimiteerde oplage op gekleurd vinyl op de markt en deze wordt 7 september 2015 gevolgd door de 7" single "Ricochet" / "Tir na nÓg (Live)", die in een beperkte oplage gekleurd vinyl verschijnt en een uitvouwbare poster bevat, waarbij nog opgemerkt kan worden, dat er geen CD's en/of downloads van de single gemaakt zullen worden, op enkele promo's na.
Ook de LP "The Dark Dance", die op 24 mei 2015 in The Half Moon, te Putney, Engeland, tijdens het "Games For May" festival van Mega Dodo Records en Fruits De Mer records door de band gelanceerd werd, is in 2015 door het Fruits De Mer Records label op vinyl uitgebracht.
Van de opnamen, die in 2015 tijdens het optreden in The Half Moon gemaakt zijn, verscheen 6 juni 2016 het album "Live At The Half Moon" via het Mega Dodo Records label en deze werd in een beperkte oplage als 2LP van 250 stuks op groen vinyl geperst, die alleen via de website www.megadodo.co.uk te verkrijgen was, maar ook werden er van de 2LP 250 stuks op 180 gram zwart vinyl uitgebracht.
Tevens verscheen het album op CD en als download en daarop zijn 10 nummers te beluisteren, terwijl er op de 2LP slechts 9 nummers staan.
Op 12 mei 2018 speelde de band in de King Arthur Club te Glastonbury, om de tiende verjaardag van Fruits De Mer Records te vieren en ter gelegenheid daarvan heeft de band de 7" single "Columbine" / "Hall Of Fame" opgenomen, die tijdens het optreden verkocht werd en deze verscheen in een zeer beperkte oplage van 90 stuks.
Op 28 januari 2022 brengt Mega Dodo Records hun album "Live 1970-71" uit, waarop 18 nummers staan en dit verschijnt als CD en als digitale download.
Het album begint met "Let My Love Grow", waarin Tír na nÓg een mooie rustige folk song ten gehore brengt, die gevolgd wordt door "Daisy Lady", eveneens zo'n prachtige song, die in een niet al te hoog tempo wordt gespeeld, "Mill Pond", een rustige song met uitstekende samenzang en tempowisselingen.
Daarna volgen "Looking Up", een heerlijke song met een gemiddeld tempo en een aanstekelijk ritme, "Time Is Like A Promise", een rustige song, de cover van het door Joni Mitchell geschreven nummer "Woodstock", een eigen uitvoering met subtiele tempowisselingen, "I'm Happy To Be (On This Mountain)", een prima song met een gemiddeld tempo en een aanstekelijk dansbaar nummer en "Daisy Lady", een goede versie van dit nummer, dat enkele tempowisselingen heeft.
In "Tír na nÓg" zet Tír na nÓg me een geweldige licht psychedelische folk song met een vrij rustig tempo, in "Boat Song" krijg ik weer een rustige song te horen,
in "Aberdeen Angus" laat het duo me genieten een puike song met een aanstekelijk ritme en een gemiddeld tempo en in "Looking Up" schotelt Tír na nÓg een geweldige swingende psychedelische uitvoering van dit nummer voor, die een aanstekelijk ritme heeft, een terugkerend ritme bevat en een stuk beter klinkt dan de vorige versie.
Dan volgen "Mariner Blues", een vrij rustige folk song, een derde uitvoering van "Daisy Lady", die in een gemiddeld tempo wordt gespeeld en aanstekelijk klinkt en "Live A Day", een prachtige rustige folk song.
Verder hoor ik de Bob Dylan cover "Maggies Farm", een fantastische licht psychedelische folk song met een gemiddeld tempo, die swingt als een trein, "Tír na nÓg", een psychedelische folk song, die in niet al te hoog tempo gespeeld wordt en een aanstekelijk dansbaar ritme heeft en "Dante", een prima song met een vrij rustig tempo en een aanstekelijk ritme.
"Live 1970-71" van Tír na nÓg bevat 18 schitterende folk songs, waaronder de juweeltjes "Tír na nÓg", "Looking Up" (tweede uitvoering) en "Maggies Farm" en ik kan deze schijf dan ook aanraden aan elke liefhebber van folk muziek.(luister naar enkele nummers van dit album via de bandcamp link onder de recensie)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten