maandag 29 december 2014

Review: Sky Cries Mary - Taking The Stage: Live 1997-2005 (Trail Records, 2011) (Progressieve Rock)

Eind jaren 80 werd de band Sky Cries Mary te Seattle, Washington, Amerika, opgericht door Roderick Wolgamott Romero - zang en Anisa Romero - zang, die samen met Michael Cozzi - sologitaar, Jon 'Juano' Davison - basgitaar, William Bernhard - sologitaar en keyboards en Ben Ireland - drums vormden.
Tot 1997 speelde ook Gordon Raphael (producer voor The Strokes) keyboards in de band en recentelijk maakte Kent Halvorsen - keyboards deel van de band uit.
Op het debuut album uit 1989 bestond de band slechts uit 3 personen; Roderick Wolgamott, Jon Auer en Ken Stringfellow en op het volgende album, uit 1990, werd deze formatie uitgebreid met Scott Mercado, Alfred Butler, Stephen Brian-Salit, Mark Ultra, Kevin McCoy en Jeff Guess.
Daarna werd de band een septet, waarin Roderick Wolgamott en Anisa Romero, DJ Fallout a.k.a. Todd "TR" Robbins, Joseph E. Howard (a.k.a. Joe Skyward), Bennett James, Marc Olsen en Gordon Raphael speelden.
Gedurende die tijd (1993) werd het album "A Return To The Inner Experience" opgenomen en daarna verving Michael Cozzi - sologitaar, Marc Olsen en speelde op het vijfde tot zevende album in de band.
In 1994 verving Jon 'Juano' Davison - basgitaar, Joe Howard en in 1998 werd William Bernhard - sologitaar en keyboards aangetrokken, als vervanger voor Michael Cozzi, die zich met andere projecten bezig ging houden.
Kort na hun album "Seeds" uit 1999 ging de band uit elkaar, omdat de bandleden aan andere projecten wilden werken, zoals onder andere: Hana, waarin Anisa Romero samen werkte met Jeff Greinke en Ben Ireland en No Futuro, met daarin Roderick Romero, William Bernhard en Jeremy Moss, maar in 2004 kwam de band weer bij elkaar, nadat ze de rechten van hun muziek terug hadden gewonnen van hun oude platen label en bestond toen uit: Anisa Romero, Roderick Romero, Ben Ireland, Jon 'Juano' Davison, Michael Cozzi and William Bernhard, waarna in 2005 het live album "Here And Now" verscheen, dat twee jaar later gevolgd werd door "Small Town".
Vervolgens speelden Roderick en Anisa, samen met Sting en Russell Simmons, in 2008, mee op het debuut album "The Ivy Ceiling" van Lokah en maakte basgitarist Jon Davidson in 2012 de overstap naar de Britse progressieve rock band Yes als hun nieuwe zanger.
Sky Cries Mary bracht de volgende albums uit: "Until the Grinders Cease" (Lively Art/New Rose Records, 1989) (World Domination Recordings, 1999), "Don't Eat the Dirt..." (Lively Art/New Rose Records, 1990), "Exit at the Axis" (World Domination Recordings/Capitol Records, 1992), "A Return to the Inner Experience" (World Domination Recordings/Capitol Records, 1993), "This Timeless Turning" (World Domination Recordings/Capitol Records, 1993), "Moonbathing on Sleeping Leaves" (Warner Brothers Records, 1997), "Fresh Fruits for the Liberation" (Warner Brothers Records, 1998), "Seeds" (Collective Fruit Records, 1999), "Here and Now" (Hoodooh Music, 2005), "Small Town" ( Hoodooh Music, 2007), "Space Between the Drops" (Trail Records, 2009) en "Taking The Stage: 1997-2005" (Trail Records, 2011).
Verder is nog vermeldenswaardig, dat Sky Cries Mary één van de eerste bands was, die een "internet only" concert had, dat geregisseerd werd door voormalig lid Kevin McCoy en enkele van hun songs verschenen op soundtracks films, waaronder "The Elephant Song" in de soundtrack The Harvest, "Shipwrecked" in Tank Girl, terwijl "Cornerman" in de film Higher Learning te horen is en via een jukebox gespeeld wordt.

Op het live album "Taking The Stage: 1997-2005", dat in 2011 via Trail Records verscheen, bestaat de band uit: Roderick en Anisa Romero - zang, Michael Cozzi - sologitaar en programmering, William Bernard - sologitaar, keyboards en programmering, Jon 'Juano' Davison - basgitaar, akoestische gitaar, percussie en achtergrond zang, Ben Ireland - drums en percussie, Jill Wangsgard - keyboards en akoestische gitaar en Todd Robbins (DJ Fallout) - keyboards en geluidseffecten.
De CD start met 2 nummers, die in 1997 te Seattle opgenomen werden en daarvan is het titel nummer "Taking The Stage" de eerste.
Het nummer begint met ruimtelijke synthesizer geluiden, waarna de rest van de band in valt en ik een schitterende psychedelische spacerock song te horen krijg, die naadloos over gaat in "Rain" en hierin laat de band me genieten van een rustige psychedelische progressieve rock song met een licht hypnotiserend ritme.
De volgende 10 nummers zijn live in Seattle opgenomen tussen augustus 2004 en januari 2005, waarvan "Walla Walla / Moving Like Water" het eerste is en daarin schotelt de band me een fantastische mix van trance, dance en psychedelische rock voor, die in een hypnotiserend ritme gespeeld wordt en over gaat in het volgende nummer, getiteld "Cornerman", waarin ik de band een geweldige progressieve rock song met een aanstekelijk ritme hoor spelen.
Daarna volgt "Don't Forget The Sky", een swingende progressieve symfonische rock song, die zeer dansbaar is (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie) en gevolgd wordt door "The Ant, The Stars, The Owl And It's Prey" en hierin laat de band me een heerlijke progressieve rock song horen, die me enigszins aan de muziek van Fleetwood Mac ten tijde van Lindsey Buckingham en Stevie Nicks doet denken.
Dan krijg ik "Remember Me The Wind" te horen en ook in dit nummer laat de band me genieten van een uitstekende pop song, die tegen het einde een heerlijk hypnotiserend ritme krijgt, waarbij het onmogelijk is niet met de muziek mee te bewegen.
In "Nowhere" speelt de band opnieuw zo'n schitterende swingende licht psychedelische song met spacerock invloeden, maar ook hoor ik er invloeden van U2 in door klinken en in "Want" schotelt Sky Cries Mary me een lekker in het gehoor klinkende licht hypnotiserende rock song voor, die ook nu weer invloeden van Fleetwood Mac bevat en swingt als een trein.
Het volgende nummer, dat ik te horen krijg, heet "Güding" en daarin krijg ik een heerlijke dansbare pop song te horen, waarna "Elephant Song" volgt en hierin
neemt de band me mee op een swingende trip en krijg ik een geweldige progressieve rock song te horen, waarin een hypnotiserend ritme zit en Afrikaanse invloeden te horen zijn, terwijl de tekst grotendeels gedeclareerd wordt.
Vervolgens hoor ik "Walk Of Nothingness", een uitstekende lekker in het gehoor klinkende, vrij commerciële, pop song met een zeer aanstekelijk ritme, waarna ik het laatste nummer van de CD te horen krijg, dat in 1999 in de studio te Seattle is opgenomen en een cover is van het The Mamas & The Papas nummer "California Dreaming" en hierin speelt de band een fantastische psychedelische versie van dit nummer, die erg traag begint, maar na korte tijd verandert in een geweldig stuk psychedelische progressieve rock, waarin het origineel in het niet valt.

De CD "Taking The Stage: Live 1997-2005" van Sky Cries Mary bevat 13 heerlijke songs, waarmee de band me van begin tot einde in de ban van hun muziek heeft weten te houden en is een aanrader voor iedere progressieve rock liefhebber, maar ook zij, die van trance en psychedelische muziek houden, zullen ruimschoots aan hun trekken komen.




Review: Stella - Picking Words (Inner Ear, 2014) (Disco / Elektro)

Stella Chronopoulou, beter bekend onder haar artiestennaam Stella, uit Athene, Griekenland, is een singer-songwriter, schilder en multi-instrumentalist, die haar studie aan de Athens School Of Fine Arts afrondde en in dezelfde tijd begon met het schrijven van muziek.
In 2010 werkte ze mee aan het album "Happend Before" van de avant-garde pop groep My Wet Calvin en in het begin van dat zelfde jaar ging ze in de artrock band Expert Medicine spelen, waar ze gitarist en producer Alex Zabaras ontmoette.
Samen richtten ze de band Fever Kids op in 2011 en in 2014 verscheen hun debuut single "Holding Grass” via het Inner Ear label, waarmee ze lovende kritieken oogsten.
In 2012 bracht Stella haar solo EP “Keep Me Naked” via haar soundcloud account uit en buiten haar solowerk, werkte ze samen met diverse Griekse bands zoals Sillyboy, Coti K, Nteibint en Sad Disco vormde ze de band Chest samen met Babis Theocharis.
Begin 2015 verschijnt haar eerste volledige solo album met gelijknamige titel via het Inner Ear Records label en daarvan is de single "Picking Words" de voorloper en verkrijgbaar via alle digitale winkels en op de Inner Ear Bandcamp pagina.

Het bijna 4 minuten durende nummer is een swingende mix van new wave, disco en elektro, waarbij het onmogelijk is stil te blijven zitten en ik vermoed dat  Stella met deze song, zeker hoge ogen zal gooien in de Griekse hitparade.(luister naar dit nummer via de soundcloud link onder de recensie)




Review: Signs Of The Silhouette - Spring Grove (Bam Balam Records, 2014) (Experimenteel Psychedelisch)

Signs Of The Silhouette is een muzikaal project uit Lissabon, Portugal, van Joao Paulo - drums en percussie, Jorge Nuno - sologitaar en Miguel Cravo - video.
Na eerder de CD's "Signs Of The Silhouette", "Rocket Fish" en "Land Garden" via Sots Discos en Bambalam Records te hebben uitgebracht, is ook het nieuwe album "Spring Grove" in een gelimiteerde digipack oplage, met een speciale prijs, via het Bam Balam Records label verschenen.

De CD bevat slechts 4 nummers, die simpelweg "Track 1", "Track 2", "Track 3" en "Track 4" heten.
Het eerste nummer, "Track 1" dus, duurt iets meer dan 24 minuten en hierin laat de band me een mix horen van psychedelische, experimentele en avant-garde muziek, die in een vrij hoog tempo begint, maar na een minuut of 10 in een rustiger tempo over gaat, waarna de muziek een heftiger karakter krijgt, om vervolgens weer terug te keren naar de experimentele psychedelische muziek.
Daarna krijg ik "Track 2" te horen en dit 19 minuten durend nummer begint in een langzaam ritme, dat vrij experimenteel klinkt en rustig wordt opgebouwd om uit te monden in een heftig stukje geïmproviseerde muziek, dat lichtelijk chaotisch klinkt, waarna de band ook nu weer terug keert naar een langzaam tempo.
Dan volgt "Track 3", die bijna 23 minuten duurt en net als in voorgaande nummers, start de band ook dit in een rustig tempo, waarna de band het voorgaande kunststukje herhaalt en ik de geïmproviseerde muziek hoor veranderen in een chaotisch klinkend experimenteel nummer, dat met vrij hoge snelheid mijn gehoorgang binnen komt, waarna ik het kortste nummer van de CD "Track 4" voorgeschoteld krijg, dat iets meer dan 13 minuten duurt, waarin ik de band de ingeslagen weg hoor vervolgen en opnieuw een geïmproviseerd chaotisch nummer te horen krijg, dat halverwege verandert in een meer gestructureerd stukje muziek en experimentele en psychedelische invloeden bevat.

Op de CD "Spring Grove" van Signs Of The Silhouette staan 4 lange improvisaties, die me hier en daar aan de muziek van de Japanse band Acid Mothers Temple doen denken en ik kan liefhebbers van dit genre dan ook aanraden deze CD eens te gaan beluisteren. (luister naar de teaser van de CD via de youtube link onder de recensie)




Review: Cowbones - Vox Populi Pollux (Casbah Records, 2014) (Garagerock)

De band Cowbones werd aan het eind van 2007 te Gigors, Frankrijk, opgericht en bestaat uit: Benjamin Aboulafia - zang, Soupyan Cooper - sologitaar, Aaron Josaphat - sologitaar en zang, Ethan Polychronos - drums en keyboard, Yakinthos Danopoulos - keyboard en Rasoul Popper - drums en keyboard.
De band bracht hun debuut album "To Speed, Shock, Spoken, Irregular New Verb" in 2011 in eigen beheer uit.
Hun tweede album "Vox Populi Pollux" is door het Casbah Records label uitgebracht en is alleen op LP verschenen.

De LP bevat 12 songs, waarvan de eerste "No Law" heet en hierin krijg ik een kort psychedelisch elektronisch nummer te horen, waarin de tekst gedeclareerd wordt.
Dit nummer wordt gevolgd door "Cramp", waarin de band een schitterende snelle mix van elektronische muziek, rock & roll en garagerock speelt, waarna ik "Shag" te horen krijg en ook in deze song speelt de band hun zeer swingende hypnotiserende garagerock & roll mix in een hoog tempo.
Daarna schotelt de band me "Go Ahead" voor, een kort intermezzo van nog geen minuut, dat gevolgd wordt door "Honey", een lekker in het gehoor klinkende elektronische post-punk song met een hypnotiserend ritme, waarna "Giu Mio Bello" volgt en ook in dit nummer laat de band me genieten van een swingende hypnotiserende garagerock song, die in een gemiddeld tempo gespeeld wordt.
Kant-B begint met de fantastische hypnotiserende rock & roll song "New Cobonnies", die in een vrij hoog tempo gespeeld wordt en swingt als een trein. (luister naar dit nummer via de soundcloud link onder de recensie)
Vervolgens hoor ik "My Room" en hierin speelt de band een uitstekende swingende elektronische garagerock song, om vervolgens "Pink" ten gehore te brengen en daarin laat de band me opnieuw genieten van zo'n heerlijke hypnotiserende elektronische garagerock song.
In "Don't Movie" hoor ik ook nu weer een geweldige swingende mix van garagerock en elektronische rock, waarbij het onmogelijk is stil te blijven zitten en in "Love  Song" verrast de band me op een schitterend psychedelisch nummer, waarin de tekst gesproken wordt en het elektronische ritme hypnotiserend werkt.
Het laatste nummer heet "Yellow Schulz" en daarin speelt de band me een lekkere dansbare elektronische song met een aanstekelijk ritme.

"Vox Populi Pollux" van Cowbones vind ik een uitstekend album, dat vol staat met lekker in het gehoor klinkende nummers, die meer dan de moeite waard zijn beluisterd te worden en ik raad liefhebbers van zowel garagerock als rock & roll en elektronische muziek deze schijf dan ook van harte aan.




maandag 22 december 2014

Review: Black Pistol Fire - Hush Or Howl (Casbah Records, 2014) (Heavy Bluesrock)

Black Pistol Fire is een Canadees rock & roll duo, uit Toronto, dat bestaat uit Kevin McKeown - sologitaar en zang en Eric Owen - drums.
Beide jeugdvrienden, die hun muzikale carrière op high school begonnen, speelden samen in het rock & roll trio The Shenanigans, die de LP "Bombshell Baby" uitbrachten.
Na hun avontuur met The Shenanigans verhuisde het duo in 2009 naar Austin, Texas, Amerika, waar ze onder de naam Black Pistol Fire begonnen op te treden.
Ze namen hun nummers op in een gehuurde garage, waar da baspartijen later bijgevoegd werden en ook veranderde hun geluid in een meer "Southern" stijl.
Ze werden tijdens een optreden in een lokale club in Austin ontdekt door producer Jim Diamond The White Stripes, Jon Spencer Blues Explosion, The Von Bondies), die hun debuut album "Black Pistol Fire" in 2 gescheiden sessies op nam.
Deze werd in februari 2011 uitgebracht en werd door een select aantal platenzaken in Noord Amerika en tijdens live optredens verkocht plus wereldwijd via ITunes.
De LP kreeg positieve kritieken van uitgevers zoals de Austin Chronicle, Pop Music Matters en de Houston Press en werd door meer dan 100 radio stations in Canada en Amerika gedraaid, terwijl hun muziek ook in series als 90210, Hawaii 5-0, Suits, WWE RAW, Sons of Anarchy en The Protector gebruikt werd.
Het duo toerde door Canada en Amerika, maakte een succesvolle toer door Europa en speelde op festivals als SXSW, Headlining Rock The Republic en Mr. Fest. 
Ze stonden op het podium met onder andere Black Rebel Motorcycle Club, Band of Skulls, State Radio, Shonen Knife, Bun B, TOO Short en Lucinda Williams.
In augustus 2012 verscheen hun tweede LP, "Big Beat 59", die in mei 2012 vooraf gegaan werd door de EP "Shut Up!" met daarop 5 songs, die een eerbetoon zijn aan Little Richard.
Om de LP te promoten had het duo het land doorkruist als voorprogramma van Band of Skulls en Black Rebel Motorcycle Club plus een toer met State Radio, inclusief een stop in de beroemde Webster Hall te New York City.
In het najaar van 2012 en het begin van 2013 nam de band nummers op voor hun volgende LP "Hush Or Howl", die in april 2014 via Modern Outsider en Conveyor / Universal Music Canada verscheen en eind 2014 op vinyl via het Casbah Records label is uitgebracht.

De LP bevat 11 nummers, waarvan "Alabama Cold Cock" de eerste is en hierin laat het duo me genieten van een heerlijke mix van bluesrock en garagerock, die in een niet al te hoog tempo gespeeld wordt en swingt.
Daarna hoor ik "Dimestore Heart Throb", een lekker in het gehoor klinkende uptempo bluesrock song met lichte hardrock invloeden, die gevolgd wordt door "Baby Ruthless", waarin het duo me een uitstekende swingende bluesrock song voorschotelt.
In "Your Turn To Cry" krijg ik een schitterende Southern countryrock song te horen, die swingt als een trein en in "Hipster Shakes" speelt het duo weer een fantastisch stukje progressieve bluesrock.
Dan volgt "Run Rabbit Run", waarin het duo me verrast met een heerlijke mix van blues- en hardrock, die bij tijd en wijle vrij heftig klinkt en enkele prima tempowisselingen bevat.
Met "Honeydripper" krijg ik een geweldige swingende uptempo hardrock song te horen en met "Blue Eye Commotion" hoor ik een zeer swingende mix van hardrock en Southern rock in de stijl van Creedence Clearwater Revival.
Vervolgens speelt het duo "Hush", waarin ik kan genieten van een swingende hardrock song met diverse tempowisselingen en in "Snow Pony" begint het nummer met de eerste tonen van het Animals nummer "Boom Boom", maar al snel verandert dat en krijg ik een stevige rock song te horen met invloeden uit de rap en blues. (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Het laatste nummer, dat nog geen anderhalve minuut duurt, heet "Grease My Wheel" en daarin laat het duo me genieten van een fantastische country song en zit in de stijl van de muziek van Country Joe & The Fish ten tijde van Woodstock.

Het duo Black Pistol Fire heeft me met "Hush Or Howl" weten te verrassen met hun uitstekende nummers en veelzijdigheid van muziek, waarbij ik me geen moment heb verveeld en ik kan liefhebbers van bluesrock, hardrock, country en van de muziek van The White Stripes en Black Keys dan ook aanraden, deze plaat eens te gaan beluisteren en misschien tot dezelfde conclusie te komen als ik: Geweldig!





Review: Urban Junior - The Truth About Dr.S And Mr.P An One Man Synthony In E Minor (Voodoo Rhythm Records) (Elektro Disco Punk)

Urban Junior uit Aarau, Zurich, Zwitserland begon in de boy band HNO, maar ontdekte al snel, dat dat niets voor hem was.
Hij kocht een gitaar, synthesizer, microfoon en kickdrum en begon in 2003 rond te trekken als een elektro punk one man band en was de complete tegenhanger van het Boy George image dat hij had.
Hij maakte zijn debuut album "Music For The Asses", dat hij in 2 dagen opnam, in 2005 voor het Fistfuckerrecords label gevolgd door de song "Urban Cooking Cookbook", dat via hetzelfde label op single verscheen, waarna "Jesus Between Your Legs" op het 7" vinyl verzamel album "Killed By A One Man Band", dat in 2006 via Squoodge Records en Drunk'n'Roll Records werd uitgebracht en er songs van hem verschenen op de verzamel CD's "Punch Me Hard" (Burning Sound, 2006), "Godzilla" (Coffindodgers, 2007) en "One Foot In The Grave" (Kizmiaz, 2009).
Verder verscheen het nummer "Music For The Asses" op de verzamel 2CD "Attack Of The One Man Bands" in 2007 via het Rock N Roll Purgatory label en werden "E-Bomb" (CD, Fistfuckerrecords, 2007), "Black Cadillac" (5" CD single, Squoodge Records, 2007) "Tres Chic" (7" vinyl single, Squoodge Records, 2008), "Halloween Rumble" (7" vinyl single, Squoodge Records, 2009), "Two Headed Demon" (CD/LP, Voodoo Rhythm Records, 2010), "The Driver And The Band" (7"vinyl single, Squoodge Records, 2011) uitgebracht.
Urban Junior deelde het podium met onder andere: Oh Sees, King Khan, Pussywarmers ,Reverned Beat-Man en toerde door de hele wereld met John Spencer Blues Explosion, Bob log III, John Scholey en Jack Oblivian, maar was ook voorprogramma voor bands als Iggy and the Stooges, G. Love and Special Sauce, Test Icicles en The Monstersen deed een Europese toer met John Schooley and Quit your Dayjob, Bondage Fairies, Reverend Beatman, King Automatic en The Masonics.
Zijn tweede uitgave voor het Voodoo Rhythm Records label is een concept album, getiteld "The Truth About Dr.S And Mr.P An One Man Synthony In E Minor" en is zowel op CD als op LP+CD inclusief een poster verschenen.

Het album, dat 13 nummers bevat, start met "Manifest", waarin ik een schitterende elektro punk song te horen krijg met enkele uitstekende tempowisselingen, die gevolgd wordt door "Jetzt", een elektronische disco song met een zeer dansbaar ritme, compleet met disco klap.
Daarna hoor ik "Dr.S.", een swingende elektro disco song met een hypnotiserend ritme, waarna "Stehaufmännchen" volgt en dit nummer ligt in het verlengde van "Dr.S" en Urban Junior gaat dan ook verder in deze song met het maken van zijn swingende elektro disco.(luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Dan volgt "Reflection" en hierin krijg ik een lekker in het gehoor klinkende elektro wave song voorgeschoteld, waarin de zang van Urban Junior, door het gebruik van een versleten microfoon, klinkt, alsof het door een vrouw gezongen wordt.
Met "Lass Los" laat hij me genieten van een heerlijk stukje house, waarin het onmogelijk is stil te blijven zitten en "Backdoor Boogie" is een korte rauwe elektro punk song, die swingt.
In "New Life" speelt Urban Junior een prima new wave song met een dansbaar ritme en in "Der Letzte Kuss" krijg ik opnieuw een schitterende dansbare elektro wave song met disco invloeden te horen.
Vervolgens hoor ik "Again", een lekkere dansbare mix van elektro, punk en new wave, die een aanstekelijk ritme heeft, waarna ik "R.I.T.A.L.I.N." te horen krijg en in dit nummer laat Urban Junior me een schitterend kort stukje hypnotiserende drums horen, dat door vrij heftige zang ondersteund wordt.
Het volgende nummer heet "The End" en hierin wordt weer een dansbare mix gemaakt van elektro, disco en new wave, die gevolgd wordt door het laatste nummer, "Vielen Dank & Auf Wiedersehn", waarin ik een lekker in het gehoor klinkende mix van house, disco, elektro en punk te horen krijg, die swingt als een trein.

"The Truth About Dr.S And Mr.P An One Man Synthony In E Minor" van Urban Junior is een heerlijke LP/CD, die swingt en diverse stijlen dans muziek bevat en een aanrader is voor de liefhebbers van dance in het algemeen.




maandag 15 december 2014

Review: Burning Saviours - Unholy Tales From The North (Transubstans, 2014) (Hardrock)

Burning Saviours uit Örebro, Zweden, werd in 2003 door Mikael Monks - sologitaar en Martin Wijkström - drums opgericht en genoemd naar een song van de band Pentagram.
Hun eerste demo "Dayterrors" werd met behulp van Fredrik Evertsson - basgitaar en Andrei Amartinesei - zang in 2004 opgenomen.
Op hun volgende demo "The Crusade of Evil", eveneens uit 2004, zong Andrei Amartinesei niet alleen, maar speelde hij ook sologitaar en al snel daarna besloot de band een nieuwe demo op te nemen, "Into the Abyss", die eind 2004 verscheen.
De demo sloeg goed aan en daardoor kreeg de band een plaats op het Duitse "Doom Shall Rise III" festival in 2005, plus een platen contract bij het I Hate Records label.
Hun album met gelijknamige titel werd in mei 2005 uitgebracht, gevolgd in juni 2006 door hun tweede album, "Hundus", dat via het zelfde I Hate Records label verscheen.
Vervolgens kwam de single "The Giant" uit via Rise Above Records in december 2006 en verliet Andrei Amartinesei de band om te worden opgevolgd door Fredrik Andersson - zang en Henry Pyykkö - sologitaar, waarna in oktober 2007 hun nieuwe album, "Nymphs and Weavers" via het Transubstans Records label verscheen.
Kort daarna, in januari 2008, ging de band uit elkaar, om in augustus 2010 nieuw leven ingeblazen te krijgen en bestaat nu uit: Mikael Monks - zang en slaggitaar, Jonas Hartikainen - sologitaar, Fredrik Evertsson - basgitaar en Martin Wijkström - drums.
Daarna verschijnen "Förbannelsen" (7" vinyl EP, Night Tripper Records, 2011), "The Offering (Förbannelsen Part II)" (7" vinyl EP, Night Tripper Records, 2012), "The Nightmare (Förbannelsen Part III)" (7" vinyl EP, plus de 7" gelimiteerde editie op rood vinyl, Night Tripper Records, 2012 ), "Hon Dansade Med Döden (Förbannelsen Part IV)" (7" vinyl EP, plus de 7" gelimiteerde editie op rood vinyl, Night Tripper Records, 2012) plus de compilatie CD "Boken Om Förbannelsen" (I Hate Records, 2014).

Hun nieuwe album "Unholy Tales From The North" wordt door het Transubstans label uitgebracht en bevat 7 nummers, waarvan "They Will Rise Tonight" de eerste is en hierin krijg ik een langzame heavy rock song te horen, waarin de stijl me enigszins aan de begintijd van Black Sabbath doet denken.
Daarna laat de band me "And The Wolves Cried Out" horen en hierin speelt Burning Saviour een lekker in het gehoor klinkende heavy rock song, die lichte bluesrock invloeden heeft en dit nummer wordt gevolgd door "Your Love Hurts Like Fire", een uitstekende stevige hardrock song, die in een niet al te hoog tempo gespeeld wordt, waarin de band klinkt als jaren 70 bands als Judas Priest. (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Dan krijg ik "Ondskan" voorgeschoteld en hierin laat de band me een in het Zweeds gezongen swingende hardrock song horen, die gevolgd wordt door "Inside My Mind", een stevige uptempo hardrock song, die swingt en uitstekend gitaarspel bevat.
In "The Sons Of The North" hoor ik opnieuw een song in de stijl van Judas Priest en ook in dit nummer speelt de band hun muziek in een aanstekelijk ritme.
Het laatste nummer heet "Lyktgubben" en in deze song speelt de band een swingend stukje hardrock, waarin enkele prima tempowisselingen zitten.

Burning Saviours heeft met "Unholy Tales From The North" een lekker in het gehoor klinkend album gemaakt, dat zeker bij de hardrock liefhebbers in de smaak zal vallen.




Review: Prins Obi - Notions (Inner Ear, 2014) (Pop)

Singer / songwriter George Obi Dimakis, lid van de Griekse band Baby Guru, die voor zijn solo project onder de naam Prins Obi muziek maakt, heeft een jaar na zijn digitale debuut EP "Love Songs For Instant Success", die in december 2013 verscheen, in november 2014 een volledig album uitgebracht, met als titel "Notions".
Van "Notions", dat via Inner Ear Records op CD, LP + bonus CD en als digitale download is verschenen, werd de single "Weekend Lovers" getrokken, dat met 10 andere nummers op het album staat.
De nummers van het album werden in de afgelopen 10 jaar geschreven, waarvan sommige recentelijk en aan de plaat werd medewerking verleend door mede Baby Guru leden King Elephant en Sir Kosmiche, terwijl ook andere gast muzikanten zoals Kon Kon, Ku en Christina op het album mee spelen.

Het eerste nummer van het album is de single "Weekend Lovers", waarin ik een schitterende rustige pop song te horen krijg, die in geen enkele hitparade zou misstaan en de uitstraling van een jaren 60 song heeft.
Daarna hoor ik een heerlijke ritmische pop song, getiteld "Sorrow", waar de synthesizer en drums een belangrijke rol in spelen en dit nummer wordt gevolgd door "Evening Gown", dat met Moog synthesizer klanken begint en invloeden uit de begin jaren 70 bevat, terwijl de muziek tevens licht psychedelisch klinkt.
Dan schotelt Prins Obi me "Larry The King" voor en hierin hoor ik hem elektronische een pop song met disco invloeden spelen, die prima dansbaar is en gevolgd wordt door "Those Stormy Eyes", een fantastische rustige korte pop song, die nog geen anderhalve minuut duurt,waarin Obi zichzelf op piano begeleidt.
In de titel song "Notions" laat hij me een swingende disco song horen, compleet met jaren 80 disco dreun en in "Kineta" krijg ik een prachtig erg rustig stukje instrumentale muziek te horen, dat door de synthesizer gedomineerd wordt.
Meer disco klanken zijn te horen in "The Warmest Colour", althans in het begin van de song, want die gaat over in een geweldig mooie rustige pop song en met "Couples" laat Obi me opnieuw genieten van zo'n rustige song.
Vervolgens krijg ik "Idolize You" te horen en hierin gaat Prins Obi verder met het maken van zijn heerlijke rustige pop songs en in het laatste nummer "Naked Dancers Union" krijg ik een licht hypnotiserend psychedelisch symfonisch nummer te horen, waarin de invloeden van eind jaren 60, begin jaren 70 hoorbaar zijn. (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)

Het album "Notions" van Prins Obi bevat uitstekende pop songs, die bij de liefhebber van deze muzieksoort zeker in de smaak zullen vallen en ik raad hen dan ook aan, deze schijf eens te gaan beluisteren.




Review: Cumino - Pockets (Eigen Beheer, 2014) (Elektronisch)

In 2010 werd Cumino bij wijze van experiment opgericht door twee vrienden, die beiden een andere muzikale achtergrond hebben.
Dat zijn gitarist Luca Vicenzi, die eerder in de bands Zita Ensemble en in Orchestra Panica speelde en Hellzapop (Davide Cappelletti), die producer en maker van elektronische muziek is.
Luca maakte met Zita Ensemble 3 CD's (Volume 1 in 2006, Quintet Sessions in 2007 en Volume 2 in 2009) en met Orchestra Panica slechts 1 CD (Journey To Devotion in 2010), die allemaal door Lizard Records uitgebracht werden.
In maart 2012 werd Cumino's eerste album “Tomorrow In The Battle Think Of Me” op internet als digitale "free" download uitgebracht, in december 2012 gevolgd door “Inner Voice EP", (eveneens een digitale "free" download) waarop 5 nummers staan, waaronder de single “The Voice Due To You”, een remix, 2 onuitgebrachte nummers en een live versie van “When We Talk About Ourselves”.
Na een korte toer van 15 dagen in oktober 2013 verscheen de digitale "free" download EP “Just Melt”, waarop 4 nummers staan, die van de soundtrack komen van een naturalistische documentaire, waarvoor Cumino het muzikale aspekt verzorgde.
Hun nieuwe volledige uitgave, die ook nu weer als digitale "free" download verkrijgbaar is, heet "Pockets" en deze bevat 9 nummers.

De CD start met "Atlas", waarin ik een schitterend, vrij rustig, elektronisch nummer te horen krijg, dat op synthesizer, drummachine en gitaar gespeeld wordt.
Daarna hoor ik "Her", een door gitaar gedomineerd prachtig rustig nummer, dat ondersteund wordt door de synthesizer (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie) en gevolgd wordt door "Fields", dat eveneens in een rustig tempo gespeeld wordt en een melodisch ritme bevat.
Het volgende nummer heet "Tangier" en hierin laat het duo me genieten van een uitstekend elektronisch nummer, dat naar de avant-garde neigt, waarna ik "Two Spheres" te horen krijg en in dit heerlijke nummer begint langzaam, om door een subtiele tempowisseling over te gaan in een sneller tempo, om vervolgens terug te keren naar langzaam om dan opnieuw versneld te worden.
In "Veins" laat het duo me een schitterend stukje avant-garde horen, dat in een gemiddeld tempo gespeeld wordt en in "Fixing Fragments" hoor ik een lekker klinkend nummer met een aanstekelijk swingend ritme, dat me aan zet tot meebewegen.
Vervolgens krijg ik "Paseo" voorgeschoteld en hierin laat het duo me een prima melodisch nummer horen, waarin enkele uitstekende tempowisselingen zitten en dat een dansbaar ritme heeft.
Het laatste nummer, dat "Snail" heet, wordt in een erg traag tempo gespeeld, waardoor het de uitstraling van een new age nummer heeft en de serene muziek brengt me daarom volledig tot rust.

Cumino heeft met "Pockets" een CD gemaakt, die vol staat met rustige nummers, die uitstekend zijn om bij te ontspannen en een aanrader zijn voor hen, die tot rust willen komen bij een stukje heerlijke muziek.




Review: Mugstar - Breathing Mirror & Cosmic Dead - Fukahyoocastulah (Evil Hoodoo, 2014) (Spacerock)

The Cosmic Dead is een jam rock collectief uit Glasgow, Schotland, waarvan de 2 vaste krachten James T McKay - sologitaar en Julian Dicken - drums zijn, maar verder verschilt de band elke keer van samenstelling.
In april 2011 verscheen de cassette "Psychonaut", waar op 10 nummers te horen zijn, via het Duitse Who Can You Trust? Records, een collectie van vroege jams, repetitie opnamen en diverse andere opnamen, die tussen februari en december 2010 gemaakt werden met Josh Longton - basgitaar, Joseph Quimby - Synthesizer (track 4 & 9) en Omar Aborida - zang (track 2).
In augustus 2012 verscheen de nieuwe Cassette "The Exalted King" in een beperkte oplage via het Canadese label Dub Ditch Picnic.
Hun debuut album "The Cosmic Dead", waarop 4 lange nummers staan, is in een gelimiteerde oplage in 2012 van 500 stuks op CD heruitgebracht door Paradigm Records en in 2013 verschenen: "Live At The Note", dat 3 nummers bevat, via Stabbed In The Back Records, "Inner Sanctum", waarop 4 nummers staan,als gelimiteerd cassette album C80 via Evil Hoodoo Records en "Orbiting Salvation", met daarop 4 nummers, als MP3 album en dit is een eigen uitgave van The Cosmic Dead.
Het nummer "Djamba", dat ook op de CD "Live At The Note" staat, is in 2013 opnieuw uitgebracht, maar deze maal als split LP met "The Wizard And The Seven Swines" van Pigs, Pigs, Pigs, Pigs, Pigs, Pigs, Pigs, een band uit Newcastle, Engeland.
Hun laatst verschenen LP "EasterFaust" uit 2014, die door Sound Of Cobra uitgebracht werd, verscheen in een beperkte oplage van 400 stuks en werd op 180 gram bruin marmer gekleurd vinyl geperst.
Cosmic Dead bestaat op de split LP "Mugstar - Breathing Mirror & Cosmic Dead - Fukahyoocastulah" uit: James T McKay - sologitaar, Julian Dicken - drums, Omar Aborida - basgitaar en Lewis Cook - synthesizers en de band stond op het podium met onder andere: White Hills, Gnod, Wooden Chjips, Naam, Mugstar, Damo Suzuki, Carlton Melton, Cave en Teeth Of The Sea.

Mugstar, die bestaat uit: Pete Smyth - sologitaar, zang en keyboards, Neil Murphy - sologitaar, Jason Stoll - basgitaar en saxofoon, Steve Ashton - drums en Sam Wiehl en Robert Parker - Visuele beelden en projecties, is een band uit Liverpool, Engeland, die in 2003 met hun eerste 7" vinyl single "Spotlight Over Memphis", die door Critical MASS Records uitgebracht werd, de aandacht trok van John Peel, die het nummer regelmatig in zijn radio show draaide en na hun volgende 7" vinyl single "Flavin' Hotrod", uit 2004, eveneens door Critical MASS Records uitgebracht, stelde hij de band voor om opnames te maken voor een Peel Sessie.
Daarna volgde er dat zelfde jaar een split single met Hunting Lodge, die via Farm Girl Records verscheen en een gelimiteerd mini CD album, getiteld "Dark Matter", dat in 2004 door Kabukikore Records werd uitgebracht, waarna kort erna een sessie volgde voor BBC Radio One's Huw Stephen.
Vervolgens verscheen in 2005 het nummer "Trail" op een compilatie CD bij het Critical MASS Records label en in januari 2006 bracht de band de 7" vinyl single "My Baby Skull Has Not Yet Flowered" via Lancashire & Somerset Records uit, waarna in 2007 het eerste album van de band volgde via Critical MASS Records.
Verder kwamen de volgende singles, split singles en LP's van de band op de markt: “Bethany Heart Star” (7" vinyl single, Trensmat Records, 2007), Red Panda / Mugstar split 10" vinyl EP (Lancashire & Somerset Records, 2008), Mudhoney / Mugstar  split 7" vinyl single (Trensmat Records, 2009), “Today Is The Wrong Shape” (7" vinyl single, Trensmat Records, 2009), “…Sun, Broken…” (LP, Important Records, 2010), Various Arists - "In Search of Hawkwind" (Critical MASS Records, 2010), “Lime” (LP, Important Records, 2010), "I Got the Six" (voor de verzamel LP "I’m So Agitated" – Mugstar / Rituals From The Heads & The Big Naturals / Carlton Melton / Koolaid voor Record Store Day, Agitated Records, 2011), "Collisions II" (Split LP met Oneida, Rocket Recordings, 2011), "Distant Sun" (Robert Hampson Remix LP van "Serra", Agitated Records, 2011), "Black Fountain" (Split 7" vinyl single met Carlton Melton, Trensmat Records, 2011), "Ad Marginem" (vinyl LP met DVD, Agitated Records, 2012), "Centralia" (gelimiteerde blauw vinyl LP van 300 stuks, Record Store Day, 2013) en "Axis" (LP / CD en digitale download, Agitated Records, 2013).

Op de LP Mugstar - "Breathing Mirror" & Cosmic Dead - "Fukahyoocastulah" staat van beide bands 1 lang nummer, waarbij "Breathing Mirror" van Mugstar bijna 19 minuten duurt en "Fukahyoocastulah" van Cosmic Dead bijna 26 minuten.
In "Breathing Mirror" hoor ik Mugstar een rustig startend spacerock nummer spelen, dat langzaam opgevoerd wordt en een sterk hypnotiserend ritme bevat, zodat ik al snel in een lichte trance kom.
Na ongeveer 8 minuten zo gespeeld te hebben, laat Mugstar het nummer uitlopen in en gooit de band het roer om, waardoor het verandert in een psychedelisch stukje muziek, dat op een ingetogen manier gespeeld wordt.
Daarna voegt de band een hypnotiserend ritme toe en laat het nummer over gaan in een heerlijk stukje krautrock, om het op deze manier af te sluiten.
"Fukahyoocastulah" van Cosmic Dead begint eveneens in een niet al te hoog tempo en trakteert me vanaf de eerste tonen op een hypnotiserend ritme, dat door de basgitaar gespeeld wordt, waarmee de band me meteen al de muziek inzuigt.
Na enkele minuten verandert het ritme, waarin de basgitaar nog steeds hetzelfde ritme blijft spelen, maar de rest van de band het nummer een progressiever stuk muziek speelt, waarna ook de basgitaar over schakelt.
Vervolgens laat de band het nummer, door een subtiele tempowisseling, opnieuw veranderen en krijg ik een lekker in het gehoor klinkend swingend spacerock nummer met krautrock invloeden te horen, dat in een vrij hoog tempo gespeeld wordt en eveneens een hypnotiserend bas ritme bevat, waardoor het onmogelijk wordt stil te blijven zitten. (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)

De split LP van Mugstar en Cosmic Dead heeft me van begin tot einde weten te boeien, waarbij beide bands me stevig in de ban van hun muziek hadden en ik kan deze schijf dan ook voor de volle 100% aanraden aan iedere spacerock liefhebber.




maandag 8 december 2014

Review: Movie Star Junkies - Evil Moods (Voodoo Rhythm Records) (Garagerock / Pop)

De band Movie Star Junkies werd in 2005 te Turijn opgericht en was oorspronkelijk een duo, dat bestond uit Stefano Isaia - zang en orgel en Caio Miguel Montoro - drums, die zich muzikaal hadden laten beïnvloeden door bands als The Gun Club en The Birthday Party.
Na een tijdje als duo te hebben opgetreden, werd besloten een complete band te vormen en kwamen Vincenzo Marando - sologitaar en zang, Alberto "Boto" Dutto - sologitaar en Emanuele "Nene" Baratto - basgitaar bij het duo en was de band een feit.
In 2006 verscheen hun debuut single "Dolls Come In", die gevolgd werd door nummers, die op single, split EP's en compilaties verschenen, zoals "Flamingos" / "The Whore" (2007), "Dialogue Between Zachary Swenson And Timothy Leary Lipstick" (2007), "Mother" (2008) en op een 10" split met The Feeling Of Love (2008).
Vervolgens verscheen in 2008 hun debuut album "Melville", via het Voodoo Rhythm Records label, dat in 2010 gevolgd werd door "A Poison Tree", eveneens via dit zelfde label en tussendoor werden diverse nummers uitgebracht, waaronder "K7" (2008), Last Rapes Of Mister Teach" (2009), "Junkyears" (2009), "Under The Marble Faun" (2010) en de split singles "G I Joe" (2008) en "Vermillion Sands" (2009) plus de 7" vinyl single "Requiem Pour Un Con" (een cover van een Serge Gainsbourg nummer) / "Le Trout" (2010).
Na opnieuw diverse nummers te hebben uitgebracht zoals de 7" vinyl split single "Movie Star Junkies" / "Buzz Aldrin" (2011), "In A Night Like This" (2011), "Bob Corn" (2011) en de 7" vinyl single "Baltimore" / "Everything Is Holy" (2012), verscheen de live LP "Son Of Dust" via het Outside Inside label.
Daarna verscheen in 2013 het Digitale Download album "Still Singles", waarop 20 nummers staan, die eerder op single, split EP en op compilatie albums werden uitgebracht, via Wild Honey Records en in 2014 besloot Voodoo Rhythm Records hun album "Evil Moods" uit te brengen.
De band trad onder andere op in Frankrijk, Kroatië, Engeland en Amerika, met bands als The Jon Spencer Blues Explosion, Lost Sound, Thee Oh Sees, The Lamps,  Blank Dogs, Chrome Cranks, Black Lips, Country Treasures en Demon's Claws en ze namen een live show op voor New York's beroemde radio, WFMU.

Hun nieuwe CD / LP, die 10 nummers bevat, start met "A Promise", waarin de band me een geweldige progressieve rock song laat horen met licht psychedelische invloeden uit de jaren 60, waarbij de muziek tevens een hypnotiserend drums ritme heeft. (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie) Daarna krijg ik "Three Times Lost" te horen en in dit nummer maakt de band een swingende mix van garagerock, blues en pop, die in uptempo gespeeld wordt en gevolgd wordt door "Please Come Home", een fantastische swingende garagerock song, die in een hoog tempo gespeeld wordt, waarbij het onmogelijk is stil te blijven zitten.
Dan schotelt de band me "Rising" voor en hierin laat de band horen ook commerciële songs met hoog mee zing gehalte te kunnen spelen en met "Jim Thompson" laat de band me eveneens een vrij commerciële swingende song horen, waarin van blazers gebruik gemaakt wordt.
In "A Lap Full Of Hate" krijg ik een progressieve rock song te horen, waarin een licht hypnotiserend ritme zit en enkele onderbrekingen heeft, waardoor ik op het verkeerde been gebracht wordt, door te denken dat de song klaar is en in "In The Evening Sun" hoor ik een heerlijke rock song met een swingend ritme, dat licht hypnotiserend is.
Vervolgens laat de band me genieten van "All Sorts Of Misery", een song, die in het verlengde van de vorige ligt en in "Red Harvest" schotelt de band me een lekker in het gehoor klinkende swingende uptempo rock song voor.
Het laatste nummer heet "Move Like Two Ghosts" en hierin speelt de band een uitstekende swingende rock song, die aan zet tot meebewegen en vrij commercieel klinkt.

"Evil Moods" van Movie Star Junkies is een heerlijk album, waarvan ik ten volle genoten hen en ik kan deze schijf dan ook van harte aanbevelen aan een ieder, die van swingende pop en garagerock houdt.




Review: Shooting Guns - Wolfcop Original Soundtrack Recording (Cine Coup, 2014) (Hardrock)

Shooting Guns werd in 2008 te Saskatoon, Canada, opgericht en bestaat uit: Keef - sologitaar, Laramee - sologitaar, J. Loos - basgitaar, Steve Reed - synthesizer en Jin Ginther - drums.
De band bracht hun 7" vinyl debuut single "Dopestrings" / "Harmonic Steppenwolf" via het Somnambulist Sound System in 2010 uit, gevolgd door hun debuut LP "Born To Deal In Magic: 1952-1976" in 2011, die via Teargas Recording Tree verscheen.
Daarna verschenen de 7" split singles Shooting Guns - "Down and Out in Detroit" / Cult Of Dom Keller (Leaning Trees RecordS, 2012) en Shooting Guns - "Sky High & Blind" / Krang - "Shake Joint" (Psychic Handshake Recordings, 2012) plus de LP "Brotherhood Of The Ram" (2013, Pre-Rock Records / Riding Easy Records) en de cassettes "Spectral Laundromat" (Dub Ditch Picnic, 2013) en "Street Rock" (Dub Ditch Picnic, 2014).
Hun nieuwe album heet "Wolfcop Original Soundtrack Recording" en is de soundtrack van een Canadese horror comedy, die 18 nummers bevat.

Het album, dat in zowel zwart als gelimiteerd gekleurd vinyl is uitgebracht, start met "Lycanthrope", waarin ik de band een dreigend nummer hoor spelen, dat gecombineerd met hardrock klanken voor een aangenaam stukje muziek leidt en enkele uitstekende tempowisselingen bevat.
Dit wordt gevolgd door "Barn Burner" en in dit nummer krijg ik een heerlijk uptempo hardrock te horen, dat lichte spacerock invloeden heeft en swingt als een trein, waarna ik "Buda" hoor en hiern speelt de band een lekker in het gehoor klinkende bluesrock.
Daarna laat de band me genieten van "Hounds Of God", een kort spacerock nummer, gevolgd door "Suda", een stevig hardrock nummer met spacerock invloeden, dat in een vrij hoog tempo gespeeld wordt.
Dan volgt "Railbender", een geweldig lekker bluesrock nummer, dat gevolgd wordt door "The Family Of The Vaurdlak" en hierin schotelt de band me een stukje progressieve rock voor dat dreigend eindigt. (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Vervolgens krijg ik "Burchard Von Worms" te horen waarin de band een uitstekend stukje krautrock laat horen, om verder te gaan met "Wulver", een korte mix van krautrock en psychedelische rock, die in een langzamer tempo verder gaat in "Freebander", waarna "West Coast Turnarounds" volgt, een rustig psychedelisch spacerock nummer met een monotoon synthesizer geluid.
In "Spy In The Sky" krijg ik een schitterend spacerock nummer met hardrock invloeden te horen en in "Bait Car" speelt de band een heftig uptempo hardrock nummer, terwijl "Delta Bravo", een korte mix van nog geen minuut een mix is van hardrock met lichte dance invloeden.
Ook "Mirandarized" is een kort nummer van mider dan een minuut en hierin krijg ik opnieuw een dreigend stukje muziek voorgeschoteld, dat verder gaat in "Concrete Therapy", waarin de band weer over schakelt naar ruimtelijke hardrock.
Daarna gaat het tempo een stuk naar beneden en hoor ik "Ride Along", een zwaar synthesizer nummer, dat een lichte dreiging bevat en gevolgd wordt door het laatste nummer van het album "One More Day", waarin de band me weet te verrassen met een fantastische country song, die qua muziek niet bij de rest van de nummers past, maar toch wel erg lekker klinkt.

Het album "Wolfcop Original Soundtrack Recording" van Shooting Guns bevat 18 nummers, die naadloos in elkaar over lopen en daardoor als één lang nummer klinken, waarbij het een genot is om naar de uitstekende muziek van de band te luisteren en ik kan hardrock liefhebbers dan ook aanraden deze plaat eens te beluisteren.




Review: Sigmatropic - Dead Computer Blues (Inner Ear, 2014) (Pop)

Sigmatropic uit Athene, Griekenland, werd in 1997 opgericht door Akis Boyatzis als een-man band, maar al snel veranderde dat en ontstond er een complete band, die bestaat uit: Akis Boyatzis - zang, basgitaar, akoestische gitaar en programmering, Foivos Zitis - sologitaar, klassieke gitaar en zang, Theodore Pistiolas - Piano, moog synthesizer, mandoline, ukelele, theremin en zang en Yiannis Tryferoulis - drums.
De band bracht hun debuut album "Random Walk" in 1998 uit via Hitch Hyke Records, gevolgd door "Air" (CD single, Hitch Hyke Records, 1998), "If You Were Me" (CD EP, Hitch Hyke Records, 1999), "Sixteen Haiku & Other Stories" (LP, Hitch Hyke Records/Tongue Master Records, 2002), "Could That Be The Voice?" (Limited Edition 12" vinyl EP, Tongue Master Records, 2004), "Ours At Least" (CD EP met 5 songs, Hitch Hyke Records, 2007), "Dark Outside" (CD, Hitch Hyke Records / Tongue Master Records, 2007), "Rivers Still" / "Astral Lullaby" (Download single, 2010) en "Astral Lullaby" / "Heartbroken In A Broken Planet" (Download single, 2011).
Hun in het Grieks gezongen album “Sixteen Haiku And Other Stories” uit 2002 met daarop gedichten van Nobelprijswinnaar George Seferis kwam als een verrassing en ontving lovende recensies.
Het werd in 2003 in een internationale versie uitgebracht door 18 gast artiesten uit Amerika en Engeland, waaronder Robert Wyatt, die hun eigen vocale interpretatie leverden aan de Engelse vertaling van de gedichten bij dezelfde muziek en ook deze uitvoering werd uitbundig ontvangen door de critici.
In 2005 nam de band deel aan de totstandkoming van Carla Torgerson’s (zangeres van The Walkabouts) eerste solo album, “Saint Stranger”, door de productie te doen en de teksten te schrijven.
De band speelde in het voorprogramma van Nick Cave And The Bad Seeds en Placebo in Athene en Thessaloniki en was op vele festivals te horen, zoals The Rockwave Festival (2005 en 2008), European Music Day (Athene 2004 en 2006) en The Antiracist Festival (2007).
Hun nieuwe album “Dead Computer Blues” is, in november 2014, op CD, LP + bonus CD en als digitale download verschenen via het Inner Ear label en bevat 10 nummers.

Het opening nummer is de titelsong "Dead Computer Blues” en hierin laat de band me een schitterende mix van surf, dark wave, pop en elektro horen, die in een rustig tempo gespeeld wordt, waarna ik "Crystallized" te horen krijg, een fantastische song met aanstekelijk ritme, die me aan de gloriedagen van Steve Harley & Cockney Rebel doet denken. (luister naar dit nummer via de soundcloud link onder de recensie)
Daarna hoor ik "Sink!", waarin de band me verrast door het nummer als een nieuwe Bowie song te laten klinken en met het volgende nummer "Septic Skeptic" laat de band me genieten van een heerlijke afwisselende pop song, die diverse prima tempowisselingen bevat.
In "Spaceface ( A Slower Rocket)" speelt de band een uitstekende uptempo pop song, waarin de invloeden van David Bowie opnieuw hoorbaar zijn en in "Onion Rock" krijg ik een swingende poprock song te horen, waarbij stil zitten geen optie is.
Vervolgens schotelt de band me "The Clouds Of Antarctica" voor, waarin ik ze een lekker in het gehoor klinkende pop song hoor spelen en ook in dit nummer zitten weer invloeden uit de muziek van Bowie.
Dan hoor ik de single "Astral Lullaby", een uitstekende rustige pop song met enkele prima tempowisselingen, die gevolgd wordt door “When Jesus Walked the Streets of Athens", een geweldige protest song met een aanklacht tegen de politiek en religie.
Het laatste nummer heet "Off Hand" en hierin laat de band me genieten van een prachtige rustige pop song, waarmee het album op waardige wijze wordt afgesloten.

Het album "Dead Computer Blues" staat vol schitterende songs, waarvan ik met volle teugen genoten heb en die ik iedere liefhebber van de betere pop muziek kan aanraden.




Review: Poppy Ackroyd - Feathers (Denovali Records, 2014) (Piano Pop)

Poppy Ackroyd is een klassiek getrainde violiste en pianiste uit Edinburg, die momenteel in Brighton woont en lid van de Schotse band Hidden Orchestra, met wie ze in september 2010 het album "Night Walks" uitbracht via het Tru Thoughts Recordings label, die in november 2013 werd gevolgd door de EP "Flight", dat van de in oktober 2014 verschenen 2LP "Archipelago" komt, die op vinyl door Denovali Records werd uitgebracht en op CD door Tru Thoughts Recordings.
Van de LP is de single “Vorka”/”Spoken” met dubbele A-kant verschenen in september 2014.
Ook maakt ze deel uit van de Schotse band Aberfeldy, die in juni 2004 hun debuut single "Vegetarian Restaurant" uitbracht, gevolgd in augustus door het album "Young Forever" en de single "Heliopolis By Night", die in september via het Rough Trade Records label verscheen.
Daarna volgden "Love is an Arrow" (single, februaari 2005), "Summer's Gone" (7" single, oktober 2005), "Hypnotised" (single, juni 2006), "Do Whatever Turns You On (album, juli 2006), "Come On, Claire" (7" single, december 2008) en "Somewhere To Jump From" (album, augustus 2010).
In 2012 maakte ze haar solo debuut album "Escapement", dat via Denovali Records verscheen, waarna er in september 2014 een DVD verscheen onder de naam "Escapement Visualised" over het tot stand komen van haar debuut album.
Haar nieuwe album heet "Feathers" en is eveneens door Denovali Records uitgebracht en is in feite een vervolg op haar debuut album.

"Feathers" bevat 8 nummers, waarvan "Strata" de eerste is en hierin krijg ik een mooi rustig piano nummer te horen, dat ondersteund wordt door keyboards (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie) en gevolgd wordt door "Salt", waarin Poppy me een lekker in het gehoor klinkend melodisch nummer voorschotelt, waarbij gebruik gemaakt wordt van keyboards, piano en trommels.
Daarna laat ze me genieten van "Timeless", een heerlijk nummer, dat in een gemiddeld tempo gespeeld wordt en hierin staat de piano opnieuw centraal, terwijl ook de viool en keyboards een belangrijke rol spelen.
Dan hoor ik het titelnummer "Feathers" en in dit schitterende nummer laat Poppy me horen hoe goed ze de combinatie piano en viool beheerst door een klassiek aandoend nummer te spelen.
In "Roads" speelt ze een prachtige mix van piano, keyboards en slaginstrumenten in een aanstekelijk vrolijk ritme en in "Croft" is de belangrijkste rol weer voor de piano en keyboards weggelegd en hierin krijg ik een fantastisch nummer te horen, dat een licht hypnotiserend ritme bevat en door de trommel en viool extra kracht krijgt.
Vervolgens schotelt ze me een geweldig licht hypnotiserend nummer voor, getiteld "Taskin", waarbij het ritme uitstekend dansbaar is en ik maar moeilijk stil kan blijven zitten en in het laatste nummer, "Birdwoman" krijg ik, na een licht psychedelisch begin, een schitterend piano nummer te horen, waarin de viool en keyboards een ondersteunende rol hebben.

Poppy Ackroyd heeft me, met "Feathers", van begin tot eind weten te boeien en me met volle teugen laten genieten van haar fantastische spel, waardoor ik dit album dan ook aan raad aan elke liefhebber van dit genre.




maandag 1 december 2014

Review: Vespero - Cello Liventures (In Memory Of Vladimir Belov) (RAIG, 2014)

Vespero werd in 2003 in Astrakhan, zuid Rusland opgericht en brengt sinds 2004 muziek uit, zowel in eigen beheer, als via maatschappijen.
De band onderging sinds hun oprichting diverse keren bezettingswisselingen en bestaat uit: Ivan Fedotov – drums en percussie, Arkady Fedotov – basgitaar,
synthesizer, fluit en achtergrond zang, Alexander Kuzolev – gitaar, effecten en elektonica en Alexei Klabukov – arpeggiator, keyboards en mellotron.
Nadat Vladimir Belov - cello, Vespero had bijgestaan op de CD "Droga", speelde hij ook live met de band mee en daarvan zijn opnamens gemaakt, die nu, na de plotselinge dood van Vladimir op 7 juni 2014, als download verkrijgbaar zijn onder de naam "Cello Liventures (In Memory Of Vladimir Belov)", waarbij de totale opbrengst van het album naar de familie Belov gaat. 
Als gastmuzikant is Andrey Petrov - sologitaar en effecten van de band GDeVA te horen in 2 nummers (5, 6).

"Cello Liventures (In Memory Of Vladimir Belov)" start met "Percious", waarin ik een schitterend progressief rock nummer te horen krijg, dat met rustig cello spel begonnen wordt, maar halverwege meer vaart krijgt en een genot is om naar te luisteren.
Daarna volgt "Lieutenant's Dream #1" en hierin laat de band me genieten van een fantastisch progressief nummer, waarin enkele uitstekende tempowisselingen zitten en het cello spel van Vladimir het nummer extra kracht geeft.
Dan schotelt de band me "Inna's Burst In Tears" voor, dat een rustig begin kent, maar gaandeweg een sneller tempo krijgt en in dit nummer speelt de band een geweldig symfonisch rock nummer, dat gevolgd wordt door "Seagulls Sing", waarin ik opnieuw zo'n schitterende mix van symfonische en progressieve rock, met daarin enkele uitstekende tempowisselingen, te horen krijg.
In "Winter Song", dat ook nu weer in een langzaam tempo begonnen wordt, speelt Vespero een heerlijk stukje geïmproviseerde progressieve rock, waarin lichtelijk oosterse invloeden te horen zijn, terwijl ook het experimentele niet geschuwd wordt.
Met het volgende nummer, "Meganism" krijg ik een geweldig swingend progressief rock nummer te horen, waarin de band er lustig op los experimenteerd en hierin krijgt ook Vladimir weer de ruimte om zich te laten gelden, middels prima cello spel.
Het laatste nummer van het album heet "Lieutenant's Dream #2" en hierin start de muziek licht experimenteel en ruimtelijk in een rustig tempo, dat langzaam wordt opgevoerd en psychedelische invloeden bevat, waarna de band het tempo nog iets verder omhoog brengt en er een fantastisch symfonisch spacerock nummer ontstaat, dat een licht hypnotiserend ritme heeft.

Vespero heeft me met het geweldige album "Cello Liventures (In Memory Of Vladimir Belov)" opnieuw bewezen één van de beste bands in hun genre te zijn en ik kan deze digitale download dan ook voor de volle 100% aanraden aan liefhebbers van symfonische en progressieve rock; een meesterwerk! (luister naar het album via de link onder de recensie)




http://raig.bandcamp.com/album/vespero-cello-liventures-in-memory-of-vladimir-belov

Review: The Limboos - Space Mambo (Penniman Records, 2014) (Rock & Roll)

The Limboos, die in 2013 te Madrid, Spanje werd opgericht, bestaat uit: Rol Fontoira - zang en sologitaar, Marcos Mascato - basgitaar, Sergio Alarcón - percussie, sologitaar en orgel en Daniela Kennedy - drums.
De band maakte hun debuut met de 7" vinyl single "Not A Soul Around" / "Space Mambo", die via Penniman Records verscheen.
Hun debuut LP "Space Mambo", waarop 12 nummers staan, werd vooraf gegaan door de single "Big Chef" / "Limbootic", die net als de LP ook nu weer door Penniman Records werd uitgebracht.

De LP start met de A-kant van de single "Big Chef" en hierin krijg ik een swingende rock & roll song te horen, waarbij het onmogelijk is stil te blijven zitten en een stukje uit "Not Fade Away" bevat. (luister naar dit nummer via de youtube link onder de recensie)
Daarna hoor ik "Nervous", dat eveneens een swingende rock & roll song is, waarin rhythm & blues en Latijnse ritmes zitten en dus een goed dansbaar nummer is, dat gevolgd wordt door "Early In The Morning", een swingende mix van Latijnse ritmes en rock & roll en ook dit nummer is weer uiterst dansbaar.
In het titel nummer "Space Mambo" laat de band me een mix van Cubaanse en Latijnse ritmes horen, die gedomineerd worden door sologitaar en drums en in "What I'm Saying" laat de band me genieten van een uitstekende swingende uptempo rhythm & blues song.
Vervolgens krijg ik "Tell Me Pretty Baby" voorgeschoteld en hierin hoor ik de band een lekker in het gehoor klinkende rhythm & blues song ten gehore brengen, waarbij stil blijven zitten geen optie is en met "Rockin"" krijg ik opnieuw een schitterende rock & roll song te horen.
De band speelt in "Brownie" een mix van Braziliaanse cumbia en rock & roll, waardoor dit nummer natuurlijk ook erg dansbaar is en "Call Me A Tramp" is weer zo'n swingende mix van rhythm & blues en rock & roll.
Dan volgt "Hoodoo", waarin de band een heerlijke rhythm & blues song speelt en gevolgd wordt door "Keep Your Hands Off My Pocket", een geweldig lekkere rock & roll song, die me even terug brengt naar eind jaren 50.
Het laatste nummer van de LP heet "Jambalaya Walk" en ook in dit nummer laat de band me mee swingen met de muziek en krijg ik een mix van Latijnse ritmes en rock & roll te horen.

De debuut LP "Space Mambo" van The Limboos staat vol heerlijke swingende muziek, waarbij ik onmogelijk stil heb kunnen blijven zitten en me geen moment verveeld heb, waardoor ik deze plaat dan ook van harte kan aanbevelen aan elke liefhebber van deze muziek soort.